Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Cursus Beleidthema's €8,29   Ajouter au panier

Notes de cours

Cursus Beleidthema's

 3 vues  0 fois vendu

Dit is een studeerklare cursus/samenvatting van het OPO Beleidthema's in de jeugdhulp. Dit is een bundeling van notities en de info uit de lessen en powerpoints. Dit allemaal in een gemakkelijk en studeerbare lay-out.

Aperçu 4 sur 49  pages

  • 19 mai 2021
  • 49
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Katrien en...
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
vaninap
Beleidsthema’s in de jeugdhulp
Deel 1: Bredere context
 Kader schetsen waarbinnen beleid vorm krijgt
Breed maatschappelijke (macro) en organisationele (meso) context
Dus: “wat voorafgaat” aan beleid oftewel de “voorwaarden” voor beleid

Les 1
1. Verschillende sociale niveau’s
o Breed maatschappelijke (macro)
de maatschappij als geheel
o Organisationele (meso)
= de organisaties, maar ook zelfstandigen. Alles wat een vorm aanneemt dat het
individuele oerstijgt
o Individuele niveau (micro)
= gezin, hulpverlener…

 Deze 3 niveaus (macro + meso + micro) vormen de sociale context




Vb: Leerkracht is mirco, school is Meso en de scholenkoepel is macro.
Let op: de scholengroep is nog steeds mesoniveau.


2. Vooraf enkele definities
2.1. Verschil in het woord sociaal
Wetenschappelijk
o “De sociale context”
o “Het sociale”
o = Gedrag gericht op anderen (sociaal handelen)
 Kan ook negatief zijn
 Bv: drugsbendes gooien granaat op woning
 Bv: vluchtmisdrijf: in het hoofd van de dader spelen sociale elementen
(wetgeving…)

Dagelijks taalgebruik
o “Sociaal zijn”
o = Persoonlijkheidskenmerk individu
 Graag bij mensen
 Goed met mensen
 Belangeloos inzetten voor andere (bv: bloed geven…)

2.2. Wat is jeugdhulpbeleid?
1

, 1.1.1. Definitie beleid
Woordenboek:
o De manier waarop je zaken aanpakt
o Regels, maatregelen en handelswijzen die ervoor zorgen dat bepaalde
doelstellingen worden bereikt
o Beleid is dus keuzes maken
 Kiezen uit doelstellingen
 Kiezen uit manieren van aanpakken
 Rekening houden met (ongewenste) gevolgen
 Bv: coronabeleid
 Virusverspreiding
 Lockdown
 Effectief voor fysieke gezondheid, maar wat met sociale gezondheid?
Wat met economie?

 Beleid kan ook op microniveau gedaan worden! Bv: afspraken binnen een gezin
 Een beleid is effectief als het zijn doelstellingen bereikt

1.1.2. Definitie jeugdhulp
o Ondersteuning van, en het hulp aanbieden aan jeugdigen die de leeftijd van 18 jaar
nog niet hebben bereikt en hun ouders
o Bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de
gevolgen van:
 Psychische problemen en stoornissen
 Psychosociale problemen
 Gedragsproblemen
 Verstandelijke beperkingen
 Opvoedingsproblemen van ouders
o Met oog op het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en
het zelfstandig functioneren van deze jeugdigen

1.1.3. Jeugdhulpbeleid
= De manier waarop de zaken worden geregeld door de actoren in het
jeugdhulpwerk om de doelstellingen van jeugdhulp te bereiken.


3. Economie
o Als dimensie toegevoegd aan het schema van het sociale
o Symbool regenboog: overspant alle niveaus
 Krijgt vorm om de verschillende niveaus
 Beïnvloed de verschillende niveaus
o Is een belangrijke (financiële) voorwaarde voor het kunnen voeren van beleid

Publieke middelen: een stukje van de rijkdom die we met zen alle creëren. Een stukje
hiervan word aan de overheid gegeven (belastingen). Het zijn middelen die van de
overheid zijn.

4. Kortom
o Beleid = keuzes maken (vb zorgcordinator dia 34)
 Welke noden/problemen/doelstellingen hebben we?
 Hoe gaan we daaraan tegemoetkomen?
 Bijna altijd is daar geld voor nodig
o Herkomst geld (voor beleid)?
 Grootste deel = publieke middelen (belastingen)
o Herkomst belastingen?
 Lonen, bedrijfswinsten, consumptie (inkomsten)
o Herkomst inkomen (rijkdom, welvaart)?
 Economie!

2

, Link tussen beleid en economie!




Les 2
1. Wat is economie?

3

, Back-to-basics-verhaal:
o Levende wezens (ook mensen) willen van nature overleven
o Daarvoor voldoen aan basisbehoeften
 Voedsel, bescherming tegen barre weersomstandigheden en tegen gevaar
o Maar voldoen aan die basisbehoeften gaat niet vanzelf…
o Men moet er iets voor doen
 Dieren  instinct
 Oermensen: verzamelen, jagen…  instinct + vernuft
 Neolithische (r)evolutie: akkerbouw, dieren domesticeren…  steeds meer
vernuft
o Oorsprong = neolithische revolutie
 Start landbouw en veeteelt bv: gaan verbouwen, geiten fokken
 Verschil met jagers-verzamelaars: nu is er productie
o Produceren
 In eerste instantie enkel voor eigen basisbehoeften
 Maar al snel: productieoverschotten (vb: meer graan dan eigen gezin nodig
heeft...)
o Productieoverschotten ruilen
 Vb: graan in ruil voor appelen, melk in ruil voor eieren
o Maar ruilsysteem stoot op zijn beperkingen
 Vb:
 A heeft graan te veel en wil appelen in ruil
 B heeft appelen maar heeft geen graan nodig
 B heeft melk nodig maar A heeft geen melk op overschot
 C heeft wel melk op overschot: hopelijk heeft hij nood aan graan?
o Soms ruilen via grote omweg: arbeidsintensief
o Onzeker
o Nood aan universeel ruilmiddel
 Ontstaan van bijzonder goed: geld
o Vanaf dan: ruil verbreden, systematiseren, met steeds meer tussenpersonen
 Ontstaan markten

2. Wat is een markt?
o Markt = “plek” waar je iets kan kopen (vraag) of iets kan verkopen (aanbiedt) aan
een bepaalde prijs (geld)
o Levert winst op voor verkoper = producent
 Meestal organisatie, bedrijf, onderneming, zelfstandige…
o Kost iets aan koper = consument
 Meestal individu of gezinnen
o Vb van markt:
 Commerciële sector: zara, zalando…
 Markt ouderenzorg (sociale sector): wit-gele kruis…

1.1. Een speciale markt
1.1.1. Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt
o Alle plaatsen waar betaald werk wordt verricht
 Arbeid (werk) wordt geleverd door werknemers (individuen)
 Voor arbeid wordt betaald door werkgevers (bedrijven, organisaties)
o Kost iets aan ondernemingen
o Winst voor individuen/gezinnen
 Loon (met loon: kopen op andere markten (consumeren))



Conclusie: wat is een markt?
(Virtuele) plek waar mensen goederen en diensten uitwisselen om hun
(basis)behoeften te voorzien
= trefpunt van consumenten en producenten

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vaninap. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,29
  • (0)
  Ajouter