Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
(verkorte) Samenvatting van alle belangrijke stof uit de colleges (neuropsychologie van de veroudering) €5,29   Ajouter au panier

Resume

(verkorte) Samenvatting van alle belangrijke stof uit de colleges (neuropsychologie van de veroudering)

1 vérifier
 73 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Alles wordt behandeld in de samenvatting. Hij is heel duidelijk en overzichtelijk en in goed te begrijpen taal geschreven.

Aperçu 4 sur 37  pages

  • 26 mai 2021
  • 37
  • 2020/2021
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: eline_verweij • 2 année de cela

Traduit par Google

Nice a NL summary! Well organized, but a lot of info from the slides is missing

avatar-seller
Tentamen Neuropsychologie van de veroudering

College 1 – waarom veroudering?

Niet waar: oudere mensen zijn niet gelukkig, de meeste oudere mensen krijgen dementie, met
het ouder worden zullen alle cognitieve functies afnemen..

Waarom belangrijk om naar veroudering te kijken?
a) Wetenschappelijke redenen:
1. Een compleet beeld krijgen van de ontwikkeling:
2. Tweetrapsmodel van het leven: fysieke/psychologische functies blijven groeien
maar dit stopt bij de volwassenheid, gevold door een geleidelijke (voorspelbare)
achteruitgang (veroudering)
3. Life span perspectief: veranderingen tussen geboorte – dood = ontwikkeling gaat
het hele leven door. Dit is relevant voor het bestuderen van de veroudering. Een
verouderingsziekte is meer een levensfase dan een ziekte. Veranderingen zijn niet
voorspelbaar en betekent ook niet noodzakelijkerwijs achteruitgang
b) Praktische redenen:
1. Sterke toename van ouderen: toename van ziekte  meer vraag naar zorg  dus
kunnen we het beter voorkomen (preventie)
2. Ouderen zijn de rijkste  en met rijkdom komt invloed (ouderen zijn belangrijk)
3. Dementie is een van de duurste ziekten van ouderen ter wereld omdat een groot
deel van de mensen met dementie veel zorg en ondersteuning nodig heeft

Soorten leeftijd:
- Chronologische leeftijd: leeftijd van geboorte jaar (1999)
- Biologische leeftijd: leeftijd in verhouding tot hoelang iemand denkt te leven
(bloeddruk bijvoorbeeld)
- Functionele leeftijd: competenties in het uitvoeren van specifieke taken in
vergelijking tot mensen met dezelfde chronologische leeftijd
- Psychologische leeftijd: hoe goed kan iemand zich aanpassen aan veranderende
omstandigheden
- Sociale leeftijd: opvattingen over hoe iemand met een bepaalde chronologische
leeftijd zich zou moeten gedragen

Vergrijzing:
- Uitzonderlijk snelle toename van het aantal ouderen door hoge geboortecijfers in het
begin en midden van 20e eeuw en betere gezondheidszorg  mensen worden ouder.
- In 2024: bevolking boven de 60 zal groter zijn dan alle andere leeftijdsgroepen (in de
meer ontwikkelde regio’s)

Gevolgen van vergrijzing:
1. Afhankelijkheidsratio: aantal kids onder 15 en boven 65 (afhankelijk) / 15-64 jaar
(werkend)
a. Hogere ratio: meer afhankelijke personen in vergelijking tot werkende
mensen  meer economische druk op werkende groep
b. Ratio zal toenemen in meer ontwikkelde landen
2. Old age support ratio: werkende / < 65 jarige = mensen die kunnen zorgen voor
iemand die gepensioneerd is
a. In 2013: 4 personen voor 1 ouderen  dit (ratio) zal nog veel minder worden

1

,Theorieën van de veroudering
1. Biologische theorieën van de veroudering
- Geprogrammeerd theorieën (genetisch):
o Tijdkloktheorie: cellen kunnen maar een paar keer delen
o Immuunsysteem: werkt maar voor bepaalde tijd efficiënt
o Evolutie: we zijn geprogrammeerd om nakomelingen te produceren, zodra dit
gelukt is, worden we vatbaarder voor ziektes
- Stochastische theorieën (veroudering = gevolg van schade aan het lichaam):
o Fouten op cellulaire niveau:  productie van defecte moleculen
o Slijtage theorie: schade aan het lichaam zal toenemen door de tijd heen
o Stress theorie: lichaam loopt schade op door langdurige stress

2. Psychologische theorieën van de veroudering:
- Selectieve optimalisatie met compensatie (SOC): Tijdens de ontwikkeling krijgen
en verliezen we capaciteiten. Bij oudere overstijgen de verliezende capaciteiten.
o Pas je aan om goed te blijven functioneren, selecteer domeinen waar een hoog
niveau van functioneren kan worden gehandhaafd, compenseer met nieuwe
strategieën waar verliezen optreden

3. Ecologische model van veroudering: interactie tussen een persoon en omgeving 
adaptie. Aanpassing is vereist zodat competentieniveau overeenkomt met de eisen van
de omgeving. Als je achteruitgaat  kies iets uit wat je aankan

4. Socio-emotionele selectiviteitstheorie: nastreven van kennis wordt  nastreven van
emotionele bevrediging. Cognitieve bronnen (bijv. aandacht) worden gebruikt voor
kwaliteit van leven en stemming in plaats van voor het verwerven van kennis.

Succesvol ouder worden: van alle mensen in Nederland zijn de 65-75 jarige het meest blij
en content.
- Depressie: omgekeerde U relatie  minder depressie op latere leeftijd
- Welzijn: U relatie  meer subjectief welzijn op latere leeftijd

Tevredenheid paradox: subjectieve gezondheid is meer positief dan objectieve gezondheid.
 dus ze zijn beperkt maar ervaren dit minder erg dan het zo is.

Cognitieve veroudering:
1. Assumptie dat iedereen af zal nemen in cognitief vermogen (tweetraps model)
a. Uit een studie bleek dat iedereen na zijn 30e cognitief zal afnemen  maar
later zal blijken dat dit een over simplificatie is
2. Life span perspectief: leeftijd gerelateerde veranderingen zijn meer een levensfase
dan een ziekte. Bijvoorbeeld:
a. Veranderingen in vloeiende en gekristalliseerde intelligentie
b. Cognitieve plasticiteit en cognitieve reserve

Veroudering zal niet altijd leiden tot cognitieve achteruitgang. Uit een studie bleken 4
patronen van veroudering:
1. Succesvol ouder worden: behoud cognitieve functies/bescheiden achteruitgang
- 10% van de oudere volwassenen
- Andere studie 6% van de oudere

2

, - Vaak oudere zonder aandoeningen of medicatie die cognitie beïnvloeden, dit laat zien
dat succesvol ouder worden best wel mogelijk is.

2. Normale veroudering: algemeen bescheiden achteruitgang
- Rond 70% van de oudere volwassenen. Achteruitgang in informatieverwerking, EF,
geheugen, terughalen informatie bijvoorbeeld. Maar hoe weten we dat dit normale
veroudering is?  onderzoeksopzet:
o Vergelijken personen op verschillende leeftijden (longitudinaal)
 Geen cohort effect maar bevindingen zijn misschien niet te
generaliseren naar een ander cohort. Daarnaast test-hertest effect en
selectief uitval van participanten.
o Vergelijken verschillende personen die verschillen in leeftijd, maar verder
zoveel mogelijk gelijkenissen vertonen (cross-sectioneel)
 Maar cohort effect: misschien verschillen mensen wel door
verschillend cohort (andere levenservaring)

3. Milde cognitieve stoornis (MCI): Abnormale cognitieve achteruitgang
4. Dementie: duidelijke achteruitgang

College 2 – normale cognitieve veroudering: geheugen

Verslechtering van het geheugen is geassocieerd met veroudering, maar niet iedereen die
ouder wordt heeft een slechter geheugen. Er zijn verschillende effecten op verschillende typen
en fases van geheugen.

Korte termijn opslag: primaire geheugen
- Cijferreeks vooruit bijvoorbeeld.
- Werkgeheugen: cijferreeks achteruit, leesreeksen
o Groter effect van leeftijd dan op korte termijn geheugen

Lange termijn opslag:
- Declaratief geheugen: bewust terughalen herinneringen
o Episodisch geheugen: persoonlijke/betekenisvolle gebeurtenissen
o Semantisch geheugen: feiten, kennis
- Procedureel/niet declaratief: onbewuste skills en automatisch handelen
o Priming: grotere kans dat je een woord gebruikt die je eerder gehoord hebt
o Conditionering: dingen aanleren onbewust
o Skills leren: weten hoe je een fiets moet fietsen

Prospectief geheugen = het herinneren van dingen die je moet doen (doktersafspraak)

Stages in het geheugen (bewust terughalen): encoderen  opslag  ophalen

Meta-analyse: verbale geheugen: groter leeftijdseffect bij verwerkingscomponent in de
meting  werkgeheugen

Lange termijn – episodisch geheugen:
- Incidenteel leren: encoderen/leren van informatie zonder bewust van te zijn
- Opzettelijk leren: encoderen/leren van informatie dat op een later tijdstip teruggehaald
moet worden (telefoonnummer onthouden bijvoorbeeld)
3

, o Leeftijd effect is groter bij opzettelijk leren dan bij incidenteel omdat:
 Oudere gebruiken minder effectieve coderingsstrategieën dan jongere
 Als er strategieën aangegeven worden: minder leeftijdseffecten

Lange termijn opslag: niet een consistent leeftijdseffect maar oudere zouden dingen sneller
vergeten.

Lange termijn – ophalen:
- Hoe meer aanwijzingen (‘’Cues’’)  hoe beter terughalen voor elke leeftijd
(herkennen (ja/nee) is dus beter dan free recall)
- Hoe minder aanwijzingen (‘’Cues’’)  hoe groter het effect van leeftijd:
o Free recall (noem zoveel mogelijk worden): effect van leeftijd het grootst
(moeilijkst)
o Cued recall (L…): leeftijdseffect groter dan bij herkenning
o Herkenning (ja/nee): kleinste leeftijdseffect (makkelijkst)
 verklaringen:
- Minder moeiteloze verwerking bij veroudering
- Minder zelf-geïnitieerde (zonder aanwijzing) verwerking bij veroudering

Positiviteitseffect = onthouden van meer positieve dan negatieve info bij de veroudering.

Negativiteitseffect = onthouden van meer negatieve dan positieve info bij jongeren.

Episodisch geheugen – bron geheugen
- Bron van de inhoud: Waar heeft u dit gelezen? Wie vertelde je die grap?
- Bron van de inhoud  meer aangetast bij ouderen
o ‘’Suprised recognition taak’’: ouderen waren minder in staat om de spreker van
de gepresenteerde woorden te noemen (de bron)
o Maar ouderen konden net zo goed als jongeren vertellen of de zin wel of niet al
eerder gepresenteerd was (herkenning)

Episodisch geheugen – vals geheugen
- Ouderen zijn meer gevoelig voor valse herinneringen.
o Herinneren van woorden die wél werden laten zien: nemen af met de leeftijd
 Wat we al hadden gezien: free recall neemt af met de leeftijd
o Herinneren van woorden die niet werden laten zien: nemen toe met de leeftijd
 Vals terughalen  neemt toe met de leeftijd.
 verklaring: verminderd bron geheugen met het ouder worden.

Episodisch geheugen – ophalen van oude (remote) herinneringen:
- Amnesie bij kinderen voor de leeftijd van 3-4 jaar
- Herinneringenbult: sterkste herinneringen aan 10-30 jaar
- Recency effect: laatste 10 jaar herinner je ook goed

Semantisch vs episodisch geheugen:
- Episodisch geheugen: persoonlijke ervaringen  leeftijdseffect
o Episodisch geheugen neemt iets eerder af en iets sneller
- Semantisch geheugen: kennis  geen leeftijdseffect
o Of een algeheel verouderingseffect, maar (Veel) kleiner dan bij episodisch
geheugen
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur catharinavandedem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,29  4x  vendu
  • (1)
  Ajouter