Welvaart= de behoeftebevrediging met behulp van goederen en diensten
Produceren= goederen geschikt maken voor gebruik. Dus je voegt waarde toe
Productie= het toevoegen van waarde in bedrijven en de overheid
Bbp= de totale productie in een land
Bbp per hoofd= maatstaaf voor de hoogte van de welvaart
Bbp per hoofd= bbp van een land:aantal inwoners
Koopkracht verschilt in een land
Koopkrachtpariteit (kkp)= de correctie in de verschillende koopkrachten
Bbp vergelijken moet je:
Bbp per hoofd van de bevolking bepalen
Bbp omzetten in een valuta
Corrigeren voor de verschillen in koopkracht van de valuta per land
Welzijn= welbevinden en de geluksbeleving van de mens
Maatstaaf hiervoor= human development index (hdi)
Een lang en gezond leven: levensverwachting bij de geboorte
Kennis, gemeten als de deelname aan lager, voortgezet en hoger onderwijs
Een redelijke levensstandaard: het inkomen op hoofd van de bevolking
Gaat van 0-1, 0 is minimaal welzijn, 1 is maximaal welzijn
Manieren hoe je de productie kan meten:
1. De toegevoegde waarde= alle toegevoegde waarde van ondernemingen en overheid
binnen de grenzen op te tellen
2. De inkomens= de beloningen van arbeid, kapitaal en de natuur bij elkaar optellen
3. De bestedingen= het optellen van de bestedingen
Kostprijsverhogende belastingen= doordat de overheid belastingen en accijns heft op
producten, zijn deze producten duurder
Hier bereken je het BBPmp= bbp tegen marktprijzen
Kostprijsverlagende subsidies= doordat de overheid subsidies legt op sommige goederen,
zijn deze goederen goedkoper
Hier bereken je het BBPfk= bbp tegen factorkotsen
BBPfk-afschrijvingen= netto binnenlands product (NBPfk)
Winst= opbrengst-kosten
Winst is een vergoeding van ondernemerschap
BNI= bruto nationaal inkomen= het inkomen van voortvloeit uit de productiefactoren die in
het bezit zijn van ingezetenen
BTWmp= bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen= de waarde die een bedrijfstak
toevoegt in een bedrijfskolom
BTWmp opgeteld -> BBPmp
Waardesysteem= het geheel aan waardetoevoeging in een bepaalde bedrijfskolom
De prijs is gelijk aan de toegevoegde waarde in heel de bedrijfskolom
De toegevoegde waarde van de overheid zijn de lonen en de salarissen
, Hoofdstuk 9.3: natuur
Natuur is de leverancier van grondstoffen
Ligging bepaalt voor een land een groot deel van de natuurlijke transportmogelijkheden
Slechte ligging -> weinig natuurlijke grondstoffen -> weinig verkoop hiervan
Goede ligging -> veel natuurlijke grondstoffen -> veel verkoop hiervan
Klimaat bepaalt mogelijkheden tot landbouw
Natuur biedt recreatie
Natuur vervult de behoefte van lucht en water
Vrij goed= een goed dat men voor allerlei doelen kan gebruiken zonder dat het opraakt
Eerst was de natuur een vrij goed, tegenwoordig is het een schaars goed
Duurzame economische groei/duurzaam nationaal inkomen= de functies die het milieu moet
uitoefenen, moet op langer termijn ook nog kunnen
Technische ontwikkeling die het mogelijk maakt om bepaald stoffen niet in het milieu
te brengen. Of het ontdekken van alternatieve hulpbronnen
Verschuiving van milieubelastende naar milieuvriendelijke activiteiten
Vermindering van de bevolking als de maatregelen hierboven niet werken
Duurzaam ondernemen= verantwoord omgaan met de productiefactoren
People
Profit
Planet
Winstgevend ondernemen zonder schade toe te brengen aan de maatschappij en het milieu,
nu en in de toekomst
Hoofdstuk 14: conjuctuur
3 typen conjunctuurgolven:
Naam van de cyclus Belangrijkste oorzaak van de Duur van de cyclus
golfbeweging
Kondratieff (lange golf) Grote product- en 47-57 jaar
processinnovaties
Juglar Investeringen in vaste activa 7-11 jaar
Kitchin Voorraadinvesteringen 3-5 jaar
Overbesteding= als de feitelijke productie de productiecapaciteit overtreft. Dit heb je in een
hoogconjunctuur
Onderbesteding= als de feitelijke productie de productiecapaciteit onderschat. Dit heb je in
een laagconjunctuur
Fases in conjunctuurcyclus:
1. De opgaande fase= toenemende groei van de bestedingen. Ondernemingen maken
meer met dezelfde mensen. Vraag naar goederen neemt toe, maar prijzen blijven
gelijk
Hoeveelheidconjunctuur= de hoeveelheden veranderen, de prijzen blijven gelijk
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur koenisbritt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.