Stad en diversiteit
Inhoudstafel
Deel 1: diversiteit in de stad: realiteiten en perspectieven
1) Stedelijke diversiteit vandaag
1. Stedelijke diversiteit?
2. Segregatie
3. Samenleven in wereld van ‘vreemden’
4. Aankomstwijken
2) Stedelijke diversiteit historisch bekeken
1. Geen nieuw fenomeen
2. Vormen en types
Types van migratie
Oorzaken van migratie
Vormen van integratie
3. Migratie naar de stad: lange termijn evoluties
Migratie in Europa: 20ste eeuw
Naar een duale stad?
4. Integratie in de stad: lange termijn evoluties
Ontwikkelingen ancien régime
Naar de industriële stad
Integratie in de 20ste-eeuwse stad
5. Belang van politieke en juridische context
3) Perspectieven op stedelijke diversiteit
1. Introductie
2. 9 perspectieven op diversiteit
Neo-assimilatie
Multiculturalisme
Liberaal egalitarisme
Diversiteitsparadigma
Superdiversiteit
Interculturalisme
Intersectionaliteit
Anti racisme
Postkoloniaal perspectief
3. Toepassingen
4) Religie en/in de post-seculiere stad
1. Inleiding
Discussie
2. Historische benadering
3. Stad, religie en moderniteit?
Middeleeuwse en vroegmoderne stad
4. Religie versus moderniteit in de hedendaagse stad
De ongelovige stad in de 19e en 20ste eeuw
De ‘gelovige stad’
De post-seculiere stad
5. Culturalisering religie
Kenmerken van het post-seculiere
5) Diversiteit vanuit filosofisch perspectief
1. Inleiding
2. Theoretische posities: egalitair-liberalisme
Difference blind – hands-off
Difference sesitive – multiculturalism
3. Illustraties: arbeidsmarkt
Overheid
Private ondernemingen
Tendensonderneming
4. Discussie
6) Diversiteit ervaren en observeren
Deel 2: thema’s in de stedelijke diversiteit
1) De meerstemmige stad: dialogeren in diversiteit
1. Meertalige stedelijkheid
2. Brussel in context
3. Feitelijke meertaligheid
Bevolkingssamenstelling
Thuistalen in Brussel
Quid, de Brusselse taalsituatie?
4. Meerstemmigheid
5. Conclusies
1
, 2) Eerstelijnsgezondheid binnen een grootstedelijke context
1. Inleiding
2. Nabespreking
3) Stedelijke mobiliteit, duurzaamheid en burgerwetenschap
1. Het mobiliteitsprobleem
2. Het recht om de stad binnen te rijden
3. Mensen betrekken bij mobiliteit
4) Discriminatie op stedelijke woon- en arbeidsmarkt
1. Wat is discriminatie (niet)?
2. Discriminatie op de woning- en arbeidsmarkt
3. Hoe kunnen we discriminatie verklaren?
Sociale identiteitstheorie
Sociaalpsychologische theorieën
Implicit attitudes studies
4. Hoe kunnen we discriminatie tegengaan?
5) Stedelijke diversiteit en inburgeringsbeleid
1. Waarom stedelijk diversiteitsbeleid
2. Evoluties in stedelijk diversiteitsbeleid in Europa
Case: stedelijk diversiteitsbeleid in Antwerpen
Case: stedelijk diversiteitsbeleid in Londen
3. Inburgering in België
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Duitse gemeenschap
4. Relatie inburgering, integratie en fundamentele rechten
6) Onderwijs in een gekleurde samenleving
1. Ongelijkheid
2. Segregatie
3. Stereotypen
4. Vooroordelen
5. Lage verwachtingen
6. Discriminatie
7. Racisme
8. Aanpak
Bijlagen
1) Les 2: Waarom mensen in de stad willen wonen
2) Les 3: Omgaan met etnisch-culturele diversiteit in het middenveld
3) Les 4: Secularisatie
4) Les 5: Religie op het werk
5) Les 7: Taalgebruik in Brussel en de plaats van het Nederlands
Deel 1
1. Stedelijke diversiteit vandaag
1.1 Stedelijke diversiteit?
o Reportage VPRO: negatieve reactie op vreemdelingen, bedreigen van eigen cultuur,
frustraties over verandering, wij-zij denken
– Racisme en xenofobie
o Rotterdam: diversiteit als toekomst, werkt verrijkend, instituten weerspiegelen de
diversiteit niet
– Demografie kantelt
o Bart de Wever: identiteit is positief, gemeenschappelijke noemer nodig, cultuur en taal
gemeenschappelijk, diversiteit bestaat gewoon, homoseksualiteit, dierenwelzijn
– Schrik dat nieuwe groepen negatieve invloed kunnen hebben
– Diversiteit is positief als het gemanaged kan worden
2
,o Els Keytsman (UNIA): verschil ideologie en haat aanwakkeren, vrije meningsuiting,
neutraler taalgebruik, racismewetgeving overtreden
– Slechte omgang met diversiteit leidt tot racisme en discriminatie
1.2 Segregatie
o Bart de Wever: gevaarlijk als mensen gesegregeerd zijn
o “De mate waarin twee of meerdere groepen apart van elkaar leven, in verschillende delen
van de stedelijke omgeving.”
o Mensen zijn niet toevallig gespreid over de stad
– Inkomsten vanuit arbeidsmarkt, waar al ongelijkheid bestaat (kapitalisme)
– Woonlocatie bepaald door vermogen en inkomen
Rijkste mensen kiezen de beste plekken, armsten waar niemand wil wonen
– Woningmarkt reflecteert ongelijkheid van arbeidsmarkt
o Gevolg van hoe steden zich sociaal-ruimtelijk organiseren bij groei
o Chicago: migratie voor werkgelegenheid
– Melting pot = migratie van over hele land en wereld
– Segregatie = normaal organisatiekenmerk
Groei van stad → sociaalruimtelijke differentiatie
Leeftijdsgroepen, sociaal-economisch, (etnisch-)cultureel
– Dynamisch gegeven: ‘zone in/of transition’
Toegangspoort en transitiefunctie
Sociale mobiliteit vertaalt zich in ruimtelijke mobiliteit
– Schema: midden = zakencentrum, daarrond = transitiezone
Groei: kern wordt groter → tussenzone onder druk van uitdijende economische
kern
o Verhuisbeweging:
– Links (autochtonen): grootste beweging = mensen die stad verlaten, meer naar
stadsrand
– Rechts (allochtonen): grote beweging van buiten België naar de binnenstad maar ook
van stad naar stadsrand
1.3 Samenleven in wereld van ‘vreemden’
o Robert E. Park: segregatie is goed samenleven met vreemden
– Plaats in stad waar we ons thuis voelen (studenten, turken, …)
– Al die wijken liggen wel naast elkaar → leven is gescheiden
3
, Je kan wel naar andere wijken gaan → van elk milieu eens proeven
Fascinerend maar gevaarlijk: zich niet volledig thuis voelen
– Segregatie = manier van integratie
o Simmel: mensen in steden leren hoe ze met vreemden moeten omgaan
– Metropolitane persoonlijkheid
– Stimuli van mensen die je eigenlijk niet kent → onmogelijk om iedereen te leren
kennen
Manier nodig om daarmee om te gaan
– Beschermende reactie: afstand creëren, niet emotioneel betrokken voelen
– Stadsbewoner = blasé, onverschillig, minder sociaal, koel, …
o Sociale afstand in fysieke nabijheid: respecteren van autonomie
– Tram: dicht bij elkaar maar niet oog in oog, gsm gebruiken, rug draaien, …
Mag niet onbeleefd worden
– Civil inattention: gewoon knikken naar buren maar wel erkennen dat ze er zijn
Net genoeg aandacht om die niet compleet te negeren
Smartphone speelt ook rol: niet beschikbaar voor gesprek
o Convivialiteit: “het samenleven en de interactie die multiculturaliteit een gewoon kenmerk
van het sociale leven maakte.”
– Multiculturaliteit valt niet meer op
– Voorbeeld: man die snel begrijpt dat vrouw geen Nederlands praat en tolk belt
– Wijken in Berchem met fout Nederlands op de winkelramen
– Kritiek:
Niet alles is gewoon koek en ei
Tolerantie verandert niet door ontmoeting
Conflict vermijden en ongelijkheid negeren door oppervlakkigheid
o Angst voor etnische concentratiebuurten → bedreiging voor cultuur
o Pleidooi voor sociale mix: aantrekken middenklassegezinnen
o Angst voor segregatie vanaf jaren ’80
– Witte stadsvlucht: vorm van zelfsegregatie
– Plaatsen die vrijkomen worden ingenomen door nieuwkomers met lager inkomen
– Achterblijvers: laaggeschoold, kansarm, stedelijke onderklasse, voelen zich in de steek
gelaten
o Groot verschil V.S. en Europa: ongelijkheid ligt lager in Europa, minder segregatie
– Nauwelijks getto’s in Europa
– In V.S. dominant zwart, in Europa heterogeen
o Homofilie: mensen gaan vrienden worden met mensen zoals zichzelf (soort zoekt soort)
– Fysieke nabijheid vormt niet per se sociale relaties
– Mensen kiezen niet per se netwerken in directe omgeving maar bij gelijken
– Hoe gemengder de bevolking, hoe groter de kans op conflict
1.4 Aankomstwijken
o I.p.v. middenklasse aan te trekken van buitenaf, meer ‘interne’ middenklasse willen
creëren
o Wijken uitgerust voor sociale mobiliteit: sociale netwerken, taalklassen, sociale
huisvesting, goedkope winkels, …
o Etnische enclave:
– Immigrant enclave traject: ruimtelijke concentratie van etnische groepen biedt kansen
tot ondernemerschap gericht op eigen etnische groep
– Gesegmenteerd arbeidsmarktraject: laaggeschoolde migrant compenseert slechte
arbeidsmarktpositie en status door vast te houden aan eigen etnische identiteit (als
bron van trots en aanvaarding door groep)
– Bepaalde groep die sterk aanwezig is: voorbeeld Brugsepoort
– Mensen met migratieachtergrond voeren geen hooggeschoolde jobs uit
4