Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting blok 2.3C 'History and Methods of Psychology' €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting blok 2.3C 'History and Methods of Psychology'

2 revues
 18 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement

Alle literatuur beschreven in deze samenvatting is gebaseerd op de literatuur voor de coronacrisis. Heb je aangepaste literatuur gekregen? Dan zou het kunnen dat deze samenvatting niet geheel overeenkomt met die literatuur. Alle problemen staan erin geschreven en de besproken notulen zijn er ook i...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 77  pages

  • 17 mai 2021
  • 77
  • 2020/2021
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: renee-16 • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: codpl53 • 2 année de cela

avatar-seller
Probleem 1: Early Roots of
Psychology
Leerdoelen:
1. Welke psychologen/filosofen horen bij welke stroming?
2. Welke visies zijn er en welke worden ondersteund?
3. Verschillen filosofen en verschillende kijk over kennis vergaren?




1

, Leahey hoofdstuk 2: Plato & Aristoteles

Plato:
- Heeft zijn filosofie gericht tot het achtervolgen van gerechtigheid voor zowel de staat als voor het
individu.
- Hij ging verder op het idee van Socrates over the Good.
- Het nieuwe begrip van deugd die Plato heeft gekregen, zal zich later vormen tot het Christendom.
- Verschil tussen mensen en dieren:
o De hoeveelheid abstracte kennis  dieren hebben alleen kennis van het concrete hier en
nu.
- Hij was de oprichter van de epistemologie  studie van kennis. Dit is later uitgegroeid tot
cognitieve psychologie.
- De waarheid heeft twee kenmerken:
o De waarheid, en dus kennis, is alleen waar als het op alle tijden en in alle plekken waar is.
o De waarheid moet rationeel gerechtvaardigd kunnen worden. Dus d.m.v. logische
redeneren.
- Wij zien de waarheid niet voor wat het echt is omdat onze observatie wordt aangetast door
individuele verschillen en culturele vooroordelen.
o De menselijke perceptie kan dus geen adequate theorie vormen voor de waarheid!

The Forms:
- Metafysische realiteit  de Vormen bestaan echt als niet-fysieke objecten.
- Nativisme  je bent geboren met al je kennis, omdat je de Vorm al hebt gezien. Door je leven
heen kom je de Vormen tegen en probeer je jezelf een beter mens te maken.
- Leren volgens Plato  omdat je alle kennis al hebt, is leren eigenlijk alleen maar het weer
ophalen van je kennis (ook uit vorige levens).
- De Vormen en wat we zien op aarde:
o Alles wat we zien op aarde is een kopie van de Vorm. Dit is niet perfect en wordt vervormd
door onze perceptie en culturele vooroordelen.
o Bijv. Plato zegt dat een beeld of een persoon pas mooi is als het lijkt op de Vorm van
Schoonheid, anders is het lelijk. Hetzelfde geldt voor het oordeel als iets goed is, het moet
lijken op de Vorm van Deugd.
- Het Griekse woord dat Plato gebruikte om de praten over de Vormen lijkt op het Engelse woord
idea, een psychologische entiteit (dus subjectief). Maar het is belangrijk om te weten dat Plato de
Vormen niet ziet als iets subjectiefs, maar als een feit!
- Om de Vormen goed te kunnen beschrijven, beschreef Plato ze als metaforen.
- Simile of the sun:
o Hierin zegt Plato dat wat the Form of the Good is voor de wereld van de Vormen de zon is
voor de fysieke wereld van objecten (kopieën van the Forms).
o De zon wordt gezien als het ‘andere derde ding’ dat nodig is om te kunnen zien.
 Ze dachten namelijk dat de ogen stralen konden uitzenden die op fysieke objecten
komen en zo kunnen we zien. Maar omdat we niet goed kunnen zien in de nacht, is
de zon dus wel nodig om de stralen te kunnen produceren.
o Het ‘andere derde ding’ dat nodig is voor de Vormen om hen te kunnen kennen is een
goddelijke verlichting, namelijk de Vorm van de Deugd. Dat hebben we dus nodig om de
deugd te kennen.
- Metaphor of the line:
o Er wordt een lijn in vier ongelijke delen ingedeeld. De lengte van elk deel is een meting voor
de hoeveelheid waarheid die het deel bevat (zie plaatje).
o Wereld van verschijningen:
2

,  A: inbeelden  laagste level, slechts een
kopie van iets
 B: overtuigingen  kijken naar de
objecten zelf, zichtbare dingen
o Intelligente wereld:
 C: denken  echte kennis, begrijpelijke
wereld
 D: intelligentie of kennis  plek van alle
waarheid, de echte kennis
- Allegory of the cave:
o Volgens Plato is elk ziel gevangene in een imperfect lichaam, geforceerd om te kijken door
imperfecte ogen naar imperfecte kopieën van de Vormen, verlicht door de zon. Verder is
de ziel een slachtoffer van de conventionele overtuigingen van de samenleving waarin ze
leven. Plato wil dat je hieruit losbreekt en opzoek gaat naar de echte waarheid.
o Deze vergelijking is tegelijk optimistisch en pessimistisch.
 Het is optimistisch in de manier dat je met genoeg moeite bevrijdt kan worden van
de illusie en onwetendheid.
 Het is pessimistisch in de manier dat het zoeken naar de echte Waarheid pijnlijk
en zeer lastig kan zijn. Het is dus alleen weggelegd voor diegene die dit aankunnen.
- The ladder of love:
o Plato zegt dat de liefde van schoonheid het makkelijkste pad naar de wereld van de
Vormen is. De ladder van de liefde kan je omhoogklimmen naar verlichting.
o Via het vrouwelijke karakter Diotima beschrijft Plato beschrijft een opwaartse klim van
profane psychische liefde naar heilige liefde voor de Vorm van Schoonheid zelf.
 In de tijd van Plato hadden vrouwen geen rechten en mochten ze eigenlijk alleen
thuisblijven, uit het zicht van mannen. Ze waren alleen goed voor voortplanten.
o De eerste rang van de ladder is seksuele liefde.
 In de tijd van Plato werd er nog geen onderscheid gemaakt tussen homoseksualiteit
en heteroseksualiteit. Tussen zowel mannen als tussen vrouwen ontstonden er
uiteindelijk homoseksuele relaties. De echte aard van deze relaties is alleen nog niet
helemaal duidelijk, er wordt nu gedacht dat de relaties platonisch waren. Uiteindelijk
wordt liefde door mannen voor vrouwen wel als beter gezien dan een homoseksuele
liefde, omdat vrouwen kunnen zorgen voor nageslacht.
o De tweede rand is liefde in zijn algemeenheid.
o De laatste rand is het herkennen van schoonheid aan ander lichaam.
- Reïncarnatie:
o Plato heeft door de religieuze invloeden vanuit het oosten (zeker het Hindoeïsme),
gekeken naar het idee van reïncarnatie.
o Zielen worden geboren in de hemel en kunnen dus de Vormen zien voor hun eerste
incarnatie in het lichaam (ofwel van een mens ofwel van een dier afhangend van je
zonden).
Menselijke motivatie volgens Plato:
- Plato accepteerde de overtuiging van de Grieken dat geluk en deugd verbonden zijn en dat alle
mensen van nature zoeken naar geluk.
- Ontstaan van slecht gedrag  Plato accepteerde niet het idee van Socrates dat slechte daden
een resultaat zijn van onwetendheid alleen. Hij zei dat het de rationele ziel niet lukt om de
verlangende ziel om toom te houden (we hebben alle drie de zielen die hieronder zijn beschreven).
- Plato verdeelde de burgers van de Republiek in drie klassen die allemaal op hun eigen manier
gemotiveerd zijn om iets te doen:
o Rational soul/guardians  dit is de hoogste en de onsterfelijke ziel.



3

, Dit zit in het hoofd omdat dit ziel, omdat het perfect is, rond moet zijn en dus in het
meeste ronde en hoogste deel van het lichaam moet zijn. De rationele ziel regeert
over elke beschermer, die dus het meest geschikt is om de Republiek te regeren.
o Spirited soul/auxiliaries  dit staat onder de rationele ziel en zit in de borst en is
dominant bij de assistenten.
 Deze ziel is gemotiveerd door glorie en roem, maar kan hierdoor dus ook schaamte
en schuld ervaren.
o Desiring soul/minst deugden  dit zit in de buik en genitaliën.
 Deze ziel wordt gestuurd door wat het wilt, bijv. door honger of geld. Het is altijd
bezig met zijn eigen interesses en is aanwezig in de productieve klassen. Deze
klasse kan niet heersen omdat het alleen kijkt naar wat hij zelf wil.
Kritiek op Plato:
- Homunculus probleem  de acties van de innerlijke persoon zijn alsnog onbekend  wie is
verantwoordelijk voor het gedrag van de bestuurder? Zit er in de bestuurder nog een kleine man?
- Je kunt zijn theorie eigenlijk niet zien als theorie, maar meer als uitgangspunt.



Aristoteles:
- Aristoteles was een student van Plato.
- De verschillen tussen Plato en Aristoteles begint met temperament.
o Plato heeft nooit een systematische filosofie ontwikkelt, maar Aristoteles heeft dit wel
gedaan. Hij was dan ook eigenlijk een wetenschapper en maakte gebruik van het
empirisme.
o Aristoteles was altijd praktische en down to earth.
- Voordat de term ‘wetenschapper’ in het leven werd geroepen in de 19de eeuw, werden mensen die
de natuur bestudeerde natural philosophers genoemd. Dit was Aristoteles dus.
- Een ander verschil:
o Plato keek voor het vinden van de waarheid naar de hemel (Vormen zijn in de hemel) en
niet naar de aarde. Aristoteles keek juist naar de wereld (vormen zijn te vinden op aarde).
Filosofie als wetenschap:
- Aristoteles was de eerste persoon die filosofie als wetenschap neerzette.
- The four fashions of explanation  hij gaf vier manieren om dingen en gebeurtenissen te
verklaren. Hij focuste vooral op wat een ding is en niet op wat de dynamiek van verandering van
het ding is (dit is meer de focus van hedendaagse wetenschap).
- Aristoteles bedacht manieren van uitleg:
o Vorm  maakt een ding wat het is, dit is wat we kunnen zien.
o Materie  hoe dingen ontstaan of gemaakt zijn, dit kunnen we niet zien
- Volgens Aristoteles kan iets dezelfde materie hebben, maar een andere vorm aannemen. Maar iets
kan ook dezelfde vorm hebben, maar bestaan uit een andere materie.
- Het concept van vorm volgens Aristoteles is meer dan alleen vorm en wordt verdeeld in drie
andere oorzaken:
o Essential cause  vorm geeft een betekenis voor wat iets in de essentie is. Dit is dus een
definitie.
o Efficient cause  vorm dat bevat hoe dingen ontstaan of gemaakt worden.
o Final cause  vorm die het nut van een ding bevat.
- Empirisme  Aristoteles observeerde de natuur en legde uit hoe de natuur werkt, maar hij testte
de natuur niet door middel van experimenten.
- Aristoteles en zijn idee over causale verbanden:
o Hij zag dit als natuurlijk gedrag van dingen als het gaat om hun essentie.

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LisanneFranc. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  2x  vendu
  • (2)
  Ajouter