11.) lesvoorbereiding
De lesvoorbereiding: onderwijs is een doelgerichte activiteit en lesgeven doe je op een
weloverwogen manier. Je bereidt een les dus goed voor. In eerste instantie zal je via een aantal
mentale stappen proberen bepalen wat je wil bereiken met je leerlingen, waarom je dat wil en
hoe je dat zal aanpakken. Ten slotte zal je ook moeten nagaan of je bereikt hebt wat je wilde
bereiken. De resultaten van dit denkproces worden genoteerd op het
lesvoorbereidingsformulier.
Een lesvoorbereiding:
is een fundamenteel hulpmiddel vóóraf om na te denken over de te bereiken
competenties,
vertrekt vanuit leerplandoelstellingen die vertaald worden naar concrete lesdoelen
helpt bij het clusteren van leerdoelen,
helpt bij het structureren van een les,
geeft informatie over WAT = te bereiken competenties (inhoud, vaardigheden, attitudes)
en over HOE = manier waarop leerkracht leerlingen helpt deze competenties te
bereiken),
doet nadenken waarom je bepaalde (les)activiteiten opneemt in de les,
moet functioneel zijn,
biedt ondersteuning tijdens het lesgeven,
doet nadenken over de plaats van de les in een groter geheel,
biedt de mogelijkheid aan anderen om na te kijken of een bepaalde volgorde in
lesactiviteiten (vooral bij praktijkvakken) nageleefd wordt,
dient als steun bij het bespreken van de les, het bekijken van parallellessen,
vervolglessen…,
is een hulpmiddel om gegeven lessen bij te sturen,
kan verschillen van les tot les en van vak tot vak, maar basis en structuur zijn dezelfde.
Een goede lesvoorbereiding op zich garandeert niet noodzakelijk een geslaagde les, maar
is een noodzakelijke stap in de weg daarnaartoe. Het maken van een lesvoorbereiding is
dus een onontbeerlijke stap in het leren lesgeven en komt uitgebreid aan bod in de
lessen toegepaste didactiek.
Met dit katern willen we je ondersteunen in het vertalen van je mentale lesvoorbereiding
naar het lesvoorbereidingsformulier waarbij we elke stap afzonderlijk toelichten.
1.) het administratieve blok:
Student: jouw naam; komt ook onderaan elke pagina
Opleidingsvak en BBP: via keuzemenu
School/organisatie: naam van de school/organisatie + gemeente
Mentor: volledige naam van de mentor
Datum: datum waarop de les gegevens wordt
Vak: benaming van het schoolvak waarin deze les thuishoort
Lesonderwerp: zo specifiek en zo concreet mogelijk
2.) begingsituatie:
Richting waarin je lesgeeft: via keuzemenu
Jaar: vb. 2
Klas: benaming van de klas; vb. 2HMBd, 1L
Aantal lln.: in te vullen
Voorkennis en voorervaring :
Kennis en/of ervaringen en/of vaardigheden en/of attitudes die de leerlingen reeds
verworven hebben in vorige lessen of in hun leefwereld, voorkennis die aangesproken
wordt en waarop voortgebouwd wordt tijdens deze les.
, Leerlinggegevens, belangstelling/motivatie en klasgroepgegevens, concreet en relevant
voor dit lesblok en waar je ook rekening mee houdt.
Persoonsgegevens : Algemene gegevens die gelden voor de hele klas (voorbeeld:
iedereen heeft nog problemen met spelling), maar individuele zaken van een leerling:
speciale dingen waar je als leerkracht tijdens die les op moet letten zoals bijvoorbeeld
leerstoornissen en -problemen. Je noteert NOOIT NAMEN van leerlingen VOLUIT. Bv: J. is
slechtziend, K en M hebben ADHD, Relatie tussen E en M is erg slecht Is de klasgroep erg
klein en is dat de reden dat je geen groepswerk kan geven, dan vermeld je het hier.
Materiële gegevens: belangrijke gegevens met betrekking tot de situationele, materiële
beginsituatie en accommodatie worden ook hier vermeld (de inrichting van het leslokaal,
het aanwezige materiaal in het lokaal, de nutsvoorzieningen (waar staan de
lichtschakelaars, hoe schakel ik de beamer/smartboard in …); maak eventueel een
grondplan Bv: Er zijn maar 10 computers, kan je het lokaal goed verduisteren, welk
tijdstip vallen lessen,..
Leerlinggegevens/klasgroepgegevens best bevragen bij de mentor
De situationele gegevens noteer je in een checklist tijdens de eerste lesobservaties.
Onthoud dat een lesvoorbereiding een dynamisch document is, waardoor je een eerder
afgewerkte lesvoorbereiding soms echt moet herwerken om ze in overeenstemming te
brengen met de actuele beginsituatie van de leerlingen.
Eigen leerpunt in de kijker :
Hier noteer je aan welk leerpunt je deze les bewust aandacht besteedt. Je mag meerdere
leerpunten vermelden maar het is belangrijk dat je die leerpunten kiest waaraan je zeker
wil werken. Leerpunten worden gekozen op basis van (zelf)reflectie (zelfevaluatie,
feedback leerlingen, feedback mentor, feedback lector) Het is de bedoeling dat na een
lessenreeks een aantal leerpunten verdwenen of verbeterd zijn. Het kan dus niet dat
voor een volledige stageperiode dezelfde leerpunten herhaald worden.
Leerpunt gekozen uit :
Duid aan waarop je keuze gebaseerd is
3.) Leerplandoelstellingen/Procesdoelen met referentie
Noteer hier de onderwijskoepel (keuzemenu),
het nummer van het leerplan en de leerplandoel(en) (met nummer) of procesdoelen
(met nummer) of eindtermen zonder te vertalen naar lesdoelen.
In de lessen toegepaste didactiek worden specifieke richtlijnen geformuleerd voor deze rubriek.
Volg dus nauwgezet deze richtlijnen.
Het bepalen van de leerplandoelen die je wil verwezenlijken tijdens de les is het eerste werk dat
je doet eens je de beginsituatie achterhaald hebt. Pas daarna begin je de les mentaal voor te
bereiden en dan pas ga je zoeken naar leerinhouden.
Besef steeds dat elk leerplandoel dat je hier opneemt ook nog vertaald moet worden naar
operationele lesdoelen. Schrijf daarom direct onder elk leerplandoel de bijhorende concrete
lesdoelen. Indien je meerdere leerplandoelen hebt geselecteerd, kopieer je dus het blok
(Leerplandoelen/Procesdoelen en Lesdoelen) voor elk leerplandoel.