Bakker- klinisch redeneren bij ouderen samenvatting bs3&4
ZVOV - Hoofdstuk 4: screening en geriatrisch assessment
Gerontologie samenvatting alle hoofstukken !
Tout pour ce livre (35)
École, étude et sujet
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Verpleegkunde / HBO-V
Geriatrie En Gerontologie
Tous les documents sur ce sujet (6)
1
vérifier
Par: kiratack • 2 mois de cela
Traduit par Google
Very concise. Unfortunately, the chapters are not included.
Vendeur
S'abonner
Chyntia
Avis reçus
Aperçu du contenu
Geriatrie en Gerontologie
5 stereotyperingen van en myten over ouder worden
1. Oud zijn is ziek zijn
2. Oude hersenen leren niet meer
3. Genen zijn bepalend
4. Het is te laat om aan iets nieuws te beginnen
5. Ouderen zijn afhankelijk
Mythes en stereotypering; Mensen baseren mening over ouderen adhv een aantal kenmerken die
men toeschrijft aan alle ouderen. Uit de literatuur komt naar voren dat de negatieve aannames de
overhand hebben. Meeste hebben te maken met; gezondheid, lichaamskenmerken, seksualiteit,
geestelijke vermogens, persoonlijkheid en sociale betrokkenheid.
Gezondheid; over het algemeen wordt ouderdom geassocieerd met slechte gezondheid,
zwak en teer. Ouderen hebben lichamelijke stoornissen, hebben hulpmiddelen nodig
(hoorapparaat, wandelstok, krukken, brillen enz.), hebben lichamelijke hulp nodig. Ouderen
horen en zien minder. Ouderen kijken hier anders tegenaan. -> is dus meer mythe dan
realiteit.
Lichaamskenmerken; Over het algemeen vindt men dat naarmate je ouder word je minder
aantrekkelijk wordt. Met name het gezicht (bij vrouwen), maar ook kalend, grijs, dun haar en
rimpels.
Seksualiteit; men denkt dat de activiteit minder is, geen seks, geen interesse. Het is niet
acceptabel dat ouderen seks hebben met name vrouwen niet (mannen is meer acceptabel.
Geestelijke vermogens; men vindt dat leercapaciteit afneemt met name nieuwe dingen,
vergeetachtigheid neemt toe, vaker verward, onthouden minder. Een kleine groep vind dat
ouderen waardevolle ervaringen en wijsheid hebben.
Persoonlijkheid; ouderen worden vaak gekarakteriseerd met negatief persoonlijk gedrag
zoals pessimistisch, moeilijk, niet flexibel, mopperig (m.n. mannen), minder initiatief. Man is
minder tolerant als vrouw. Ouderen hebben vaak vaste ideeën en zijn niet bereid naar
jongeren te luisteren.
Sociale betrokkenheid; ouderen worden over het algemeen gezien als geïsoleerd van de
omgeving, minder contact met de buitenwereld. Worden als minder belangrijk gezien (m.n.
mannen). Worden gezien als minder gelukkig, depressief. Eenzaamheid wordt vaak niet als
issue gezien.
Leeftijdsdiscriminatie is een probleem. Hoe ouder je wordt, des te minder respect
(meerwaarde van ouderen wordt niet herkend). Ouderen worden gezien als passief -> en dus
minder waardevol.
Normale somatische veroudering tijdafhankelijk biologisch proces dat, hoewel het niet
een ziekte op zichzelf betreft, functionele achteruitgang en risico op ziekte en dood met zich mee
brengt.
Gompertz-Makeham low of mortalitupatroon om de kans op sterven te meten. Volgens dit
patroon verdubbelt het risico van sterven elke 8 jaar.
Mannen hebben ongeveer twee keer zoveel kans op overlijden als vrouwen. Bij jonge mannen komt
dit vooral door ongevallen en zelfdoding.
Bij mannen van 65-84 jaar ligt de stervenskans 1,5 keer groter dan die van vrouwen van dezelfde
leeftijdscategorie. Dit is vooral het gevolg van een hogere relatieve sterfte aan longkanker, coronaire
hartziekten, beroerte en COPD.
Veroudering gaat in dezelfde snelheid, vrouwen zijn op elke leeftijd dus minder biologisch fragiel.
,Theorieën over normale somatische veroudering de theorieën kunnen in 2 stromen worden
onderverdeeld:
- Kans beschrijven veroudering als een gevolg van externe gebeurtenissen, zoals een
opeenstapeling van willekeurige negatieve factoren die cellen en lichaamssystemen
mettertijd beschadigen. Slijtage kan bijv zorgen dat DNA of systemen van organisme
beschadigd raken.
- Noodlot verouderingsproces als resultaat van een interne noodzaak een soort
ingebouwd genetisch programma dat afgespeeld wordt tot aftakeling optreedt en
uiteindelijk sterfte.
Wear-and-tear-theorie (slijtagetheorie) zien het verouderingsproces als een resultaat van kans.
Gaan er vanuit dat het lichaam constant slijt en zicht herstelt.
Er sterven iedere dag duizenden cellen, maar ze worden weer vervangen door nieuwe cellen.
Het lichaam hersteld ook de beschadigde cellen.
De theorie is een goede verklaring voor sommige ziektebeelden
o Gewrichten in onze heup, vingers en knie raken beschadigd naarmate de tijd
verstrijkt artrose hoeveelheid kraakbeen verminderd.
o Staar degeneratieverlies van gezichtsvermogen veroorzaakt
o Hart bij ouder worden neemt elasticiteit van de bloedvaten langzaam minder
hierdoor stijgt de normale bloeddruk en gaan we fysiek achteruit.
Somatic mutation theory of ageing een theorie van wear-and-tear deze beschrijft dat
cellen beschadigd raken door straling als gevolg hiervan muteren of genetische
veranderingen doormaken.
o Deze theorie zou verklaren waarom op hogere leeftijd meer kans hebben op het
krijgen van kanker
Accumulative waste theory of ageing een theorie van wear-and-tear deze beschrijft
hoe afvalproducten en andere schadelijke stoffen zich ophopen in cellen. Dat gaat
uiteindelijk het metabolisme in de cel belemmeren wat tot celsterfte leidt
Free-radicals-theorie vrije radicalen zijn onstabiele organische moleculen die als een bijproduct
vrijkomen bij zuurstofmetabolisme in cellen. Ze zijn reactief en giftig, vormen een biologisch
afwijkende moleculen wanneer ze in contact komen met andere celstructuren. Dit resulteert
bijvoorbeeld in mutaties of schade aan celmembranen, Schade door vrije radicalen is geassocieerd
met veel syndromen die leeftijd gerelateerd zijn.
Vb alzheizerdementie, parkinson, kanker, beroertes, hartziekten en artritis
Volgens deze theorie wordt de schade door vrije radicalen zichtbaar als symptomen van
veroudering.
Belangrijk hierbij is dat het lichaam zelf antioxidanten produceert als bescherming tegen de
vrije radicalen.
o Deze zoeken en vernietigen de vrije radicalen en voorkomen daarmee een klein
gedeelte van de schade aan celstructuren.
Onderzoek is belangrijk; In Nederland door Longitudinal Aging Study Amsterdam
Auto-immuuntheorie vermindering van het immuunsysteem is in verband gebracht met
leeftijdsgerelateerde kwetsbaarheid. Deze theorie beschrijft dat het immuunsysteem uiteindelijk
defect raakt en niet langer onderscheidt kan maken tussen eigen cellen/weefsel en dat van
indringers. Het lichaam kan zichzelf dan gaan aanvallen zoals bij reuma.
Ageing-clock-theoriebeschrijft dat het verouderen geprogrammeerd is in ons lichaam als een klok
die tikt vanaf het moment van conceptie.
Voorbeeld is de menstruatiecyclus
Gaat ervanuit dat een klier dit proces in zet. (hypothalamus, thymus of hypofyse)
,Cellulaire theorie of ageing beschrijft dat veroudering het resultaat is van een progressieve
verzwakking van de capaciteit van celdelingen, mogelijk door uitputting van het genetisch materiaal.
Normale psychische veroudering
Model van ontwikkeling als verandering in adaptief vermogen (Baltes en Baltes) geeft inzicht in
strategieën voor zowel adaptatie (aanpassing) als succesvolle veroudering door gebruik te maken van
strategieën: SOC
1) Selectie refereert aan het adaptieve vermogen om te focussen op de zaken die belangrijk
zijn voor een persoon. Binnen deze context worden individuen aangemoedigd allen datgene
te doen wat het meeste rendement met zich meebrengt en wat het minst aan energie kost.
a. Electieve selectie sturende processen die betrokken zijn bij selectie uit de vele
mogelijkheden in ontwikkelingstrajecten
b. Verliesgerelateerde selectie reactie op een verlies van middelen, op wat men nog
kan
2) Optimalisatie verwijst naar strategieën, door een individu of maatschappij, waarmee de
omgeving aangepast wordt om zo voor iemand een gunstig of gewenst resultaat te creëren
dat voldoet aan de voortdurende veranderingen en uitdagingen
a. Kan zowel op lichamelijk, psychische of sociaal gebied plaats vinden
3) Compensatie het gebruik van alternatieven om een doel te behalen of om de prestatie op
het gewenste niveau te behouden
Brandstadter en collega’s hebben een theorie opgesteld die verklaart hoe ouderen succesvol zijn in
het houden van een positief zelfbeeld en positieve opvattingen over het leven assimilatie en
accomodatietheorie
Gebaseerd op de gedachte dat mensen op latere leeftijd veel biologische, sociale en
psychische uitdagingen en verliezen ervaren die grote invloed op hen hebben.
Assimilatiecoping beschrijft strategieën waarmee het individu actief probeert de
omgeving te veranderen in lijn met zijn eigen doelen en verwachtingen (bijv betere
verlichting in huis) Kan dus strategieën zijn van selectie, optimalisatie en compensatie.
Processen van accommodatie zijn nodig wanneer de verliezen vanwege de leeftijd te
groot worden en het moeilijk is hetzelfde niveau van functioneren te behouden.
Accommodatieve coping strategieën waarbij doelen naar beneden worden bijgesteld door
beperkingen die een individu ervaart in de omgeving of zichzelf
Psychologische gerontologie; Dit domein is een samenvoeging losse theorieën en empirische
(op ervaring en waarneming berust) onderzoeken naar leeftijd gerelateerde veranderingen in
verschillende psychologische functies op latere leeftijd.
Cognitieve veroudering; Leeftijd gerelateerde achteruitgang in de verschillende typen
geheugen.
o Procedureel geheugen; heeft zowel betrekking op het leren van motorische
vaardigheden, zoals leren fietsen, als op het leren van bepaalde cognitieve
vaardigeden, zoals leren lezen. Deze processen worden niet aangetast door het
ouder worden.
o Primaire geheugen; onthouden van kleine beetjes info voor een hele korte periode
(korte termijn geheugen, werkgeheugen is vorm van ktg → is wel een vermindering
te zien door veroudering).
o Secundaire geheugen; alle andere vormen van onthouden en ophalen van
informatie.
o Episodische geheugen; geheugen voor alle gebeurtenissen. Achteruitgang al te zien
vanaf 30e -40e levensjaar. Bijvoorbeeld zelfde verhaal aan dezelfde persoon.
, o
Semantische geheugen; geheugen voor betekenissen, begrippen en feiten. Blijft vaak
lang goed, plm. 70e . Dus ziet men geen leeftijdgebonden achteruitgang in
procedureel en primair geheugen en in de meeste delen van semantische geheugen.
Wel in werkgeheugen en deel semantische geheugen (vinden van woorden en
namen).
Emoties en veroudering;
o Primaire emoties; zijn we mee geboren (Worden getriggerd door gebeurtenissen die
we mee maken in relatie tot onze doelen. Bijvoorbeeld geluk wanneer doel behaald,
boos, verdriet wanneer niet, angst wanneer het niet lijkt te lukken.)
o Secundaire emoties; schaamte, schuld, trots ontstaan als kind ontdekt dat het een
onderdeel is van de complexe wereld waarin zij ook een rol spelen.
Sociaal-emotionele selectiviteitstheorie beschrijft dat ouderen het positieve willen behouden
omdat het leven nog maar kort is. Ouderen zijn minder geïnteresseerd in het identificeren en
elimineren van eventuele bedreigingen voor de toekomst. Met succesvolle oplossingen uit verleden
lijken ze beter met emotionele problemen om te gaan dan jongeren. Maar met nieuwe, ongewone
en veel vragende situaties kunnen veel stress geven, meer als bij jongeren.
Verandert persoonlijkheid door verouderen? Peroonlijkheidsdimensies van de big 5 zijn
betrouwbaar;
Extraversie; mate waarin persoon behoefte heeft aan contact met anderen.
Inschikkelijkheid; hoe iemand zich gedraagt (bijvoorbeeld; meegaand tolerant).
Zorgvuldigheid; persoon georganiseerd en doelgericht te werk of juist ongestructureerd en
doelloos.
Neuroticisme; is iemand emotioneel instabiel (bijvoorbeeld neurotische mensen maken zich
veel zorgen, zijn onzeker en nerveus).
Openheid voor nieuwe ervaringen en ideeën; in hoeverre gaat de persoon deze aan/uit de
weg en blijft bij vertrouwde.
Uit onderzoek; Lijkt neuroticisme ↓ naarmate ouder, maar lijkt ↑ in laatste levensfase.
Inschikkelijkheid en zorgvuldigheid ↑
Modernization theorie geeft een verklaring voor het perspectief van de samenleving op ouderen
en stelt dat de status van ouderen minder wordt naarmate de samenleving moderner wordt.
Voorbeeld; - Jagen en verzamelen ⇒ status oudere ↓
Stabiele agrarische samenleving ⇒ eigenaar land, status ↑
Industrialisatie ⇒ status oudere ↓
Urbanisatie (verstedelijking) ⇒ families uit elkaar, technologische veranderingen ⇒
waardering van jeugd voor wijsheid en levenservaring ouderen ↓
Er is veel kritiek op deze theorie, er zijn ook de componenten ras, geslacht, sociale klasse,
cultuur die meespelen. Vandaag de dag nog steeds kloof beeld van de maatschappij en
werkelijke positie ouderen ⇒ veel financiële voordelen overheid ⇒ worden hierom gezien
als egoïstisch en onverschillig t.o.v. jongere generatie. Ouderen worden steeds ouder ⇒ dus
meer macht in samenleving en prestatie oud worden is er niet meer zo.
Onderstaande 2 theorieën laten zien hoe diepgewortelde waarden en normen van een samenleving
het ouder worden beïnvloeden.
Disengagement theorie disengagement betekend ontkoppelen van, onttrekken aan.
Theorie kijkt naar ouderdom als een tijd waarin zowel de oudere zelf als de samenleving zich
bezighoudt met scheiding (zoals bij een pensioen).
Dit proces van onttrekken wordt gezien als een natuurlijk en normale neiging die het ritme
van het leven reflecteert.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Chyntia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.