Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting FORMULEBLAD ONDERZOEKSPRACTICUM 1 JAAR 1 PW Universiteit Leiden €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting FORMULEBLAD ONDERZOEKSPRACTICUM 1 JAAR 1 PW Universiteit Leiden

2 revues
 125 vues  16 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Hi! Hierbij mijn zelfgemaakte formuleblad + alle echt belangrijke dingen die je moet weten voor het tentamen onderzoekspracticum1. Ik het dit formuleblad gemaakt naar aanleiding van mijn zelfgemaakte samenvatting. De samenvatting staat ook op stuvia, maar die is erg uitgebreid. Dit formuleblad i...

[Montrer plus]

Aperçu 2 sur 9  pages

  • Non
  • Alles wat je moet weten voor jaar 1
  • 28 mai 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: maartjebrinks • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: sterreschrijvers • 1 année de cela

avatar-seller
Formuleblad/belangrijke dingen
variabelen/frequentietabel
Categorische variabelen zijn meer een soort labels. Je kunt er getallen aan toekennen om ze te
‘’labelen’’, maar dat kunnen net zo goed andere getallen zijn.
Numerieke variabelen representeren de getallen echt zoals wij die kennen waardoor je ermee kan
rekenen.

Niveau Vaste Gelijke Absoluut Voorbeeld
volgorde afstanden nulpunt
Nominaal - - - Geslacht/identificatienummer
Ordinaal + - - Opleidingsniveau
Interval + + - Temperatuur
Ratio + + + Aantal kinderen in een klas


Frequentietabel = een frequentieverdeling in een tabel, vaak gebruikt voor categorische variabelen.
 Absolute frequentie = het aantal malen dat een score voorkomt
 Percentage = absolute frequentie gedeeld door het aantal individuen x 100
(deel:geheelx100)
 Valide percentage = absolute frequentie: (totaal aantal individuen – missings) x 100
 Cumulatieve frequentie = de som van de frequentie van een scorewaarde zelf en de
frequenties van alle lagere klassen.
 Cumulatief percentage = som van het percentage van de scorewaarde en het percentage van
alle lagere klassen. Je moet altijd eindigen met 100.
 Proportie = een getal dat de verhouding aangeeft tussen het aantal elementen uit een
populatie met een bepaalde eigenschap en het totale aantal elementen uit de populatie
(deel:geheel). Het percentage is de proportie x 100.

grafieken/boxplot
grafieken voor categorische variabelen:
 staafdiagram (houdt ruimte tussen de staven!)
 cirkel/taartdiagram
grafieken voor numerieke variabelen:
 stemplot
 histogram (staven tegen elkaar aan!)

Boxplot
 mogelijke outliner als het meer dan 1.5 x IQR
boven het derde kwartiel of onder het eerste
kwartiel valt.

centrale tendentie
Centrale tendentie weer = centrale tendentie maten geven een samenvatting van groepsgegevens.
Het betekent strekking/neiging. Ze kijken waar het centrum/midden ligt van de verdeling.
Er zijn 3 centrummaten.

 De mediaan (M): op volgorde het middelste getal van een verdeling of het gemiddelde
van de middelste twee getallen. M = (n+1)/2. Dit geeft aan
waar de mediaan staat (welk getal), niet de mediaan zelf.
 Het gemiddelde: alle waardes bij elkaar optellen: het totaal
aantal waarden (n).

,  Modus: de waarden/klassen met de hoogste frequenties. trimodaal = een verdeling met
3 modussen. bimodaal = een verdeling met 2 modussen. unimodaal = verdeling met 1
modus

Resistente/robuuste centrummaten = centrummaten die ongevoelig zijn voor externe
waarnemingen (modus en mediaan)

Niet robuust = wel gevoelig voor externe waarnemingen (gemiddelde, standaarddeviatie)

spreidingsbreedte = spreiding van een variabele (kleinste en grootste waarde).
 Standaarddeviatie: (grofweg) gemiddelde afwijking t.o.v. gemiddelde
 Variantie: standaarddeviatie in kwadraat.
 Interkwartielafstand (IQR) = Q3-Q1


the five-number summary = minimum, Q1, M, Q3 en maximum

variantie (S2) = de mate waarin de waarden onderling verschillen.
Kan je aangeven door:
1. De range: het verschil tussen het hoogste en
laagste getal (minimum en maximum).
2. Het gemiddelde: de variantie kan je aangeven door te kijken hoe dichtbij of ver weg
alle scores van het gemiddelde afliggen (spreiding). Hoe dichter alle scores bij het
gemiddelde liggen, hoe kleiner de variantie.
 Hiervoor bereken je de deviatie score = elke score – het gemiddelde. Als de uitkomst
positief is betekent het dat dit getal boven het gemiddelde ligt, negatief is eronder.
 Hierna reken je de ‘deviation score squared’ uit, door alle losse deviaties bij elkaar op te
tellen.
 Tel vervolgens alle losse deviation score squared bij elkaar op = the total some of
squares. Hoe meer participanten je hebt, hoe hoger dit getal zou zijn. Je wilt voorkomen
dat je variantie afhangt van je aantal participanten, daarom doe je nog een laatste stap:
 Deel deze uitkomst door het totale aantal participanten – 1. Dit is dan de totale
variantie = de totale variabiliteit in een onderzoeksdataset.
 variantie = standaarddeviatie in het kwadraat.

totale variantie = systematische variantie + foute variantie.

dichtheid = de relatieve frequentie : de klassenbreedte
density curve/dichtheidscurve is een soort grafiek waarmee het algemene
patroon van een verdeling wordt aangegeven.’



68-95-99,7 regel = de empirische regel

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Rw1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  16x  vendu
  • (2)
  Ajouter