Inleiding
HOOFDTOPIC: MODERNITEIT
1. Nauw verbonden met het ontstaan van de sociologie (op het moment dat
moderniteit in volle bloei is)
2. Durkheim ’s theorie over arbeidsdeling
3. Marx en Weber theorie
4. Sociologie is de studie van de moderniteit
FOCUS OP MACROTENDENSEN
1. In vgl. met Mead en Goffman
2. Samenlevingen over 100’en jaren; grote evoluties en tendensen
DE SOCIOLOGISCHE METHODE
1. Ook wel relatieve methode
2. Aandacht voor het contingente
3. Kritische blik naar indicatoren
PARADOX
1. Modernisering als proces: tijd van de beheersing, overwinningsverhaal, het
overwinnen van de beperkingen
2. Evolutie gepaard met een gevoel van verlies, moderne nostalgie, bepaalde elementen
van vroeger zijn verloren, er is een gevoel van onbehagen
ASPECTEN
1. Hoe benadert men sociologisch ‘maatschappelijke verandering’
2. Welke verandering houdt modernisering in?
3. Wat betekent die verandering voor interactiekaders?
SOCIOLOGISCH DILEMMA
1. Besef dat niet arbitraire contingentie leidt naar de vraag van WAAROM?
Waarom heeft een bepaalde samenleving bepaalde normen? Dit is een vraag
met een onmogelijk antwoord, als we hier zekerheid over hadden, was het iets
dat buiten de mens stond.
Samenlevingen die bewust zijn van het contingente gaan op zoek naar
legitimerende derde: deze zijn empirisch onhoudbaar
2. Als we spelregels, machtsverdeling, architectuur, waarden en opvattingen… volledig
kunnen verklaren, dan is menselijke geschiedenis getermineerd
De mens is de maker van de samenleving, maar doet dit met een zeker
onvoorspelbaarheid. We zoeken patronen, maar zullen nooit 100% sluitende
verklaringen vinden (implicatie van het contingente)
3. In het verleden slechte ervaring met dat geloof (legitimerende derde van natuur,
geschiedenis en samenhang)
, Hoofdstuk 14: Aanloop tot de moderniteit
14.1 beschavingsproject
MALTHUS
1. Essays on the principals of population
voedsel lineaire toename + mensen geometrisch (* 2/25j) => probleem,
mensen stijgen te snel t.o.v. voedsel, te weinig voedsel voor mensen
oplossing: geboortebeperking?
2. Geboortebeperking niet haalbaar
moraal (enige doel van de vrouw is voortbrengen kinderen) + armen en rijken
(rijken kunnen zich wel houden aan voorwaarde want begrijpen oorzaken,
maar armen houden zich er niet aan en gaan zich verder voortplanten)
Zorgt ook voor verpaupering
Dus: geregeld hongersnood en bevolkingsverdunning
Sociaal beleid overbodig: niet bezighouden met sociale verschillen verkleinen,
maar proces van leed alleen maar langer
3. Mathiaanse plafond
Inherente spanning tussen lineaire stijging van voedsel en geometrische
stijging van populatie
Als je plafond overstijgt => hongersnood, dood en weer
daling onder het plafond
Was volgens Malthus een eeuwige voorspelbaarheid
Paar punten in de geschiedenis dat hij gelijk leek te
hebben e.g. Europa in 1845 met de aardappelziekte
MALTHUS VANDAAG
1. Twee ontwikkelingen die zijn voorspelling ontkracht
Wel spectaculaire voedseltoename door technologische vernieuwingen; de
opbrengst per hectare is enorm toegenomen
Geboortebeperking gebeurt wel zonder het verval van moreel (natuurlijke
manier minder kinderen gaan baren e.g. langer studeren etc.)
2. Maar algemene bezorgdheid die hij had rond de draagkracht van de SV van een land,
verdwijnt niet e.g. milieuproblematiek (al voor het eerst op tafel sinds groep van
Rome)
Limits to grow (Club van Rome in 1974)
Onze ontwikkeling is nefast voor milieu en uiteindelijk mensheid
3. Evolutie van C02
Parabolische toename vanaf 1750
Ook andere broeikasgassen zoals methaan etc.
België is bv als land best weinig maar per hoofd
per capita veel dan China
BESCHAVING ALS PROJECT
1. Geschiedenis als een reeks van projecten (geen
determineerde ontwikkelingsgang)
De modernisering is meer dan een simpele toestand
Is open voor de levendigheid van de mens e.g. voedsel en technologie
Wat Malthus doet heeft geen zin maar thema rond de draagkracht wel heel
levendig
, 2. Samenhangend geheel van waarden, spelregels, mogelijkheden en situaties, dat zich
in de loop van de tijd ontplooit en over de wereld kan verspreiden
3. Modernisering wordt beschouwd als project met kern: opheffen beperkingen van
menselijk gedrag
4. Modernisering = maken van de moderne wereld (400 jaar)
Modernisering wordt beschouwd als project met kern: opheffen beperkingen
van menselijk gedrag
Project geduwd door rationaliteit en individualisme (wordt door sommige
auteurs vandaag in twijfel getrokken)
Aanloopfase = voorbereiding
1800 = opkomst van de sociologie + SV begint te veranderen
Voltrekkingsfase
2000 -…. = debat hypermoderniteit (evoluties tot in hun max.) vs.
Postmoderniteit (hfdstuk 21)
5. Polysemie van het verleden = onbepaaldheid van de gebeurtenissen
Maakt meerdere interpretaties mogelijk
Voorbeeld: Engeland in de 17e eeuw: opstand tegen onpopulaire vorsten of
burgeroorlog tussen verscheurde elite? Of revolutie van de puriteinen?
14.2 De aanloop tot de moderniteit: aanloopfase
PROCES 1: M ODERNE STAATVORMING ( STAAT )
1. 1648: ERKENNING VAN SOEVEREINITEIT VAN STATEN ( VREDE VAN W ESTFALEN ), EINDE VAN LANGDURIGE CONFLICTEN
E. G. 80- JARIGE OORLOG SPANJE EN VKN
MACHT VAN DE KEIZER INGEPERKT + MACHT VAN ANDERE DELEN VAN ROOMSE RIJK WORDEN ERKEND
SCHEIDING DER MACHTEN , REGULIERE MACHT
2. BLOEITIJD IN 18 E EN 19E EEUW
WERELD IS IN STATEN GEORGANISEERD ; KUNNEN ELKAAR OOK NIET MEER PERMANENT DOMINEREN
INTERACTIE TUSSEN SV’ S; AFSPRAKEN MAKEN IN COMPETITIE EN GROEI
BEHOEFTE VOLK TE LEREN KENNEN EN HUN TE REGULEREN , GROTERE INDRINGENDHEID , BEVOLKING TELLEN,
IDENTITEIT , BELASTINGEN , => CENTRALISATIE
NATIEGEVOEL ; NATIONALE BELANGEN VAN BURGERS VERDEDIGEN SAMENHORIGHEID , WORDT GECREËERD
DOOR BV ONDERWIJS (ZELFDE TAAL ) -> MEEST HETEROGENE GEBIEDEN BEGINNEN ALS EERSTE MET
ONDERWIJS
,