MSK 5 – Praktijk cervicothoracale regio
Hoofdstuk 1: Herhaling onderzoek
CASUS 1
Een 27-jarige vrouw komt voor het eerst naar jou met nekklachten, dominant aan de rechter
schouder-neklijn. De pijn zit er al een viertal weken en maakt dat haar hoofd draaien naar rechts
moeilijk is geworden. Ze werkt als onthaalmedewerkster bij een bedrijf dat verlichting verkoopt. Haar
dag bestaat uit veel telefoongesprekken, opvolgen van een mailbox en bestellingen. Haar hulpvraag
is dat jij haar uitlegt wat ze moet doen aan haar nekpijn.
Welke informatie ontbreekt nog volgens jou? Stel de drie relevantste vragen voor deze patiënt.
- Hoe is het ontstaan? Geen aanleiding
- Werkhouding
- Stress
- Type pijn?
Wat is je hypothese? Wat zijn de mogelijke differentiaal diagnoses?
- Homolaterale facet gewricht
- Differentiaal diagnose: spieren
Focussen onderzoek: biopsychosociaal, musculair, articulair
Wat zijn je onderzoeksdoelstellingen?
- Pijn nagaan
- Bewegingsbeperking nagaan
- Eindgevoel nagaan
- AFO houdingen nagaan
- Neuromusculaire controle nagaan
- Nagaan of het cervicaak of in de CTO regio is
Wat verwacht je in de inspectie en het basisonderzoek? Waarom?
- Inspectie: Assymmetrie in de schouderneklijn, roodheid
o Head forward
o Afgevlakte CTO
- Palpatie: verharding, warmte
- AFO
- Oriënterend onderzoek: Adapted Spurling, Hoog thoracale roatie test, manuele rotatie test
90% specificiteit
- PFO: homonieme extensie, rechts rotaties
Rechts rotatie, welke spieren?
- Levator scapulae
- Linker trapezius
- Linker sternocleidomastoideus
Lateroflexie naar rechts:
- R levator scapulae
- R trapezius
- R sternocleidomastoideus
- Scaleni
,CASUS 2
Een 44-jarige man komt de eerste maal op consultatie bij jou voor klachten aan het schouderblad –
bovenrug. Hij werkt voor een bank, meer bepaald voor hypothecaire leningen. Door het uitbreken van
COVID-19 werkt hij meer van thuis uit. Na twee maanden thuiswerk is hij last beginnen krijgen tussen
zijn schouderblad en wervelkolom aan de linkerzijde. De pijn is diffuus en manifesteert zich nu reeds 6
weken. De patiënt wil graag van jou weten wat hij hiermee moet doen. Tevens vertelt hij jou dat de
laatste weken diep ademhalen wat moeilijker gaat.
Welke informatie ontbreekt nog volgens jou? Stel de drie relevantste vragen voor deze patiënt.
- Diepe inspiratie geeft hem last
- Pijn provocerende bewegingen? Over head press geeft vooral klachten
- Werkhouding? Normale werkhouding
- Ervaart hij veel stress? 2 dochters,…
- Vooral tijdens werk ervaart hij last
Wat is je hypothese? Wat zijn de mogelijke differentiaal diagnoses?
- Dysbalans musculatuur
- Articulair costovertebraal (CTO of thoracaal)
- Scapulo thoracaal ritme
- Motorische controle
Wat zijn je onderzoeksdoelstellingen?
- Kijken naar rode vlaggen
- Kijken of ademhaling beweging of houding gerelateerd is
- Biopsychosociaal
Wat verwacht je in de inspectie en het basisonderzoek? Waarom?
- Actieve testen CTO: Protractie, Retractie, Unilaterale schouderelevatie, Bilaterale
schouderelevatie
o Als hoofd naar protractie gaat, is er te weinig neuromusculaire controle
CASUS 3
Een 50-jarige man werkt in het stadsmuseum als klusjesman. Dit houdt in zaken in zoals schilderen
van muren en kunstwerken verplaatsen. In zijn vrije tijd houdt de patiënt zich graag bezig met
houtbewerking of het onderhouden van zijn tuin. De patiënt is gekend binnen jouw praktijk en komt
regelmatig omwille van klachten tussen beide schouderbladen. Ongeveer twee weken geleden is de
man begonnen aan de jaarlijkse snoeiwerken in de tuin. Tijdens het scheren van de haag bemerkte hij
een zeurend gevoel tussen zijn schouderbladen. Twee weken na de activiteit komt de patiënt naar de
praktijk omdat hij nog steeds klachten heeft tussen de schouderbladen, voornamelijk rechts. Uit de
inspectie blijkt dat de Mm. Rhomboideï hypertoon zijn, er is tevens een sterke hypertrofie en
hypertonie van de M. Erector Spinae. Beide scapulae staan in overdreven retractie en de thoracale
wervelkolom vertoont een hypokyfotische positie.
Wat zijn extra vragen?
- Geen nachtelijke klachten
- …
Wat is je hypothese? Wat zijn de mogelijke differentiaal diagnoses?
- Musculair
- Articulair
- Neuromusculair (+ scapula-thoracaal)
, 1. AFO CWK
Regionale flexie-extensie belast:
- Uitgangshouding: zit, gestandaardiseerd houding (voeten opgrond,…)
- Uitvoering:
o Flexie: vraag aan P om naar beneden te kijken (met heel de nek)
o Extensie: vraag aan P om naar boven te kijken (met heel de nek)
o Opletten: bij extensie niet enkel hoog cervicaal! (moet volledige nek zijn)
- Beoordeling: ROM, pijn,
o Normaal bij flexie: ongeveer 0,5-1 cm ruimte tussen kin en sternum
o Normaal bij extensie: voorhoofd is ongeveer horizontaal gepositioneerd + bevindt
zich achter de romp
- Spieren:
o Extensie: trapezius, levator scapulae, spleni
o Flexie: sternocleidomastoideus, longus colli, longus capitis
Lateroflexie met/of zonder schouderelevatie:
- Uitgangshouding: gestandaardiseerde zithouding
- Uitvoering:
o Vragen of P zijn hoofd naar zijn schouder toebrengt
o Opletten voor gekoppelde bewegingen! (zuiver 1-dimensioneel)
Geen rotatie
Geen flexie/extensie
o Als P pijn heeft aan kant naar waar hij LF doet (=articulair probleem), dan kan je
bilateraal een passieve schouderelevatie uitvoeren (beide bovenarmen vastnemen
schouderelevatie), P moet beweging opnieuw uitvoeren
Indien P terug opnieuw pijn heeft en er niets veranderd is: articulair
probleem
Indien P geen pijn in het begin pijn heeft aan de tegenovergestelde zijde en
na elevatie van de schouder niet meer wijst op musculair probleem (de
rek is weggenomen)
- Beoordeling: pijn, ROM,
- Spieren: sternocleidomastoideus, scalenii, trapezius, levator scapulae
Rotatie met/zonder schouderelevatie:
- Uitgangshouding: gestandaardiseerde zithouding
- Uitvoering:
o Vragen aan P om hoofd naar L of naar R te draaien
o Om te kijken of P geen gekoppelde beweging doet: kijken vanuit frontaal of ooglijn
horizontaal blijft bewegen
o Vanuit dorsaal kan je eventuele schouderelevaties zien
o Differentiëren tussen articulair en musculair probleem: rotatie + bilaterale /p/
schouder elevatie in de eindstand
Wanneer schouderelevatie geen invloed heeft articulair probleem
Wanneer er een afname is van de klachten musculair probleem
- Beoordeling: ROM (80°), pijn, klachtenprovocerend?
- Spieren: trapezius pars descendens (heterolateraal), levator scapulae (homolateraal),
sternocleidomastoideus (heterolateraal)