Virologie examen
1. Bespreek Hepatitis D
= hepatitis D delta agens
- Virus met als primair topisme de lever
- ssRNA virus van 1,7 kb met surface Ag van Hep B
- Is een incompleet virus
- Overleeft enkel als surface Ag B in bloed zit.
o Dus enkel bij Hep B-patiënten→ want moet capside krijgen van B
- Kan wel de ernst van Hep B verergeren
2. Geef de labotesten om antistoffen aan te tonen
Onrechtstreeks aantonen van virus via antistoffen → vroeger belangrijker dan de directe methode
- Immunofluorescentie
o Techniek waarbij fluorescerende kleurstoffen worden gebruikt die oplichten als ze
worden bestraald met licht van een kortere golflengte
o Deze kleurstoffen worden gebonden aan kunstmatig geproduceerde antistoffen (vaak
opgewekt in muizen of ratten) die gericht zijn tegen eiwitten van de mens
o Een oplossing van deze gelabelde antistoffen wordt aangebracht op een coupe.
o De antistoffen binden aan het eiwit waartegen ze gericht zijn, bijvoorbeeld
immunoglobuline G (IgG).
o Niet-gebonden antistoffen worden weggewassen.
o Vervolgens wordt de coupe onder de immunofluorescentie microscoop bekeken met
blauw licht.
o De gelabelde antistoffen lichten felgroen op (ook andere kleuren zijn beschikbaar)
waardoor precies te zien zijn waar de eiwitten zich bevinden.
o Dit wordt directe immunofluorescentie genoemd.
- Hemagglutinatie-inhibitie
o Virus bij staal doen waarbij je op zoek bent naar antistoffen
o Daar breng je dan RBC bij → als er geen antilichamen aanwezig zijn → hemagglutinatie
reactie → matje op bodem van welletje
o Als er wel antistoffen zijn → dan bezetten die het virus → RBC kunnen niet meer
coördineren → rollen naar beneden → inhibitie van hemagglutinatie
1
, o Dus pos als er geen hemagglutinatie optreedt
o Daarna kan je nog een verdunningsreeks maken van het staal om te zien hoeveel
antilichamen aanwezig zijn
- Complementfixatie
o RBC + complement factoren + virus
o Indien geen antilichamen aanwezig → complement valt RBC aan → lysis → Hb naar
buiten
o Buisje kleut rood door Hb en dode RBC die naar beneden zakken als een tapijtje
o Als er antilichamen aanwezig zijn → binden virus
Complementfactoren hebben meer affiniteit voor antigeen-antilichaam complex
→ verkiezen dit boven RBC → RBC blijven leven en rollen naar beneden →
hoopje op de bodem
o Opnieuw met verdunningsreeks om te zien hoeveel antilichamen aanwezig zijn
- ELISA
o Meest gebruikt
o Antilichamen opsporen in staal van patiënt
o Enzyme Linked ImmunoSorbent Assay, is een immuno-enzymtechniek die het mogelijk
maakt de antigeen-antilichaamreactie te detecteren met behulp van een kleurreactie.
- Seroneutralisatie
o Virologie eigen techniek
o Celcultuur in vaste drager, niet concaaf → cellen vermenigvuldigeren zich
o Dan virus erbij → vallen cellen aan → cellen lyseren → komen los van opp → afwassen
met vloeistof → dan heb je niets meer over
o Maar als er antilichamen in het staal zitten en je voegt virus toe → dan binden Ab het
virus → cellen lyseren niet en kunnen aangekleurd worden
3. Leg de manieren uit waarop een virus de cel kan verlaten
2 manieren
- Cytolyse: drastische manier
o Virus blijft producerent tot de cel doodgaat of openbarst
o Dit kan in heel wat cellen tegelijk gebeuren → enorme stijging aantal viruspartikels →
enorme aanval op lichaam
- Budding: vriendelijke manier
o Viruspartikel leunt tegen celwand → verzamelt actief celwand rond zich → splitst als
knopje af van de cel
o Nooit plotse enorme vrijzetting van virus, want gaat trager
2
, o Op deze manier kan je latente infecties hebben die heel lang kunnen bestaan → bv
herpes
o Cel blijft leven → maar als budding sneller gaat dan de membraansynthese, dan toch
dood
Doel van een virus is niet om de gastheer te doden → want hoe langer de gastheer leeft, hoe langer het
virus leeft
4. Bespreek hepatitis A
Picornaviridae, ssRNA virus
- Behoort tot de kleinste virussen die er zijn
- Liggen gegroepeerd
- Heel infectieus
- Capside bestaat uit VP1, VP2, VP3 en VP4
Faeco-orale transmissie
Kan lang en goed overleven in koud, zoet water, ook in zeewater, maar daar heb je het voordeel van
stroming (best in koud zoet)
- Vroeger zijn er grote outbreaks geweest via oesters → door banken die te dicht bij grote steden
lagen
o Oesters filteren water, maar virus bleef zitten
- Ghanges rivier → grote besmettingsbron voor toeristen
Bij het eerste contact op 5, 6 jaar zijn er geen symptomen.
- Lever is nog vitaal genoeg.
- Maar op een beetje koorts na, asymptomatisch
- En dan is men levenslang beschermd!
- Maar vroeger kwamen besmettingen meer voor.
3
, o Huidige generatie heeft geen moestuinen meer
Vroeger bemeste men groenten met menselijke uitwerpselen
o En dus veel minder seropositieven.
Vroeger was 50-55% seropositief.
En 65% van de migranten.
Zonder vaccinatie is van onze generatie maar enkele % beschermd.
- Om deze reden is participatief toerisme geen goed idee. → bv Ghanges rivier
- Hoe ouder bij primo-infectie, hoe gevaarlijker
Symptomen
- Gele sclera en geelzucht
- Acute virale hepatitis
- Algemene malaise, nausea in maag en darmen
In lab kan men As aanduiden
- Deze komen na 3,5 w voor en zijn detecteerbaar na 4 weken.
- Echter, men is infectieus na 1,5 weken!
- Is dus gevaarlijk omdat we ons pas na een aantal weken ziek voelen.
Bij geelzucht zijn er goedkope serologische tests om Hep A aan te duiden.
- IgG en IgM beginnen te stijgen na 3,5 weken met een piek op 6 weken.
Preventie bestaat uit goed handen wassen.
- Eveneens zijn er goede vaccins op de markt.
- Komen voor in 2 vormen: tegen A vs. tegen A én B.
o Havrix vs. Twinrix.
5. Bespreek complementfixatie test
Complementfixatie
- RBC + complement factoren + virus
- Indien geen antilichamen aanwezig → complement valt RBC aan → lysis → Hb naar buiten
- Buisje kleut rood door Hb en dode RBC die naar beneden zakken als een tapijtje
- Als er antilichamen aanwezig zijn → binden virus
o Complementfactoren hebben meer affiniteit voor antigeen-antilichaam complex →
verkiezen dit boven RBC → RBC blijven leven en rollen naar beneden → hoopje op de
bodem
- Opnieuw met verdunningsreeks om te zien hoeveel antilichamen aanwezig zijn
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur angvb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.