Methoden in de klinische gedragsneurowetenschappen
Als biologische psycholoog is het bel! van kennis te hebben in de fysiologische methode die gebruikt
worden in de psychologische praktijk. Niet enkel in ZH. Ook in onderzoek. We hebben maar beperkt
aantal HOC. Dit vak was ook bedoeld om aan de slag te gaan met materiaal. Bv. polysomnografie die
moest afgenomen worden en waar je contact had met psychofysiologisch opname materiaal maar
gezien de crisis is het beste dat we WPO niet meer doen. Wel nog hoorcolleges. Ook nog HOC over
hersenbeeldvorming want dat is werk van psycholoog om ook te gaan kijken naar biologische
processen in brein en welke methode daarvoor aangewend worden.
Opbouw cursus
• Hoorcolleges (1/3) en werkcolleges (2/3) Het zal zo blijven
• Hoorcolleges (modulair: we gaan technieken belichten) 5 om te vermijden dat we telkens maar
kort stukje les moeten geven hier gaan we grotere blokken HOC geven met technieken zodanig
dat we in diepte kunnen gaan en mogelijkheid om aan de slag te gaan met die technieken.
Waarom voornamelijk polysomnografie: slaap: heeft als voordeel dat er verschillende
biologische functies tegelijkertijd worden geregistreerd dus dat neemt al vele van technieken
die gebruikt worden in onderzoek en klinische praktijk in één methode. Bv. EEG,EKG,… meest
gangbare zijn FMRI en neuromodulatie technieken zoals TDCS, TMS (komen aanbod) samen
met een les over neuro en bio feedback gelinkt aan de praktijk.
• Werkcolleges
• Experimenteel polysomnografisch onderzoek
• Demonstraties tijdens hoorcolleges bv. voor biofeedback en neurofeedback gaan er wel
schermen getoond worden van het materiaal dat gebruikt wordt. Nu geen elektrode op het
hoofd plakken en kijken welk resultaat dat geeft met die techniek.
• Wijze van examineren:
• 50% schriftelijk: MC 5 met 1 juist antwoord. Meestal 20 vragen, geen giscorrectie. Dus
antwoord op alle vraag. Als er anomalieën zijn worden die gewist.
• 50% groepstaak: klinisch verslag + controle signalen PSG opname rapportage van spectrale
analyse van diepe slaap in EEG. Diepe slaap wordt gemeten via polysomnografie en vertoont
specifieke EEG patronen. Wij gaan dieper ingaan op de analyse van het signaal door spectrale
analyse daarop toe te passen en de bedoeling is dat je de komende weken wegwijs raken met
software die we gebruiken om rapportage daarvan te kunnen maken. We mogen er in groep
aan werken. Met mensen tegelijk kunnen we data bekijken en rapportage maken.
Studiemateriaal
• Inhoud lessen: presentaties/slides + notities Digilessen
• Aanbevolen, niet verplichte lectuur
• Andreassi, J.L. (2000). Psychophysiology. Human behavior & physiological response, 4th
edition. Mahwah, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates.
1
,WPO 2021
Er is deel van het werk dat wij voor jullie gaan
doen. we krijgen data van slaaplabo. We
hebben deel van het signaal (1). Daar zitten
EEG signalen in en die signalen zijn volgens
bepaald elektrode geëxporteerd in een ruwe
vorm afhankelijk van de
bemonsteringsfrequentie heb je meer of
minder data en die data betekent de
microvolt/ voltage die geregistreerd wordt
door programma en de output kan je in Excel
hebben en geeft idee van als we een stuk van
signaal hebben geselecteerd (1), op welke elektrode (2) vanboven. Dat voer je in een programma dat
sigview heet. Waar we signaal kunnen bekijken (3), dan spectrale analyse dat uitgevoerd wordt via
programma en geeft u een output van de power in elke frequentie dat we gaan bekijken. Ik ga in
detail hier nog verder op in: frequenties,… en Bernice geeft uitleg hoe je het aanpakt via software en
de bedoeling is dat je op basis van deze sequentie ook vragen gaan beantwoorden in de oefeningen
die online zullen verschijnen. Bel! want dat betekent dat we vanuit ruwe data interpretatie hebben
van een psychofysiologisch signaal van wat de bedoeling is van heel dit OPO. We gaan biologische
signalen gaan verwerken, data-analyse op doen en conclusies uit trekken. Dat is de bedoeling dat we
aanleren in een bepaalde context. In praktijk als biologische psychologen kan dat hart frequentie/
hartritme variabiliteit, ademhalingsfrequentie zijn,… dat we onderzoeken dat zijn ook
psychofysiologische signalen die verwerkt moeten worden en geïnterpreteerd omdat ze gelinkt zijn
aan bepaalde functies in ons lichaam dus heel het idee van dit te doen zit erachter.
2
,Psychofysiologie: Inleiding
Psychofysiologische concepten uitleggen met wetmatigheden die ook aan bod komen en die nodig
kunnen zijn om signalen te gaan begrijpen om die te kunnen interpreteren en juist aan te pakken.
Psychofysiologische basisprincipes zoals de law of initial values en die zijn bel! om ook in een context
dat buiten psychodysiologie valt bv. stress onderzoek in een bedrijf waar ze stress proberen te meten
adhv hartslag dan moet je weten dat het signaal dat je daar gaat krijgen, welk soort signaal dat is en
de kwaliteit dat signaal, wat je daar let kan doen indien je niet een aantal baseline metingen hebt
gedaan en daardoor moet je weten welke bais je gaat in je data krijgen omwille van een bepaalde
experimentele procedure die niet is gebeurt want er bestaan wetmatigheden in een
psychofysiologisch signaal die een verklaring kunnen geven aan de data die je observeert. Om het
concreet te stellen ga je met een fitbit een hartslag gaan meten om het te linken aan stress daar
moet je rekening mee houden dat bepaalde contexten je signaal kunnen moduleren. Bepaalde
fouten kunnen er optreden omwille van bepaalde bewegingen die gedaan worden, ademhaling heeft
daar invloed op,… als er geen baseline is kan je moeilijk weten wat de verschillen zijn in het signaal.
Er zijn individuele verschillen in signaal dus behoedt u voor studies die aantonen dat complexe
psychologische processen zoals het ervaren van stress, depressie, angst,… kunnen gemeten worden
met één signaal dat is niet het geval. Er zijn geen specifieke biologisch signalen die complexe
aspecifieke fenomenen die op het niveau van de psychologie van de mens zich bevinden kunnen
geïnterpreteerd worden. Je moet dat in een bepaald context/ geheel kunnen bekijken.
Psychofysiologie
• Doelstelling: inzicht in de fysiologie van gedrag ~ fysiologische psychologie daar zitten verschillen
in.
• Definitie: domein gericht op de meting van fysiologische responsen zoals die gerelateerd zijn aan
gedrag Dit kadert in het mind body perspectief.
• Mind-body perspectief: ‘Studie van de relatie tussen psychologische manipulaties en de
resulterende fysiologische responsen, gemeten in levende organismen, om het inzicht in de
relatie tussen mentale en lichaamsprocessen te bevorderen’ Niet FMRI doen op doden zalm.
• Opletten voor a priori’s over causaliteit! Let op voor causaliteit fouten
→ psychologie is geen louter gevolg van fysiologie, er bestaat een interactie tussen beide!
Wanneer we correlationeel onderzoek doen over psychologische en fysiologische variabele
moeten we hiermee rekening houden. Niet enkel statistisch principe bij het correleren dat je
geen causaliteit hebt maar ook naar de interpretatie toe van hoe bepaalde fenomenen
invloed kunnen hebben op elkaar. Daar zit filosofisch standpunt in iemand die behavioristisch
is gaat zeggen natuurlijk heeft gedrag invloed op onze fysiologie maar je kan ook zeggen dat
elke vorm van psychologie ook een uiting is van elektrochemische fenomenen die zich
afspelen in het brein, maw in de fysiologie. Weet dat beide fenomenen in interactie zijn dat
is het punt.
Fysiologische psychologie versus psychofysiologie
• afhankelijke vs onafhankelijke variabelen
– Fysiologische psychologie: AV: psychologisch en OV fysiologisch
• effect van leasie thv de hersenen op de leerprocessen in een muis bv. we gaan
suprachiasmatische nucleus daaruit snijden en kijken effect op leersprocessen.
Wetende dat de suprachiasmatische nucleus ook invloed heeft op dag en nacht
ritmes dus u circadiaans ritme. En het kan zijn dat leerprocessen over de tijd
heen evalueren. Dat is een typisch fysiologisch psychologisch experiment.
3
, • effect beschadiging amygdala op beleving van emoties
• effect van epinefrine-administratie op arousalperceptie
– Psychofysiologie: AV: fysiologisch, OV: psychologisch omgekeerd
• effect van verschillende manieren van informatieverwerking op de hartslag wat
we deden in WPO: effect slaapdeprivatie gaan meten op fysiologische variabele
zoals EEG registratie en endocriene responsen. Van kijk wat is effect nu op de
secretie van cortisol of melatonine. Zijn twee domeinen die gerelateerd zijn maar
definitie van OV en AV verschilt.
• effect van verschillende emoties op een patroon van fysiologische responsen
(huidweerstand, spierspanning, hartslag)
• Effect van slaapdeprivatie op electro-encefalografische en endocriene responsen
Perifere vs centrale metingen
• Psychofysiologische metingen kunnen beide van het centraal of perifeer ZS gemaakt worden, op
een invasieve of non-invasieve manier In deze domeinen hebben we ook effect dat we gaan
bekijken op verschillende niveaus. Obv centraal ZS alles wat in de hersenen gebeurt of perifeer.
• Perifere metingen omvatten metingen van effectororganen van het AZS en van gestreepte
spieren (vb. emoties)
• Centrale metingen omvatten metingen van elektrische potentiaalverschillen (vb. aandacht) we
hebben te maken met verschillende meetmethode want een elektrode kan je niet overal steken.
Bv. om ademhaling te meten heb je andere technieken nodig je spreekt over natte (alles wat
endocrien is, wij kunnen expressie van genen gaan kijken in speeksel en bloed) en droge
fysiologie. Ook kijken naar andere aspecten bv. invasief of non-invasieve methode alles wat
gebeurt boven de huid is non-invasief (FMRI, elektrode,…). Definitie: doorprikken van de huid. Ga
je bloedafname doen dat is invasieve manier van psychofysiologisch onderzoek. Bij dieren wordt
dat wel gedaan. Onderzoek op ratten: kan je met naald elektrodes rechtstreeks in de hersenen
van het proefdier metingen doen. Heeft nadelen en voordelen. We doen het meestal niet op die
manier. Wel als het EMG is. Daar kunnen naald elektrode gebruikt worden in bepaalde testen bv.
latente tetanie test.
• Hersenbeeldvorming vs electrofysiologische metingen: Uitstekende spatiale maar minder
temporele resolutie Aspecten die ook bel! zijn in verschillende metingen is de resolutie. Bepaalde
metingen zijn heel goed om een volledig beeld te krijgen van iets op een bepaald moment of met
een lag in meting. Zoals hersenbeeldvormingstechnieken als FMRI geven goede spatiele resolutie
maar je gaat processen die snel gebeuren daarbij niet gaan kunnen meten want je gaat kijken
naar de bold respons bij FMRI en dat heeft te maken met de irrigatie van bepaalde hersendelen
met bloed en of er minder of meer zuurstof aanwezig is. Dat heeft een bepaalde time lag terwijl
responsen zoals bij EEG of ERP (event related potentials) een betere temporale resolutie hebben
dus je kan korter op de bal gaan spelen maar de lokalisatie van die processen is moeilijker omdat
we via oppervlakte elektrodes gaan werken en niet naar dieperliggende structuren kunnen gaan
kijken. Beide combineren kan maar is moeilijk, maar is soms wel noodzakelijke. Zoals veel dingen
in het leven moet je trade off doen tussen nauwkeurigheid dat je van iets wil kennen op
verschillende domeinen zijnde spatiele of temporeel, maar je moet een keuze maken soms.
4