BURGERLIJK RECHT
I. Inleiding tot het recht
1. Het begrip recht
Het (objectieve) recht is:
- Een geheel van algemeen geldende normatieve regelen
- Opgelegd of ontvangen en bekrachtigd door de staat
- Waarvan de naleving afdwingbaar is
- En die de ordening van het maatschappelijke leven beogen
2. Aanvullend of dwingend recht
Dwingend recht mag je niet van afwijken, aanvullend recht wel.
*Huurwetgeving:
Eigenaar verplicht om elk jaar grondbelasting (OV: onroerende voorheffing) te betalen
OV -> dwingend recht geworden, moet altijd door de eigenaar betaald worden, nooit meer door de
huurder. Wanneer er in contract staat dat ov moet betaald worden door huurder moet je het niet
betalen aangezien het dwingend recht is. Mocht het aanvullend recht zijn wel.
/niet van toepassing bij handelshuur/
1. Indeling van het recht
1.1 Publiekrecht - privaatrecht
-Privaatrecht: overeenkomst tussen 2 burgers, voor private belangen (aanvullend recht)
-Publiekrecht: algemeen belang, publiek/openbaar belang overheid, de staat beslist (meestal
dwingend karakter)
->privaat belang moet wijken voor publieksbelang
1. Grondwettelijk/constitutioneel recht
Grondwet: Staatsstructuur, grondrecht
2. Administratief recht
Recht rond uitvoerende macht bv. onteigeningen, milieuwetgeving, ambtenaren
3. (Materiële) strafrecht
Misdrijf = tegen de wet
-> overtreding = politierechtbank
1 tot 7 dagen, €1-25
-> wanbedrijf = correctionele rechtbank
Minsten 8 dagen tot 40 jaar, €26
-> misdaad = Hof van assisen
5 tot 40 jaar, €26
°Boetes vermenigvuldigen met 8
4. Fiscaal recht
Belastingen, overheid t.o.v. burger
1.2 Supranationaal recht
= grensoverschrijdend recht
1
, 2. Bronnen van het recht
2.1 Internationale verdragen
Supranationale regels (o.a. Europese Unie Wetgeving) hebben altijd voorrang op de Belgische wet
Belangrijkste internationale wetgeving is afkomstig vanuit de E.U.:
- Europese verordening: wordt vandaag beslist in Europees parlement en is direct van
toepassing in alle landen van de E.U
- Europese richtlijn: Europa stelt doelstellingen op, land mag zelf kiezen op welke manier ze
deze willen bereiken. Komt veel voor ivm milieu. Als men de doelstelling niet/te laat haalt
moet men een boete betalen
- Europese besluit: Een Europese wet enkel tov een bepaald land, bv Hongarije: geen
vluchtelingen welkom terwijl Europa vraagt vluchtelingen op te vangen.
De grondwet
Regelt de inrichting van de machten binnen de staat en waarborgt de fundamentele rechten en
vrijheden van de burgers
De wet
Samengesteld door het parlement, wetgevende macht
Decreten en ordonnanties
-Decreten: regionaal niveau; Vlaams Parlement, Parlement van de Franse Gemeenschap, Parlement
van het Waalse Gewest en Parlement van de Duitse Gemeenschap, goedgekeurd bij meerderheid
-Ordonnanties: Brussels Hoofdstedelijk Parlement, goedgekeurd bij meerderheid
Koninklijke besluiten
Uitvoerende macht, ondergeschikt aan de wet = kan een wet niet wijzigen of opheffen
Ministeriële besluiten
Verdere detaillering van koninklijk besluit uitgewerkte regels,
ondergeschikt aan wetten en koninklijke besluiten
2.2 Rechtspraak
Het geheel van de uitspraken van de verschillende rechtscolleges
Uitspraak geen algemene gelding MAAR constante of gevestigde rechtspraak groot feitelijk gezag
> Gelijkaardige casus door een reeks uitspraken op gelijkaardige manier opgelost
2.3 De rechtsleer
Geheel van standpunten van de rechtsgeleerden. Wetenschap van het recht
2.4 De gewoonte
Het gewoonterecht bestaat uit de normen ontsproten uit een lang en eenvormig gebruik door de
gemeenschap nageleefd met rechtsovertuiging, zonder dat zij hun neerslag vinden in een of andere
geschreven rechtsregel
2
, 2.5 Algemene rechtsbeginselen
Formele bron van recht die een rechtsregel vormt welke niet in geschreven teksten neergelegd is,
maar die een beginsel uitmaakt die samen met de andere algemene rechtsbeginselen het moreel en
institutioneel geraamte vormen waarop de maatschappelijke organisatie berust
3. Structuren en instellingen
3.1 Parlementaire democratie
Iedereen mag stemmen. Winnen en verliezen
<->
Dictatuur
Alle macht bij één of meerdere personen
Representatieve democratie:
Via volk-vertegenwoordigers, wij kiezen vertegenwoordigers, stemplicht
<->
Directe democratie: Volk heeft direct inspraak bv Zwitserland homohuwelijk -> referendum ->
stemmen
3.2 Scheiding van machten
Wetgevende macht (parlement): wetgeving
Uitvoerende macht (regering): voert wetten uit
Rechterlijke macht: toets naleving van wetgeving
Pers, media: vierde macht die niet in de grondwet staat,
maar veel belangrijker/gevaarlijker is
3.3 Rechtsstaat
Onze staat = rechtsstaat
Macht beperkt door het recht op 2 manieren:
- Verdeling van macht (scheiding der machten)
- Toekennen van fundamentele rechten en vrijheden aan burgers
3.4 Erfelijke constitutionele monarchie
Erfelijke: dezelfde familie
Constitutionele: gebaseerd op de grondwet
Monarch: koning, geen presidentschap
3.5 Federale staat
België vroeger eenheidsstaat, veranderd naar federale staat
Complexe structuur op drie niveaus
Hoogste niveau: federale overheid, gemeenschappen en gewesten
Middelste niveau: provincies
Laagste niveau: gemeenten
3