Psychopathologie van kinderen en
adolescenten
Inleiding
Prof. I. Baetens à bereikbaar via discussieplatform (Canvas) en imke.beatens@vub.be
Overzicht colleges
24/09 Hoogbegaafdheid en middelen Livestream
29/09 Inleiding, infantpsychiatrie en ZVG Lesopname
06/10 Stemmingsstoornissen en ticstoornissen Lesopname
13/10 Gedragsstoornissen Lesopname
20/10 ADHD Lesopname
27/10 Angststoornis Lesopname
3/11 Casus voorbereiden en zelfstudie
13/11 Casusles 1 On campus
17/11 Eetstoornissen Lesopname
24/11 Trauma Lesopname
01/12 Suïcidaliteit Lesopname
08/12 ASS Lesopname
18/12 Casusles 2 On campus
Bij vragen, nood aan live les? Q&A-sessie op dinsdag van 16u-17u (afhankelijk vragen op
discussieplatform).
Praktisch
6 ECTS = 160 uur studietijd
• 36 contacturen Hoorcollege
• 124 contacturen Zelfwerk en –studie
Belangrijke basis in de klinische praktijk (cfr ziekteleer)
Leerdoelen
• De student kan het gedrag van kinderen en adolescenten kaderen in een
ontwikkelingspsychopathologisch perspectief.
• De student heeft kennis van en inzicht in de symptomen, de etiologie, de diagnose, de
preventie en de behandelingsmethoden met betrekking tot de verschillende
psychopathologieën bij kinderen en adolescenten.
• De student kan verworven inzichten en kennis toepassen op casusmateriaal
1
, Examen
• Januari à schriftelijk online examen (gesloten boek)
• Reproductie vragen – handboek/slides (/6)
• Inzicht vragen – koppeling tussen hoofdstukken (/6)
• Casusvragen – klinisch beeld herkennen: primaire, secundaire hypothesen, en eventuele
differentiaal diagnose (/8)
à Oefenexamen: zie canvas
+ De casuslessen (on campus) zijn ter voorbereiding van examenvraag 3. Ten laatste indienen 3
dagen voor de les.
Leerstof
• Slides van de lessen op canvas vormen de basis van de leerstof
• Leerboek kinder en jeugdpsychiatrie ondersteunen de slides
o Alle hoofdstukken zijn te kennen, behalve hfst 4 (spraak) en hfst 12 (somatisch-
symptoomstoornis)
o Instrumenten voor diagnostiek zijn achtergrond-informatie
• Verplichte teksten op canvas (bij modules trauma, suïcide, hoogbegaafdheid en middelen)
• Zelfstudie: hoofdstuk leerstoornissen (p.27-38)
2
,Les 1 (24/09): Hoogbegaafdheid en middelen – Prof. Baetens (livestream)
Hoogbegaafdheid
Verplichte tekst:
• Hoogbegaafdheidslezer (Canvas)
Introductie
Hoelang duurt het vooraleer je deze Rubix cube kan oplossen?
à Een week, een maand, …. Of sommigen binnen de 30min?
Wat als je er niet in slaagt?
à Teleurstelling, kwaadheid, … maar vaak slimme kinderen die snel kunnen denken en inzicht
verwerven.
ð Wat is hoogbegaafheid?
= Heel veel heeft te maken met perceptie, vaak stereotypen (vb. rubix cube oplossen)
Prevalentie HB
• 55 000 kinderen in België (Bron: Exentra)
= ± 1 per klas
• 2 à 3% v/d Vlamingen (Bron: Vlaams Parlement, 2018)
• Vaak niet herkend/onderzocht bij jongeren
(http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1423816#:~:text=Het%20gaat%20om%202%20%C3
%A0,3%20procent%20van%20de%20schoolpopulatie.)
Intelligentie: CHC Model (Cattell-Horn-Carrol; Schneider & Mcgrew, 2012)
• Meest invloedrijke en empirisch onderbouwde model i.f.v. structuur intelligentie
• Hiërarchische opbouw: 3 niveaus
o G-factor
o Brede cognitieve vaardigheden (10) (vb.
vloeiende intelligence, kwantitatieve
intelligentie, schoolvorderingen, …)
o Nauwe cognitieve vaardigheden
• Te gebruiken voor normale als klinische populatie
• Model onderliggend WISC-V
à Bij hoofdbegaafdheid denken we aan intelligentie.
3
, Wat is hoogbegaafdheid? IQ-score
= Hoofbegaafdheid is verschillend van hoge intelligentie (≠)
= HB vanaf IQ 130: 10% op de gauscurve
Maar IQ-score is arbitrair (momentopname)!
= Niet louter sterke intelligentie of sterk cognitief functioneren, maar ook:
• Sensitiviteit (voor bepaalde prikkels, omgeving)
• Intensiviteit (gevoelig aan geluid, geuren)
• Complex denken (uitdaging voor hen)
• Uitstekend geheugen
• Brede interesse
• Creativiteit
• Doorzettingsvermogen
à Omschrijving van persoon die op hoog niveau functioneert
Subtypes van hoogbegaafdheid (Betts & Neihart, 1988, Houkema, 2017)
1. Succesvolle hoogbegaafde individuen hebben zich aangepast aan (de verwachtingen
van) het systeem en hun omgeving. Voor deze groep is het voldoende om ‘goed genoeg’ te
presteren, zolang de omgeving tevreden is.
2. Autonome hoogbegaafde individuen daarentegen zijn intrinsiek gemotiveerd en streven
naar meesterschap (streven naar beste). Ze zijn onafhankelijk, stellen doelen, zoeken
uitdaging en zijn gericht op leren en persoonlijke groei.
3. De uitdagende groep omvat divergente denkers en creatieve individuen. Deze groep kan
door de omgeving als uitdagend of storend ervaren worden doordat ze vaker in discussie
gaan, de regels uitdagen, gebruikmaken van sarcasme… De persoon zelf voelt zich vaak niet
begrepen door de omgeving en ligt niet altijd goed in de groep. Dit kan een negatieve impact
hebben op zijn/haar zelfbeeld.
4. Een deel van de hoogbegaafde individuen zal er alles aan doen om bij de groep/gemeenschap
te horen. Deze onderduikende groep ontkent of verbergt het hoogbegaafd zijn om niet op
te vallen, waardoor het moeilijk is deze groep te herkennen als hoogbegaafd. Dit
conformistisch gedrag kan gepaard gaan met gevoelens van onzekerheid of angst.
4