Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide Hoorcollege aantekeningen Staats- en Bestuursrecht Rechtsvergelijking €5,48   Ajouter au panier

Notes de cours

Uitgebreide Hoorcollege aantekeningen Staats- en Bestuursrecht Rechtsvergelijking

 30 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgebreide hoorcollege aantekeningen voor het vak Staats- en bestuursrecht: Rechtsvergelijking aan de Rijksuniversiteit Groningen in het studiejaar . Het document heeft een inhoudsopgave om gemakkelijk elk hoorcollege en onderwerp terug te vinden. Dit document is ook geschikt om te gebruiken tijde...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 101  pages

  • 31 mai 2021
  • 101
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Duchateau
  • Toutes les classes
avatar-seller
Hoorcollege aantekeningen
Staats- en bestuursrecht: Rechtsvergelijking 2020-2021

Inhoudsopgave
Week 1: Duitsland ................................................................................................................................. 3
1. Constitutionele geschiedenis van Duitsland ................................................................................... 3
2. De staatsvorm van Duitsland .......................................................................................................... 5
3. De regeringsvorm van Duitsland .................................................................................................... 9
4. Het kiesstelsel van de Bondsrepubliek Duitsland ......................................................................... 13
5. Rechtsbescherming in Duitsland .................................................................................................. 16
6. Doorwerking van volkenrecht in Duitsland .................................................................................. 24
Verdieping: Hoorcollege 4 februari 2021 ......................................................................................... 29
Week 2: Frankrijk................................................................................................................................. 29
1. Constitutionele geschiedenis van Frankrijk .................................................................................. 29
2. De staatsvorm van Frankrijk ......................................................................................................... 32
3/4. Regeringsvorm van Frankrijk: de president (en het bijbehorende kiesstelsel) ......................... 34
3/4. Regeringsvorm van Frankrijk: minister-president, ministers, het parlement (en het daarbij
behorende kiesstelsel) ..................................................................................................................... 37
3. Regeringsvorm van Frankrijk: wetgeving en het conseil constitutionnel ..................................... 39
5. Rechtsbescherming in Frankrijk .................................................................................................... 41
6. Doorwerking van volkenrecht in Frankrijk .................................................................................... 44
Verdieping: Hoorcollege 11 februari 2021 ....................................................................................... 46
Week 3: Verenigd Koninkrijk ............................................................................................................... 46
1. Constitutionele geschiedenis van het VK ...................................................................................... 46
2. De staatsvorm van het VK ............................................................................................................ 48
3/4. De regeringsvorm en het kiesstelsel van het VK ....................................................................... 51
5. Rechtsbescherming in het VK ....................................................................................................... 55
6. Doorwerking van volkenrecht in het VK ....................................................................................... 59
Verdieping: Hoorcollege 18 februari 2021 ....................................................................................... 61
Week 4: De Verenigde Staten ............................................................................................................. 61
1. De constitutionele geschiedenis van de VS .................................................................................. 61
2. Federalisme in de VS .................................................................................................................... 64
3/4. De regeringsvorm en het kiesstelsel van de VS ......................................................................... 67
5. Rechtsbescherming in de VS......................................................................................................... 73


1

, 6. Doorwerking van volkenrecht in het VS ....................................................................................... 78
Verdieping: Hoorcollege 25 februari 2021 ....................................................................................... 79
Week 5: Zweden .................................................................................................................................. 79
1. De constitutionele geschiedenis van Zweden ............................................................................... 79
2. Staatsvorm: decentralisatie in Zweden ........................................................................................ 82
3. Regeringsvorm in Zweden ............................................................................................................ 84
4. Het kiesstelsel voor de Rijksdag van Zweden ............................................................................... 87
5. Rechtsbescherming in Zweden ..................................................................................................... 88
6. (Grond)wetgeving, regelgeving en de implementatie van volkenrechtelijke verplichtingen ....... 93
Verdieping: Hoorcollege 4 maart 2021............................................................................................. 95
Week 6 ................................................................................................................................................. 95
Presentatie papers: Hoorcollege 8 maart 2021 ................................................................................ 95
Presentatie papers: Hoorcollege 11 maart 2021 .............................................................................. 98
Week 7 ............................................................................................................................................... 101
Presentatie peer reviews: Hoorcollege 15 maart 2021 .................................................................. 101
Presentatie peer reviews: Hoorcollege 18 maart 2021 .................................................................. 101




2

,Week 1: Duitsland

1. Constitutionele geschiedenis van Duitsland
De Bondsrepubliek Duitsland is ontstaan in 1949 en Duitsland als één staat is van 1871. De
constitutionele geschiedenis begint al veel eerder, namelijk in het Heilige Roomse Rijk (HRR) van de
Duitse natie in de Middeleeuwen. De oorspronkelijke wortels liggen zelfs in het jaar 800, toen Karel
de Grote tot de eerste keizer van het HRR werd gekroond. In de loop van de Middeleeuwen heeft het
HHR zich ontwikkelt tot een tamelijk complex machtscomplex in midden Europa. Vroeger behoorde
hiertoe ook Oostenrijk, Zwitserland, Noord-Italië en ook de Benelux tot 1648. De bedoeling van het
Heilige Roomse Rijk was dat het een opvolger zou zijn van het oude Romeinse Rijk. Dit is eigenlijk
nooit echt gelukt. Het is uiteen gevallen in kleine en grote Duitse staatjes. Deze hadden allemaal een
eigen vorst en ze kregen steeds meer zelfstandigheid. Het keizerrijk bleef hier formeel wel boven
staan, maar de Keizer was vooral symbolisch belangrijk.

Het keizerschap is gedurende het keizerrijk uitgeoefend door de familie Habsburg. Als keizer was er
niet echt reële macht, maar hiernaast bestuurden ze ook delen van hun eigen Heilige Roomse Rijk. Ze
zijn bijvoorbeeld altijd heersers over Oostenrijk geweest. In die hoedanigheid hadden ze wel echte
macht. Ook Karel V en Fillips II hadden als Landsheer van de Nederlanden binnen het HRR echte
macht. Aan het HRR komt een einde aan het begin van de 19 de eeuw. De HRR heeft de stormen van
de Franse Revolutie niet goed overleeft. Officieel wordt het in 1806 beëindigd. De laatste keizer van
het HRR laat zich dan kronen tot de eerste keizer van Oostenrijk. Na de val van Napoleon in 1815
worden de staten van Duitsland ook echt zelfstandige soevereine staten. Samen richten ze een bond
op, de Statenbond (confederatie). Een confederatie of statenbond is een bestuurseenheid van
samenwerkende onafhankelijke soevereine staten, welke bij verdrag is samengekomen. Er is meer
samenwerking dan bij een alliantie, maar minder dan bij een federatie. Ze werkten op bepaalde
punten samen. Bijna alle staten waren monarchieën, behalve een paar Hanze steden. De meesten
hadden een Hertog of een Groothertog of een prins. In de loop van de 19 de eeuw is Duitsland geen
één staat. Men woont niet in hetzelfde land en er ontstaat dan een beweging om te komen tot
eenheid. In 1848 was er een serieuze poging hiertoe. In Frankfurt komt een parlement bijeen, van
alle Duitse staten die ook gekozen is door de Duitse mannen. Dit volkscongres stelt ook een
Grondwet op, die democratisch is voor een federaal Duits keizerrijk. Ze zijn het echter niet eens over
de vraag welke vorstelijke familie aan het hoofd moet staan. Oostenrijk vindt dat dit de Habsburgers
moeten zijn, maar Pruisen vindt dat de Pruisische familie Hohenzollern ook wel goede papieren
hadden. Bovendien is het ook een keuze tussen een katholieke vorst (Habsburg) of een protestantse
vorst (Hohenzollern). Een bijkomend probleem is dat de Duitsers ook regeren over niet Duitstalige
landen. Pruisen wil dat die landen niet bij het keizerrijk komen en de Habsburgers willen die landen
juist niet opgeven.

In de jaren 60 van de 19de eeuw wordt een nieuw poging gedaan om tot eenheid te komen. Dit keer
niet democratisch, maar via de weg van de vorsten (Pruisen). Door succesvolle oorlogen slaagt
Pruisen erin om tegenstand tegen zijn eigen suprematie uit te schakelen. Ook de oorlog tegen
Oostenrijk wordt gewonnen, waardoor de eenheid zonder Oostenrijk zal zijn. Dit lost het probleem
van alle niet Duitstalige landen op. Na de Frans-Duitse oorlog van 1871 komt de Duitse eenheid er.
Duitsland wordt een keizerrijk met de laatste koning van Pruisen als keizer. Het wordt een federatie.
Dit is logisch wegens de zelfstandigheid van alle staten. De Duitse bond houdt op te bestaan. Het
Duitse keizerrijk wordt een federale staat. Het meest bijzondere is dat de staten deelstaten worden

3

, waarbij de vorst van die staat blijft behouden. Het blijft op die manier iets houden van een
confederaal bestel, omdat deelstaten dus staatshoofden houden. Historisch is dit dus wel te
verklaren.

De Grondwet voorziet in een parlement gekozen door mannen (Rijksdag). Er komt een federale
regering. Er komt ook een zogenaamde bondsraad, een orgaan die de vorsten van de deelstaten gaat
vertegenwoordigen. De bedoeling ervan is dat het federale element wordt behartigd. Pruisen krijgt in
dit alles een overheersende positie. De Pruisische koning wordt keizer. De Pruisische minister-
president wordt ook Rijkskanselier van Duitsland. Verder krijgt de Duitse federale regering geen
eigen ministers, maar de Pruisische ministers functioneren ook als ministers van het keizerrijk. In de
bondsraad heeft Pruisen een doorslaggevende stem. De federale regering onder de Rijkskanselier en
verder bestaand uit de Pruisische ministers is wel verantwoording verschuldigd aan de Rijksdag, maar
er komt geen vertrouwensregel. De Rijksdag kan dus wel vragen stellen etc., maar ze kunnen niet de
regering naar huis sturen. De regering blijft vooral ondergeschikt aan de keizer. Dit model blijft
bestaan tot het einde van de Eerste Wereldoorlog, die Duitsland verliest.

In november 1918 komt de Duitse monarchie ten val. Alle Duitse vorsten doen afstand. Duitsland
gaat dan verder als republiek. In 1919 komt er een nieuwe Grondwet, de Weimar Grondwet. Deze
wordt zo genoemd, omdat deze in de stad Weimar is opgesteld. Het is een democratische moderne
Grondwet voor die tijd. Duitsland voert een parlementair stelsel in. Er komt een vertrouwensrelatie
tussen regering en parlement. De Rijkskanselier en de andere ministers zijn verantwoording
verschuldigd aan de Rijksdag (het parlement). Het parlement wordt ook gekozen door vrouwen.
Naast de Rijkskanselier en de rechtstreeks gekozen Rijksdag komt er een Rijkspresident. Deze wordt
voor zeven jaar rechtstreeks door de bevolking gekozen. Deze krijgt ook tamelijk vergaande
bevoegdheden, zoals de bevoegdheid om referenda uit te vaardigen, het ontbinden van het
parlement, ontslag van federale ministers, hij is opperbevelhebber van de strijdkrachten en hij heeft
ook bepaalde noodbevoegdheden. De Weimar Grondwet slaat uiteindelijk nooit echt aan in
Duitsland. Er blijft veel verzet. Eind jaren 20, als over de wereld een economische crisis uitbreekt,
gaat het ook in Duitsland mis.

Het parlement wordt gekozen door evenredige vertegenwoordiging. Dit leidt er toe dat politieke
versplintering toeneemt. Het centrum (partijen die in het politieke midden staan) begint stelselmatig
aanhang te verliezen eind jaren 20. De partijen op de flanken winnen, vooral extreem links
(communistische partij van Duitsland) en extreem rechts (Hitler’s nationaal socialistische Duitse
arbeiderspartij). Deze partijen staan lijnrecht tegenover elkaar. Ze zijn het alleen eens over dat het
bestaande politieke bestel weg moet. De communisten willen dit vervangen door een soort Sovjet
republiek en de Nazi’s door een Heilrijk onder Fuhrer Hitler. De burgerlijke liberale Grondwet moet
weg. Vanaf de zomer van 1932 hebben deze twee partijen samen een meerderheid in het parlement.
Dit zorgt ervoor dat er geen stabiele regering meer gevormd kan worden. Dit brengt president Van
Hindenburg ertoe om meer te gaan regeren door noodverordeningen. Hij gaat Rijkskanseliers
aanstellen op grond van noodverordeningen. Zelfs de Duitse begroting wordt opgesteld op grond van
een noodverordening. Uiteindelijk ziet Von Hindenburg, na de zoveelste Rijksdag ontbinding eind 32’,
geen andere uitweg om de leider van de grootste politieke partij tot Kanselier te benoemen. Dit was
Hitler. Dit was om het normale politieke proces terug te brengen, maar hier wil Hitler niks van weten.
Zodra hij de macht heeft ontmantelt hij de democratie en aan het eind van 1944 is Duitsland een
eenpartijstaat. Het is dan geen federatie meer. Er wordt formeel geen nieuwe Grondwet ingevoerd.

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur riandejonge. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€5,48  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter