Samenvatting Ontwerpmethodiek: Semester 1
1. Ontwerptheorie
1.1.1. Creativiteit
CREATIVITEIT is de kunst om patronen, gewoonten en zekerheden te doorbreken. Creativiteit
is het creëren van iets nieuws dat nuttig en verrassend is.
creativiteit heeft ook te maken met inventiviteit en daadkracht. Een idee alleen is niets, je
moet het ook realiseren.
Top 5 van wat we verstaan onder creativiteit:
- Vernieuwend zijn
- Oplossingen bedenken
- Out-of-the-box thinking
- Originaliteit
- Anders denken
1.1.2. Brainstorm
BRAINSTROM: is een creativiteitstechniek met als doel snel, veel nieuwe ideeën over
een bepaald onderwerp of vraagstuk te genereren. Het kenmerk van een
brainstormsessie is dat het waardeoordeel over de geopperde ideeën wordt uitgesteld
totdat alle ideeën zijn opgesomd.
Basisregels!:
• Geen kritiek. Er dient geen kritiek op de geopperde ideeën geleverd te
worden. Later in het proces worden de opgesomde ideeën bekritiseerd.
• Aandacht op kwantiteit. Het achterliggende idee van het brainstorm - proces is
dat door zo veel mogelijk ideeën op te sommen er altijd wel een bruikbaar idee
bij zit.
• Wilde ideeën zijn welkom. Wilde ideeën maken mogelijk nieuwe on -
verwachte toepassingen mogelijk.
• 1+1=3. Door het combineren van bestaande goede ideeën zijn mogelijk nog
betere ideeën te realiseren.
Gps brainstorm methode
STAP 1
IDEEËN GENEREREN
STAP 2
IDEEËN SELECTEREN
- welke ideeën spreken jou het meest aan,
- vond je ze boeiend, vernieuwend, verassend,..?
- welke wil je verder onderzoeken?
, - de verschillende ideeën registreren
- archiveren in je schetsboek (dmv. foto’s, beeld, tekst, woordspin, schetsen,...)
STAP 3
IDEEËN UITWERKEN
- maak het concreet
- heldere beschrijving:
- wie, wat, waar, wanneer,
- waarom, hoe vaak, ..
AANDACHTSPUNTEN
o - stel je oordeel uit
o - openheid en enthousiasme
o - aandacht voor gekke of naieve ideeën
o - meeliften op ideeën van anderen.
o - geen dikke nekken, geen egotripperij
1.1.3. Assosiatieve beelden
1.1.3. ASSOCIATIEVE BEELDEN
• MATERIELE BEELDEN: natuurlijke en kunstmatige (visueel, auditief, audiovisueel)
natuurlijke spiegelbeeld, schaduw, ... kunstmatige alle door de mens vervaardigde
beelden
visuele: -
beeldende kunst : (figuratieve) schilderijen, tekeningen, standbeelden en andere
(figuratieve) plastieken (ook maquettes en modellen) -
fotografie : foto's, hologrammen -pictografie: pictogrammen en schematische afbeeldingen
auditieve: -
hoorspel, elke klanknabootsing in een muziekuitvoering
audiovisuele : -
films, televisieprogramma's, computeranimaties, toneelvoorstellingen en andere
uitbeeldende handelingen zoals in nabootsende spelen, historische optochten en sommige
liturgische handelingen en rituelen
• HALFBEELDEN (bvb. visuele poëzie, lay-out van een tekst, ... )
• MENTALE BEELDEN (subjectief daar ze alleen maar bestaan voor degene die ze vormt
en dus niet voor derden waarneembaar zijn)
reproductief (gewone voorstellingen en herinneringen)
anticipatorisch (voorstellingen van wat men wil gaan doen of wat er zal gebeuren)
, fantasiebeelden voorstellingen die niet teruggaan op reëel bestaande zaken
droombeelden
• DEELS SUBJECTIEVE, DEELS OBJECTIEVE BEELDEN (bvb. gezichten in een vlek op het
behang e.d.)DIEK
• ARCHETYPISCHE OF MYTHOLOGISCHE SYMBOLEN (bvb. judas als oerbeeld van de
verrader)
• DENKBEELDEN in de betekenis van een visie of een geheel van opvattingen.
• VERBALE BEELDEN (beeldende taal, klanknabootsingen, isomorfisme, 'Levendige
beschrijvingen', vergelijkingen)
• UITDRUKKINGEN MET "BEELD" IN AFGELEIDE BETEKENIS
Beeldend proces
1) Object, wereld: dit gebied omvat alles buiten de persoon
2) Waarneming, kijkvoorwaarden: licht, kleur, ruimte en vorm
!!! Het is van Belang er van uit te gaan dat waarnemen te ontwikkelen is.
De meeste mensen nemen wat buiten hun directe leef- en werksfeer ligt globaal en clichématig
waar. Beeldende kunstenaars en vormgevers beschikken over het algemeen over een hoog-
ontwikkelde waarneming.
3) Subject, mens: De wijze waarop informatie in het subject wordt geordend en opgeslagen
bepaalt zijn werkelijkheid. Deze werkelijkheid is voor ieder verschillend en afhankelijk van
waarnemingsvariabelen en persoonsfactoren.
Vanuit deze subjectieve werkelijkheid benadert de persoon zijn wereld.
Informatie die niet overeenstemt met het werkelijkheidsbesef van het subject wordt
afgewezen, wekt irritatie of agressie op, of wordt in het geheel niet opgemerkt.
Zelden wekt deze informatie de nieuwsgierigheid. Een van de fundamentele functies van de
beeldende vorming is het doorbreken van dit mechanisme : vooroordelen doorbreken,
schema's aantasten en het opwekken van een open benaderingswijze.
4) Inhoud:
1.Thematiek:
inhouden, betekenissen
Hieronder wordt dat deel van de zichtbare of voorstelbare werkelijkheid verstaan,
waarop de aandacht wordt gericht. Zo is het mogelijk om in de vormgeving rubricering
aan te brengen naar grote inhoudelijke categorieën : architectuur, meubels, auto's,
huishoudapparaten, reclame, verpakking, ...
Vorm. 2. Zienswijze : kijkvoorwaarden (la) beeldaspecten (zie schema)
3.Werkwijze : materiaal, gereedschap, hanteringswijze
, (III) BEELDEND PRODUCT met zijn specifieke
beeldkwaliteiten : expressief: nadruk van het product
ligt op de maker ervan, impressief product vertelt
een verhaal, constructief, fatisch, esthetisch,
informatief, directief.
Beeldaspecten:
VORM EN RUIMTE LICHT KLEUR
Punt, lijn, vlak
vorm :
- open/gesloten
- positief/negatief
- buitenvorm/binnenvorm
- silhouet
- plat
- plastisch
- geometrisch
- organisch
- hoekig
- vaag
- restvorm
vormordening :
- vlakvulling
- symm/a-symm
- statisch/dynamisch
- diagonaal
- ornamentaal
- vertic/horiz
- ritme/herhaling
vormcontrast
vormvervreemding
proporties
compositie
textuur