Dit document is een samenvatting van de hoofdstukken 7 tot en met 17 van het boek 'Een geschiedenis van de wereld door moslimse ogen' geschreven door Ansary. Alle gevraagde leerdoelen voor de toets Cultuur van de minor Arabische taal en cultuur zijn in dit document te vinden.
Wat de vijf zuilen van de Islam inhouden
Shahadah; getuigen dat er maar 1 God is en dat Mohammed zijn boodschapper is
Salat; het vijfmaal daags uitvoeren van een bepaald gebedsritueel
Zakat; het jaarlijks schenken aan de armen van een bepaald percentage van het eigen vermogen
Saum (of roza); het jaarlijks tijdens de maand ramadan vasten van dageraad tot aan schemering
Hadj; het, indien mogelijk, minstens één keer een pelgrimstocht maken naar Mekka
Hoe de godsdienstgeleerden de richtlijnen voor moslims in de Koran aanvulden en preciseerden,
op welke manier zij te werk gingen (3 mogelijke redeneringen).
Omar vroeg zich bij kwesties waarvoor de Koran geen expliciete oplossing bood af of Mohammed
met een dergelijke situatie te maken heeft gehad en wat hij toen besloten heeft. Deze benadering
motiveerde mensen om alles te gaan verzamelen wat Mohammed ooit had gezegd of gedaan. Hadith
werd gemaakt. Omar had een team van voltijds geleerden samengesteld die onderzochten of
uitspraken authentiek waren.
Wat verstaan wordt onder hadith.
Een verzameling van uitspraken en anekdotes over wat Mohammed ooit gezegd of gedaan heeft.
Hoe de geleerden antwoorden gaven op vragen die niet in de Koran of Hadith werden
beantwoord
Zelfs de Koran en hadith gezamenlijk slaagden er niet altijd in om een definitief antwoord te geven
op elke vraag die het gewone leven opwierp. Daarom was het soms nodig dat iemand een origineel
besluit nam over een omstreden situatie. Gezien de legalistische geest van de islam stonden moslims
dit recht op het nemen van oorspronkelijke besluiten alleen af aan geleerden die de Koran en hadith
grondig in zich hadden opgenomen en bedreven waren in de ‘wetenschap van hadith’, de leer van
het authentiek verklaren. Alleen zulke mensen konden er zeker van zijn dat hun uitspraken niet in
tegenspraak waren met enig detail uit de openbaringen.
Dat de Koran, de Hadith, Qiyas, ijma’ en ijtihad de bronnen zijn waaruit de geleerden de shari’a
kunnen vaststellen.
Qiyas (analogische deductie); de methode die kalief Omar gebruikte om achter de gepaste straf te
komen. Dat hield in dat de geleerden voor elke eigentijdse situatie zonder precedent een analoge
situatie moesten vinden in klassieke bronnen en een oordeel moesten afleiden dat op één lijn stond
met het toenmalige oordeel.
Ijma; de consensus van de gemeenschap wat in feite neerkwam op de consensus van alle geleerden
van die tijd. Zo’n consensus kon het waarheidsgehalte van een interpretatie garanderen omdat de
profeet Mohammed ooit gezegd had: ‘Mijn gemeenschap zou het nooit eens zijn met een dwaling.’
Ijtihad; de laatste fase van het ethische en wetgevende denken. Vrij en onafhankelijk denken op basis
van rede. Geleerden en rechters mochten deze denkwijze alleen toepassen op terreinen die niet
direct waren afgeleid van de openbaringen of aan de orde kwamen in erkende precedenten.
Aan het einde van de derde eeuw AH kwam een moeizaam geconstrueerde gedragscode tot stand,
een reeks verboden en voorschriften verplichtingen aanbevelingen waarschuwingen richtlijnen regels
straffen en beloningen die elk aspect van het leven bestreken. Van de grootste sociale en politieke
kwesties tot de kleinste details van het dagelijks leven zoals persoonlijke hygiëne, eten en seks. Deze
minutieuze lijst was bepalend voor de sharia. Het woord is afgeleid van een etymologisch verwant
,woord voor pad of weg en verwijst naar iets dat meer omvat dan de islamitische wet. Het is de hele
islamitische manier van leven, iets dat niet ontwikkeld maar ontdekt moet worden en dat even
onveranderlijk is als een natuurwet. Als alle specifieke wetsuitingen die door geleerden en juristen
zijn uitgewerkt, zijn mijlpalen op dit ‘pad naar Allah’.
Hoe de vier soennitische rechtsscholen heten
De 4 soennitische rechtsscholen zijn genoemd naar de geleerden die ze hun uiteindelijke vorm
hebben gegeven:
De hanafitische, gesticht door Abu Hanifa, afkomstig uit het Afghaanse gebied (hoewel hij doceerde
In het Iraakse Kufa)
De malikitische, van de Marokkaanse jurist Ibn Malik (hoewel hij werkte en doceerde in Medina)
De shafi’itische, van imam al-Shafi’i uit Mekka (hoewel hij uiteindelijk neerstreek in Egypte)
De hanbalitische school, gesticht door de strikt compromisloze Ahmed Ibn Hanbal.
Wat wordt verstaan onder oelama / ulama’.
Een complete sociale klasse van geleerden, meervoud van ‘alim’, wat ‘geleerde’ betekent. Deze
persoon kon worden uitgenodigd zitting te nemen in het bestuur van een waqf. Hij kon lesgeven of
zelfs een school besturen. Hij kon werkzaam zijn als rechter, en dan niet een die gewone rechtszaak
afhandelde, maar één die uitspraken deed over brede maatschappelijke vraagstukken. De ulama
definieerden de wet, beheerden de rechtbanken en het onderwijssysteem, en waren overal In de
sociale instellingen van de islam terug te vinden. Ze beschikten over een immense sociale macht In
de hele beschaafde wereld, de macht om de goedkeuring en afkeuring van de gemeenschap te
sturen maar betrekking tot specifieke mensen of gedragingen. De ulama werden niet door iemand
aangesteld. Iemand werd lid van de ulama door het respect te verwerven van diegene die reeds
erkende ulama waren. De ulama waren en zijn een zichzelf selecterende en regulerende klasse,
uitsluitend bijeengehouden door de stroom van de erkende leer. Niemand kon alim worden voordat
hij de leer zo grondig had geabsorbeerd dat deze een deel van hemzelf was geworden. Tegen de tijd
dat iemand de status had verworven om de leer in twijfel te mogen trekken kwam dat niet eens
meer bij hem op.
Welke voor-Islamitische wetenschappen en uit welke gebieden, door de moslimfilosofen werden
bestudeerd na vertaling in het Arabisch
Griekse en Indiase wiskunde, Griekse en Indiase geneeskunde, Perzische en Chinese kosmologie of de
metafysica van verschillende culturen. Ze gingen onderzoeken hoe die antieke ideeën zich verhielden
tot elkaar en tot de islamitische openbaringen, hoe spiritualiteit zich verhield tot de rede, en hoe de
hemel en haar aarde in te passen waren in een enkel schema dat het hele universum kon verklaren.
Voor welke wetenschappen de moslimfilosofen de fundamenten legden
Voor de moderne wiskunde en voor de scheikunde als afzonderlijke discipline. Gaven begrip aan
anatomie en schreven verhandelingen over geologie, optica, botanie en vrijwel alle andere
kennisgebieden die we nu tot de wetenschap rekenen.
Waarmee hun wetenschap onlosmakelijk verbonden was (in tegenstelling tot de wetenschappen
later ontwikkeld in de Westerse wereld)
Met theologie (godsleer/religie)
Wat kenmerkend was voor de rechtsschool van Ibn Hanbal
De rechtsschool van Ibn Hanbal was de meest conservatieve van allemaal. De andere islamitische
rechtsscholen kende groot gewicht toe aan analogische deductie (qiyas) als een manier om te
ontdekken hoe de sharia van toepassing was op nieuwe situaties, maar Ibn Hanbal moest niets
, hebben van zulke methoden: vertrouw alleen op Koran en hadith, zei hij. Ibn Hanbal zou nooit de
rede de openbaring laten verslaan, nooit ofte nimmer.
Wat verstaan wordt onder het soefisme of tasawwuf (door Ansary De soefi’s genoemd)
Sommige mensen verlangden ernaar God te ervaren als een voelbare levende aanwezigheid in het
hier en nu, hier op aarde. Wat zij zochten in de openbaringen waren transformatie en
transcendentie. Enkele van deze mensen begonnen te experimenteren met spirituele oefeningen die
hun plichten verre te boven gingen. Ze lazen onophoudelijk de Koran en reciteerden urenlang de
namen van Allah. Wellicht in reactie op de luxueuze levensstijl van de moslimelite kozen sommige
van hen vrijwillig voor een leven in armoede: ze leefden op water en brood, zagen af van meubilair
en droegen eenvoudige gewaden van ruwe, ongekaarde wol, in het Arabisch suf geheten, wat weer
de reden was dat men deze mensen soefi's ging noemen. De soefi's verschilden alleen maar van de
andere omdat ze vroegen: ‘Hoe zuiver je je hart? Wat de correcte gebaren en litanieën ook precies
mochten zijn, hoe kun je daadwerkelijk opgaan in Allah met uitsluiting van al het andere?’
Als de kleinere jihad beschouwden ze de strijd tegen externe vijanden van de gemeenschap. De
grotere jihad was de interne worsteling om het ego uit te wissen.
Wat de tegenstelling was tussen de Ash’aritische en de Mu’tazilitische school (zeer in het kort)
De Ash’aritische school stelde uitdrukkelijk dat het geloof nooit gebaseerd kon zijn op rede, alleen op
openbaring.
Hoe volgens Ansary de status van de vrouw in de moslimsamenleving in deze tijd veranderd is.
Verschillende aanwijzingen geven Ansary de indruk dat in de vroege dagen van de islam vrouwen al
grotere onafhankelijkheid genoten en een belangrijkere rol in het openbare leven vervulden dan
later het geval was of als velen nu vervullen in de islamitische wereld. Zo was de eerste vrouw van de
Profeet, Khadija, een machtige en succesvolle zakenvrouw die begonnen was als Mohammeds
werkgeefster. Mohammeds jongste vrouw Aisha stond aan het hoofd van een belangrijke fractie
tijdens het schisma dat volgde op de dood van Othman. Ze voerde zelfs het bevel over legers in het
veld en niemand leek zich erover te verbazen dat een vrouw zo’n rol op zich nam. Vrouwen waren
aanwezig bij de iconische vroege veldslagen van de islam als verpleegster en ondersteunend
personeel en soms zelfs als strijders. Omar stelde een vrouw aan als marktmeester van Medina.
Bovendien namen vrouwen een prominente plaats in onder de geleerden van de vroege islam. Het
gebruik om vrouwen te verbannen naar een onzichtbaar privaat domein lijkt te zijn afgeleid van
Byzantijnse en Sassanidische praktijken. Onder de elite van deze samenlevingen werden de vrouwen
afgezonderd als teken van hun hoge status. Aristocratische Arabische families namen die gewoonte
over om zich aldus de status van hun voorgangers toe te eigenen. De gemiddelde moslima zag haar
toegang tot het openbare leven waarschijnlijk aanzienlijk beperkt worden in de vierde eeuw AH (na
ongeveer 1000 In de christelijke jaartelling).
Hoofdstuk 8: De Turken verschijnen ten tonele. 120-487 AH / 737-1095 blz. 163-169
Waarom de mensen in de moslimwereld in deze tijd reden hadden om te denken dat ze in het
middelpunt van de wereld leefden
De Europese cultuur bestond nauwelijks. India was gefragmenteerd geraakt in vele kleine
koninkrijkjes. Het boeddhisme had zich teruggetrokken in China, en hoewel daarin ‘Cathay’ de Tang-
en Sungdynastieën leidinggaven aan een glorieuze renaissance die vrijwel geheel samenviel met die
van het moslimrijk in de Middenwereld, was China veel te ver weg om gehoord te worden op plekken
als Mesopotamië en Egypte.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brittmichelle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.