1 Op zoek naar een goed kleuteronderwijs
1.1 Het kleuteronderwijs
In de praktijk vinden we echter heel wat verschillende visies die uitmonden in heel
verschillende aanpakken die kunnen verschillen van school tot school en van klas tot klas.
Antwoord: men bewondert de kleuterleiders omwille van haar/zijn beeldende creativiteit en
haar/zijn geduld. Maar men kan zich niet voorstellen dat zij ook buiten de schooluren nog
denkwerk hebben voor hun onderwijs. Het is voor de meeste mensen duidelijk dat je er een
aanleg voor moet hebben. Men hoort in België ouders niet zo gemakkelijk klagen over het
kleuteronderwijs. Men is tevreden, blijkbaar loopt het allemaal nogal vlot. Maar er is ook
een andere zijde. De gebruikte werkwijzen verschillen enorm. Wat men bij kleuters kan en
moet nastreven, is voor sommige kleuterleiders duidelijk en voor andere erg mysterieus. De
verantwoordingen van de zaken die men met de kleuter doet, lopen erg uit elkaar.
De verschillen:
- Vrij onthaal = klassikaal onthaal of geen onthaal
- In de rij staan = geen rijen
- Nieuwjaarsbrief = geen nieuwjaarsbrief
- Poppenspel voor de hele kleuterschool samen
- Verteltas meegeven voor thuis
- Wel of geen klaspop
- Altijd met vaste thema’s werken – flexibele planning van thema’s – thema’s met
kleuters kiezen – themavrije periode.
- …
Waarom voelt men de nood aan een referentiekader?
Omdat dit een kader is waaruit allerlei werkwijzen/methoden/ kunnen worden besproken
en geëvalueerd worden.
1.2 Didactiek van het kleuteronderwijs
Didactiek = is de leer over de wijze waarop de kleuterleid(st)er hulp en ondersteuning kan
bieden bij het ontwikkelingsproces van kleuters.
Didactiek is ook een denkkader bestaande uit didactische kapstokken/richtlijnen die
opgebouwd zijn op van vele generaties ervaringen van onderwijsmensen en.
Onderwijsonderzoek.
Hoe je ze dient te gebruiken:
Je zal zelf moeten leren omgaan met de verschillende visies en zo op langere termijn zelf te
bepalen wat jij belangrijk vindt. De didactische kapstokken helpen ons daarbij. Hoe we over
dingen die gebeuren in de klas/school… dingen kunnen aanpakken en recht dat aan de eigen
leerlingen.
,Wij baseren ons voornamelijk op 2 visies op kleuteronderwijs
- Ervaringsgericht onderwijs = Reggio Emilia
- Ontwikkelingsgericht onderwijs
1.3 Het model van didactisch handelen
2 Start van het didactisch handelen: het kind, de
context, de doelen.
Start van het didactisch handelen. = je werkt vanuit een focus!
Vanuit het leerplan van het katholieke onderwijs stelt men dat je als leerkracht vanuit een
focus gaat werken waarop je aanbod en aanpak afstemt. Die focus is het
resultaat van een beslissingsproces waarbij drie vragen
centraal staan.
- Wat zijn de onderwijsbehoeften van de
leerlingen?
- Wat biedt en vraagt de context?
- In welke mate realiseren we het leerplan?
,2.1 Focus op de beginsituatie
De beginsituatie kent 2 invullingen:
- De beginsituatie van de kinderen
Wie zijn de kinderen? Welke kinderen wil je uitnodigen om mee te doen? Hebben de
kinderen de activiteit al eens gedaan? Wat zullen de kinderen al goed kunnen en
weten over de activiteit. Wat zal nog moeilijk zijn?
- De context als beginsituatie
Alles wat te maken heeft met de school
Waar wil je de activiteit laten doorgaan? Moet je naar een ander lokaal, wat biedt de
klas – en schoolomgeving?
2.1.1 Een kindgerichte onderwijsvisie
Aandacht schenken aan de beginsituatie van de kinderen. Het belangrijk om voldoende tijd
te nemen om de gegevens van de beginsituatie te analyseren. Je moet rekening houden met
wat de kinderen al kennen en kunnen, met wat de kinderen motiveert en stimuleert. Daarop
moet je immers verder bouwen. Het stelt de leerkracht in staat de concrete doelen te
bepalen waarrond hij ontwikkelingskansen wil creëren.
2.1.2 De beginsituatie van de doelgroep
Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
De groepsgerichte focus bestaat uit verschillende
elementen.
De verschillende aspecten en deelelementen van de beginsituatie van de doelgroep:
- De belevingswereld van de kinderen
Het is belangrijk om als leerkracht de interesses en belangstelling van de kleuters te
kennen. Nagaan wat voor hen boeiend is. Zo blijven kinderen gemotiveerd en zullen
ze bijleren.
- Het aanvangsniveau van de klasgroep
Wat zal voor de groep makkelijk of te moeilijk zijn?
Wat kunnen ze al en wat nog niet?
Het is belangrijk als leerkracht het niveau van de kinderen op de verschillende
ontwikkelingsdomeinen te kennen. Kinderen hebben tijd nodig om zich te
ontwikkelen en te rijpen. Ook de voorkennis van de klasgroep is belangrijke
informatie. het aanvangsniveau en de voorkennis bepalen, is belangrijk om in te
schatten wat de zone van naaste ontwikkeling is. De activiteit, het aanbod, moet
namelijk uitdagen om net dat stapje verder te gaan dat wat een kleuters reeds goed
kent/kan en al beheerst. En dat stapje hoger is de zone van naaste ontwikkeling.
, - Info in verband met het leef- en leerklimaat in de klas
Hoe is de klassfeer? Wie zijn de medekleuters?
Voor het bepalen van beginsituatie kijken we ook best naar de klasgroep.
Individugerichte focus:
Wanneer de leerkracht de beginsituatie van de kleuters in kaart wil brengen, zal hij dan ook
merken dat er steeds meer verschillen zijn tussen de kinderen. Er is geen uniforme
beginsituatie maar een gedifferentieerde beginsituatie. Kinderen kunnen wat ontwikkeling
betreft sterk verschillen. Een gedetailleerde beginsituatiepeiling is belangrijk: door meer
kennis te hebben van de situatie zal het immers beter mogelijk zijn om levensechte
onderwijs – of leerprocessen te organiseren.
Het is dus belangrijk om naast het aanvangsniveau en de interesses voor de groep, ook
rekening te houden met de specifieke beginsituatie van enkele kleuters.
2.1.3 De beginsituatie van de context
Wat biedt/vraagt de context?
De klas =
- De grootte van de klasruimte
- Aantal kleuters
- Het aanwezige materiaal in de klas
- Ligging, verlichting, versiering,
temperatuur.
- Gewoontes van de klas.
De school =
- In welke omgeving ligt de school? Ligt de school op het platteland, in de stad, naast
een drukke spoorweg.
o Dit soort info kan bv: van belang zijn als je wil werken rond natuur, rond
vervoersmiddelen, rond bepaalde beroepen.
o Wanneer een aanzienlijk deel van de kinderen van deze school deel uitmaken
van maatschappelijke kwetsbare of arme gezinnen, dan past het niet dat je
ervan uitgaat dat elk kind materiaal van thuis meebrengt om mee te werken
in de klas.
Aanknopingspunten vanuit de actualiteit =
- Wat vanuit de maatschappij actueel is, komt ook de school en de klas binnen.
Wanneer relevant en gepast, hou je hier rekening mee.
2.1.4 Je vertrekt anderzijds ook altijd vanuit de doelen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bonuttin. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.