Dit document bevat een samenvatting van het college en de onderwijsgroep in week 5 van Openbaar Bestuur. Er is gebruik gemaakt van smartart om de stof te verduidelijken.
College week 5 Openbaar Bestuur - De verhouding decentrale overheden-centrale overheid
1. Gedecentraliseerde eenheidsstaat
(1) Dat betekent dat Nederland een eenheidsstaat is.
➢ Een staat waar de soevereiniteit op een niveau is neergelegd (een centrale overheid).
➢ Uit zich in 1 Grondwet.
- Duitsland: soevereiniteit gedeeld tussen de deelstaten/ federale staten.
A. Elke deelstaat heeft ook een eigen grondwet, dat is in NL dus niet het geval!
B. In een federale staat is in de regel ook in de grondwet vastgelegd wat de
bevoegdheden zijn van die decentrale overheden en wat de bevoegdheden zijn
van de federale staat, en wat gedeelde bevoegdheden zijn.
C. In Duitsland kan een constitutioneel hof tevens toetsen of die
bevoegdheidsverdeling juist verloopt.
Niet in NL!
Decentrale overheden worden gegeven of afgenomen. Zijn dus niet inherent aan het
‘decentrale overheid’-zijn. De NL grondwet heeft geen duidelijk
bevoegdheidsverdeling en is het heel fluïde wat nu aan die decentrale overheden
wordt geattribueerd. Maak schema. Parallel met de EU.
➢ Belangrijke overheidsfunctie op een niveau: rechtspraak, defensie, buitenlands beleid etc.
(2) Dat betekent dat Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat is.
Er kunnen drie kenmerken worden onderscheiden:
I. Grondwet: er bestaan decentrale overheden
- Territoriale of functionele eenheden met eigen bevoegdheden tot regelgeving en
bestuur.
o Provincies gemeenten (territoriaal).
o Waterschappen en bedrijfschappen (functioneel).
II. Grondwet: geeft in hoofdlijnen aan wat de bevoegdheden zijn van die decentrale overheden.
- Concrete (gemeenteraad heeft verordenende bevoegdheid) aanwijzingen
- Globale (art. 133 GW) aanwijzingen
III. De centrale overheid houdt toezicht op de bevoegdheidsuitoefening door lagere overheden
2. Autonomie en medebewind
In de Nederlandse gedecentraliseerde eenheidsstaat onderscheiden we de begrippen (1) autonomie en
(2) medebewind.
De grondslag voor deze beiden is te vinden in art. 124 GW en art. 108 Gemeentewet.
Artikel 108 Gemeentewet
1. De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan
het gemeentebestuur overgelaten.
2. Regeling en bestuur kunnen van het gemeentebestuur worden gevorderd bij of krachtens een
andere dan deze wet ter verzekering van de uitvoering daarvan, met dien verstande dat het
geven van aanwijzingen aan het gemeentebestuur en het aan het gemeentebestuur opleggen
of in zijn plaats vaststellen van beslissingen, slechts kan geschieden indien de bevoegdheid
daartoe bij de wet of krachtens de wet bij provinciale verordening is toegekend.
3. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 110, vijfde lid, 119, vierde lid en 120, tweede lid,
worden de kosten, verbonden aan de uitvoering van het tweede lid, voor zover zij ten laste
van de betrokken gemeenten blijven, door het Rijk aan hen vergoed.
1
,Autonomie
Lid 1 legt de autonomie vast. Daarin is vooral “de huishouding” van de gemeente belangrijk. Daarnaast
“overgelaten”, er worden onderwerpen door de centrale overheid aan de gemeente over te laten.
➢ Autonomie: vrijheid van gemeente om zelf te regelen, besturen en daarvan af te zien!
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Autonomie = decentralisatie bij uitstek.
Autonomie Medebewind
Medebewind
Lid 2: het woord “gevorderd” houdt nauw verband met medebewind. Dat wil zeggen dat regelingen en
actie van het gemeentebestuur op zo’n wijze worden gevraag dat het eigenlijk een verplichting is. De
wet kan medebewind vorderen!
➢ “bij of krachtens een andere dan deze wet”. Wat de gemeentewet vraagt is GEEN medebewind.
Dat is autonomie.
Voorbeelden?
Autonomie
Autonomie v.
1. binnen gemeentewet medebewind
• Verplichtingen
gemeentewet
(belastingen,
begroting,
verordening
etc.). Autonomie Medebewind
• Bevoegdheid
hondenbelasting
en zaakbelasting
te heffen.
Verplichte
Vrijheid om te + de verplichte
2. buiten gemeentewet medewerking aan
regelen en te uitvoering van de
alle wetten (behalve
• Sportvoorziening besturen wat je wil gemeentewet.
de gemeentewet)
• Meeste subsidies
• Wegenbeheer
Medebewind
In het gemeenterecht 2 clusters die medebewind vorderen:
1) Sociaal domein
Denk aan wet werk en bijstand, wet maatschappelijke ondersteuning, participatie wet. Zaken
die het sociale domein en uitkeringen regelen. Deze taken MOET de gemeente uitvoeren.
2) Fysieke domein
Denk aan de Wabo, wet ruimtelijke ordening, woningwet etc. Zaken die het ruimtelijk domein
betreffen. Daarnaast ook wet op primair onderwijs, paspoortwet, kieswet.
Dit betreft 80% van de taken! Deze 2 clusters zijn de grootsten van het gemeentebestuur. Vroeger was
dit veel meer in autonomie… Vaak week dit teveel af per gemeente en daardoor kwam er een vaster
stramien in medebewind.
2
, Geen zwart wit onderscheid!
Autonome taken in gemeentewet Maar verplichtend (begroting)
Heel veel vrijheid in die wet Wetten die medebewind vorderen
Loopt in elkaar over, maar wel een principieel onderscheid. Wat vindt de overheid zo belangrijk dat het
top-down moet worden voorgeschreven wat zij moeten regelen?
Waarom is dat onderscheid eigenlijk van belang?
1. Art. 128 GW maakt een onderscheid (niet relevant voor de praktijk)
2. Regeling taakverwaarlozing
- Voor de verwaarlozing van autonome taken, geldt een andere regeling dan voor
medebewindstaken.
3. Financiering taken gemeenten
- Medebewindstaken worden op een andere wijze gefinancierd.
Europees Handvest Lokale Autonomie (EHLA)
• Geïnitieerd Raad v. Europa (NIET EU)
• Dat probeert substantieel lokaal bestuur te waarborgen
- Bestuur dat echt iets voorstelt: eigen bevoegdheden, budget, inspraak en plannen hogere
overheden.
• Belangrijk NL rechtspraktijk? Nee, mooie principes en beginselen maar meer ook niet.
• Waarom niet van belang:
I. Bepaling zijn in de regel zo vaag geformuleerd dat zij niet eenieder verbindend zijn
geacht. In de zin van art. 93 GW.
II. Als het al concrete bepalingen betreft (art. 8/11 Handvest), dan zien we dat NL bij die
bepalingen voorbehouden heeft gemaakt.
• Dat het niet van belang is zien we terug in de jurisprudentie. Er is wel geprobeerd een beroep
op te doen!
➢ Gemeente Weerselo dat zij onvoldoende was gehoord in de gemeentelijke
herindelingsprocedure. Zij deed een beroep op art. 5 EHLA. Het Hof in den Haag zei,
nee deze bepaling is niet eenieder verbindend…
➢ Zaak aangespannen tijdens kabinet Balkenende dat een bepaalde zaakbelasting ophief.
Vroeger had deze belasting twee gedeelten: (1) gebruikersbelasting en een (2)
eigenaarsdeel. Dit was opgeheven. Daardoor liepen gemeenten inkomsten mis.
Gemeenten spanden een zaak aan tegen de staat. Maar ook hier niet eenieder
verbindend.
3. Bestuurlijk toezicht
Aspect gedecentraliseerde eenheidsstaat: centrale overheid houdt toezicht op decentrale overheden om
zo die gedecentraliseerde overheidsstaat te waarborgen. De centrale overheid moet kunnen ingrijpen bij
decentrale overheden.
2 vormen:
1. Preventief toezicht
- Vindt plaats voor de inwerkingtreding van een besluit
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LisajUM. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.