Geriatrie en klinische gerontologie: Les 1
Gerontologie is de studie van het normale verouderingsproces (zonder dat er ziekten bij te pas komen)
en geriatrie is de leer van de ziekten die bij geriatrische patiënten gaan optreden. Geriatrie is dus altijd
patiëntgerelateerd. Beide begrippen lopen erg in elkaar want vanaf een zekere leeftijd zal men meer
klinische problemen ondervinden (bv. spieratrofie, sarcopenie, meer risico op infecties), dat is normaal.
In het jaar 1991 had men een hogere leeftijd voor vrouwen dan voor mannen. Beide zijn gaan stijgen
en er is een tendens waarbij mannen dat verschil met de vrouwen proberen te beperken en dus inlopen.
Dat verschil zal nooit verdwenen zijn, zoals men kan zien op de voorspellingen naar de toekomst toe.
Op dit moment is de levensverwachting voor de vrouwen ongeveer 85 jaar en voor de mannen ongeveer
80 jaar. De verwachting is dus dat beide levensverwachtingen zullen stijgen en dat komt deels doordat
men zich meer bewust is van de problematiek en dus meer preventiemaatregelen voorziet. Het is niet
mogelijk om de levensverwachting te doen stijgen, als men voordien, op jongere leeftijd, al erg ziek is.
Preventie van ouderdomspathologieën is dus van groot belang (door bv. beweging en fysieke activiteit).
Mensen die sedentair zijn en stilzitten, doen het bijvoorbeeld veel slechter. Voorbeeld examenvraag:
geef een algemene samenvatting van de preventieve mogelijkheden om op hogere leeftijd beter te
functioneren en medische problematiek te vermijden.
Hierboven ziet men twee handboeken die medisch gericht zijn en toch toegankelijk zijn. Op de Merck
Manual ziet men bijvoorbeeld het onderwerp geriatrie staan, dat voor ons van belang kan zijn. Rechts
ziet men een rapport staan van de wereldgezondheidsorganisatie. Dit is geen verplichte literatuur.
1
,1. Inhoud
- Geriatrische patiënt
- Voedingsproblemen
- Vallen, osteoporose, fracturen, OA
- Doorligwonden, huidziekten
- Infecties, incontinentie
- Cardiovasculaire ziekten
- Bindweefseldegeneratie
- Kanker (1/3 van de mensen wordt geconfronteerd met kanker doorheen het leven)
- Diabetes mellitus
- Frailty of kwetsbaarheid
2. Geriatrische patiënt (G-dienst: zorgprogramma geriatrische patiënt: Belgisch staatsblad 2007)
Hierboven ziet men de beschrijving van de geriatrische patiënt. De gemiddelde leeftijd is ouder dan 75
jaar, maar soms is er ook iemand van in de 50 doordat die karakteristieken heeft van de geriatrische
patiënten. Homeostase is het vermogen om het lichaam in evenwicht te houden (basistemperatuur van
ongeveer 37°C, hongergevoel, etc.). Actieve polypathologie wilt zeggen dat het actief moet zijn en dat
er meerdere ziekten of aandoeningen aanwezig zijn. Als men vroeger tuberculose heeft gehad, maar
als die nu niet meer actief is, dan is dat geen deel van die actieve polypathologie. Farmacokinetica is
de manier waarop het lichaam omgaat met geneesmiddelen. Die inactiviteit en bedlegerigheid duurt bij
oudere mensen langer dan bij jongeren: ouderen moeten na een pneumonie vaak 3 weken recupereren
en jongeren bv. maar 5 dagen.
2
,3. Fragiliteit en beperkte homeostase
Op de x-as ziet men de leeftijd en op de y-as het gemiddelde resterend prestatievermogen, uitgedrukt
in procent. Op een bepaald moment bereikt men het maximum qua prestatie en dat kan op verschillende
leeftijden zijn. Die laatste piek gebeurt vaak rond 30 jaar. Als kind wordt men geboren met een lage
capaciteit en men gaat dat gedurende de eerste levensjaren opbouwen. De hartindex bv. zal op een
bepaalde leeftijd optimaal zijn, maar dat wilt niet zeggen dat je daarna hartfalen ontwikkelt. Sommige
dingen gaan vlug naar beneden, andere trager en soms blijft het ook steken op een bepaald percentage.
Veel functies beginnen te dalen vanaf de leeftijd van 30 jaar.
De oranje cirkel zijn allemaal dingen die boven de 70 jaar dalen en rond de 50% liggen waardoor ze in
de afhankelijkheidsdrempel terechtkomen. Op dat moment zal men niet meer autonoom en zelfstandig
kunnen functioneren en ze zullen afhankelijk worden van hulp voor hun dagelijkse leven. Het doel is om
de mensen boven die drempel te houden of ze eventueel te verbeteren, als ze eronder zitten. Als men
ziek wordt, dan worden die functies naar beneden gedrukt. Op dat moment riskeert men dan ook om
onder die afhankelijkheidsdrempel terecht te komen.
3
, 4. Normal vs. pathologic ageing (lezen: https://www.who.int/ageing/publications/active_ageing/en/)
Men ziet drie groepen weergegeven: vroeg in het leven, het volwassen leven en de oudere leeftijd.
Vroeg in het leven krijgt men de nood om groei en ontwikkeling te stimuleren en dat maakt dus dat de
blauwe lijn gerealiseerd wordt. Als men dat niet doet, dan kan men terechtkomen op de oranje lijn en
zal men een lagere functie hebben. Met de blauwe lijn daarentegen kan men boven de afhankelijkheids-
drempel blijven.
Vroeg in het leven moet men groei en ontwikkeling stimuleren: kinderen aanleren hoe men tanden moet
poetsen, skelet ondersteunen door voldoende calcium in te nemen en door voldoende fysieke activiteit
te doen. Door die dingen te doen, kan men van de oranje naar de blauwe lijn geraken. Als volwassene
moet men die dingen nog steeds blijven doen en moet men bv. ook proberen om nooit te beginnen met
roken (en daar anders mee te proberen stoppen). Ook op oudere leeftijd moet men al die dingen verder-
zetten. De pijlen aan de rechterkant tonen de spanning aan tussen hoe het slecht kan gaan, en hoe het
optimaal is. Het doel is om de spanning tussen die twee in stand te houden en mensen van de oranje
naar de blauwe lijn te krijgen.
5. Fragiliteit en beperkte homeostase
- Sarcopenie
- Verminderde lean body mass
- Verminderde nierfunctie
- Verminderde leverfunctie
- Verstoord endocrien stelsel
4