Hoofdstuk 10: Handicap
Wat wordt er beschouwd als een handicap? We kennen een aantal duidelijke voorbeelden, denk aan
doof zijn, blind zijn, verlamd zijn, het Downsyndroom hebben of lijden aan achondroplasie
(genetische aandoening). Maar, er zijn ook omstreden voorbeelden, bijvoorbeeld linkshandig zijn,
klein zijn of juist heel erg groot zijn.
Ableïsme of validisme
Er zijn ontzettend veel -ismes of -fobieën. Lookism is de minst onderzochte vorm van negatieve
attitude en negatief gedrag, maar vermoedelijk een van de cluster van gedragingen die het meest
ingrijpend is. Welke voordelen schoonheid in het leven brengt is spectaculair: sociale contacten of
het welbevinden dat hieruit op voortvloeit. Dit geeft een enorme impact, enorme privileges, etc..
Ableïsme en validisme passen ook in dit rijtje van -ismes. Bij validisme (ableïsme) gaat het over een
attitude enerzijds, anderzijds over een gedraging. De attitude houdt in dat (1) men (de
eigenschappen van) een persoon ontwaard op basis van een handicap. Een handicap is een soort
gebrek dat het voor jou bemoeilijkt om iets te doen, om bepaalde rollen te vervullen. Het kan gaan
om de ontwaarding van een specifieke eigenschap, maar ook om een persoon in zijn geheel; (2)
Gedrag dat uitsluit (of discrimineert) op basis van die ontwaarding of op basis van die eigenschap die
ontwaarding geeft op basis van die attitude. Validisme hoeft niet rechtstreeks gericht te zijn tegen
iemand met een handicap, maar kan zich ook uitten in het gebruik van handicaps als scheldwoord.
Versies van het validisme
De discussie gaat over de meer subtiele versies van het validisme, dit komt omdat het niet duidelijk is
of dit duidelijke vormen zijn van racisme, omdat het zo subtiel (vaag) is verwoord. Er is een
consensus (wijd gedeelde mening) dat racisme en seksisme slechte dingen zijn.
1. Minderwaardig want het is een handicap
Een niet-subtiele uitspraak is: “Persoon A is minder waard dan persoon B, want persoon A heeft een
handicap en persoon B niet”. Een meer subtielere versie is: “Als je zou mogen kiezen, dan zou je toch
een persoon zijn die niet doof of blind is”.
2. Minderwaardig en dus minder rechten, bijvoorbeeld iemand uitsluiten van een activiteit
Een niet-subtiele uitspraak is: “We sluiten persoon A uit”. Een meer subtielere uitspraak is: “We
houden in onze activiteiten alleen maar rekening met de mogelijkheden van persoon B”. In subtielere
discriminatie heb je ook te maken met validisme, wanneer je in je activiteiten niet voldoende
rekening houdt met de mogelijkheden van mensen met een handicap. Die mogelijkheden verschillen
duidelijk van de mogelijkheden van de niet-gehandicapten. Bijvoorbeeld: In een auditorium met veel
trappen geen lift hebben voor mensen die in een rolstoel zitten. Dit kan beschouwd worden als een
subtiele vorm van validisme.
Harriet McBryde Johnson in ‘Unspeakable conversations’
Er is iemand in Amerika die strijdt voor postnatale abortus: een abortus na de geboorte. Dit vooral
voor zwaar gehandicapte kinderen, want daarvoor is het leven hun niet waard. Harriet (zelf zwaar
gehandicapt) is hier fel op tegen, haar argument is: “Het leven met een handicap is even waardevol
dan het leven zonder een handicap, ware het niet voor het validisme”. Zij onderbouwt dit door te
vertellen dat er activiteiten zijn die zij heel anders ervaart dan een gezond persoon.
Gewoon een variant?
Dit is het debat die we op scherp gaan stellen. Aan de ene kant staan de activisten ofwel de critici
van het validisme. Zij maken een onderscheid tussen een niet-gehandicapt en een gehandicapt
lichaam. Dit onderscheid is vergelijkbaar met het onderscheid van iemand met blauwe ogen en
iemand met bruine ogen (ofwel het onderscheid tussen mannen en vrouwen): Er is een verschil,
maar het verschil is niet te plaatsen in een hiërarchie. Het is niet zo dat er een beter is dan de ander.
Een handicap hebben is een ‘mere difference’, een louter verschil, maar geen slecht verschil.
Pagina 1 van 7