Hierbij verkoop ik mijn samenvatting van rechtstaalbeheersing. De slides en mijn eigen lesnotities zijn hierin verwerkt. Ook de oefeningen die tijdens het hoorcollege werden behandeld zijn hierin verwerkt.
Sinds 1996 ongeveer (Dutroux) is er een wantrouwen in justitie. Sinds 2007
verbetert dit enigszins wel. De discussie gaat voornamelijk over de juridische
taal, gewone burgers begrijpen dit vaak niet en de wachttijden binnen justitie
zijn heel lang. Verschillende juristen hebben dit al aangekaart dat het moet
veranderen. Onder andere prof. dr. Luc Huyse vind dat juristen eens naar school
moeten gaan om terug te leren praten. Andries Kinsbergen vind dat er tijdens de
rechtenopleiding meer aandacht besteed moet worden aan het vertalen van
juridische taal.
In 2004 werd het elektriciteitsdecreet aangepast. Het woord ‘onverminderd’ werd
hierbij verkeerd gebruikt. De wetgever wilde dit toen aanpassen met een
retroactieve wijziging maar het GwH was hiermee niet akkoord. Zij vonden dat
de gehele wet gewijzigd moest worden.
2. Rechtstaal: definitie en kenmerken
• Rechtstaal is de vaktaal van de juristen (advocaten, magistraten,
deurwaarders, notarissen)
• Vaktaal is een taal die eigen is aan een bepaalde beroepsgroep. Het is een
situationeel bepaalde taalvariant, het is een sociolect.
3. Communicatiemodel van Roman Jakobson
Opdat het bericht dat men uitzendt effectief zou zijn, moet volgens Roman
Jakobson aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:
• Het bericht moet context hebben waarnaar verwezen kan worden en die
begrijpelijk is voor de ontvanger.
Rechtstaalbeheersing Lara Smits 1
, • Het bericht moet opgesteld zijn in c.q. gebruikmaken van een code die
volledig of gedeeltelijk gemeenschappelijk is aan de zender en de
ontvanger.
• Er dient een contactkanaal te bestaan dat de zender en ontvanger in staat
stelt om in communicatie te treden.
Wat is er nu moeilijk voor juristen?
• Een bepaald domein uit de realiteit: je moet overal, op alle domeinen
kunnen communiceren. Op vlak van geboorte maar ook huwelijken
• Zelfde achtergrond (niet advocaten bijvoorbeeld)
• Niet altijd een vakgenoot
• Niet altijd een bekende context. Niet-juristen zijn niet in dezelfde bekende,
gewende context.
Wat is er nu makkelijk voor juristen?
• Wel een gelijke vakgenoot
• Het kanaal (is meestal gesproken of geschreven)
Het moeilijkste is dus het communiceren met niet-vakgenoten.
Rechtstaalbeheersing Lara Smits 2
,Wat zijn de problemen dan?
• De zender = juristen
• De boodschap moet 1 domein uit de realiteit zijn
o Het recht behandelt alle domeinen uit de realiteit
o Vaak heeft het een conflict met de traditionele vaktaal
• De ontvanger = juristen bij vakintern gebruik en burgers bij vakextern
gebruik
o Er is een groot conflict met de traditionele vaktaal
o Het vakextern gebruik primeert
4. Kenmerken van de rechtstaal
• Verouderde woorden en formuleringen (vb. te dezen)
• Vreemde woorden (Frans en Latijn)
• Woorden met een afwijkende betekenis van de normale standaardtaal
(middel)
• Dubbele ontkenningen (niet onontvankelijk)
• Naamwoordstijl
• Zeer formele en beleefde tijd
• Lange zinnen
• Passiefcontructies
• Complexe opsommingen
• …
Waarom is de rechtstaal zo moeilijk?
• Vele wetten zijn in verouderde taal
• Teksten steunen allemaal op elkaar
• De gewoonte en voorzichtigheid
• Rechtsgeldigheid mag niet in het gedrang komen
• Wet is te ingewikkeld voor de gewone taal
• Het sacrale karakter van de wet
• Invloed van het Frans
Mensen hebben recht op begrijpelijke taal. Zo hebben we de verplichte
motivering in vonnissen (art. 149, eerste lid GW), mensen hebben recht op een
aanklacht in taal die de beklaagde begrijpt (art. 6, derde lid, EVRM), er mag
geen discriminatie zijn en het heeft een voorbeeldfunctie.
In het Engels is er een oplossing, daar bestaat het ‘Simplified technical English’,
dit legt de technische vaktaal uit aan mensen die als moedertaal een andere taal
dan Engels hebben.
Hierin staan enkel actieve zinnen, de zinnen hebben max 20-25 woorden in
onvoltooide werkwoordstijden. En zo zijn er nog een heleboel regels.
Rechtstaalbeheersing Lara Smits 3
, COLLEGE 2. DE EVOLUTIE
1. Inleiding
500 jaar geleden waren er al klachten over het teveel aan wetgeving en de
moeilijkheidsgraad. Men vond dat advocaten niet meer nodig zouden zijn en dat
iedereen de wet zou moeten begrijpen (nemo censetur-beginsel). 200 jaar later
was er nog meer kritiek want advocaten zeggen maar wat, zolang ze maar
betaald worden.
In 1615 was er al iets meer constructieve kritiek en sprak men ook over
mogelijke oplossingen: bundelen en het duidelijker maken. 100 jaar later was
men wat utilaristischer. Men wou de wetten zo duidelijk en nuttig mogelijk
maken.
Montesquieu was de trias politica-uitvinder. Hij heeft een grote invloed, volgens
hem moet de wet duidelijk zijn en moet men zich richten op de gemiddelde
burger.
De Nederlandse Juristenvereniging van 1916 was een commissie waarbij de
wetgeving vereenvoudigen het doel was. België was op een ander niveau want
zeer veel mensen waren nog franstalig. In 1941 was het nog steeds
problematisch om Nederlandse versies van bv. het Rechtskundig Weekblad te
verkrijgen. Zelfs 20 jaar geleden was dit nog problematisch.
2. Evolutie van de Nederlandse rechtstaal in België
Tijdens de periode van keizer Karel werd er een pragmatische taalpolitiek
gevoerd. De Oostenrijkers zullen dit overnemen vanaf 1648. De grote
verfransing start pas vanaf de Franse revolutie. (taalimperalisme = het vrij
agressief invoeren van het Frans als voertaal). Napoleon laat vanaf 1797 een
tweetalig Bulletin des loin verschijnen. Bilderdijk gaat grote codes vertalen.
Willem I wilde zoveel mogelijk Nederlands.
België werd in 1830 onafhankelijk. Het voorlopig bewind stelt een Grondwet op
met het principe van de taalvrijheid, zo kon je de taal kiezen die je zelf wou. De
overheid koos voor het Frans als reactie op Willem I. Ze vonden het Nederlands
maar een hoopje dialecten.
In 1831 kwam het Bulletin officiel des lois et arrêtés royaux de la Belgique, dit
was in twee talen. Het was rommelig en vol met fouten, maar het was er wel. De
echte verfransing is in 1845 met de Moniteur Belge. Dit is gratis, er was ook een
foute, te betalen versie in het Nederlands. Karel Ledeganck gaat in 1841 het BW
vertalen naar een Vlaamse versie en dit had zeer veel succes. Hij wou zich
verdedigen tegen de minachting voor het Nederlands.
in 1860 is er het proces Coucke - Goethals ze worden veroordeeld tot dood op
een dame, later bleken ze onschuldig en later bleek ook dat ze niets van het
Rechtstaalbeheersing Lara Smits 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur larasmits16. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.