Vennootschapsrecht
Bronnen & structuur WVV
Inleiding
Eerste vennootschappen dateren van in begin 17 e eeuw – overzeese
handel (oprichting VOC in 1602)
o Idee: Samen een activiteit uitoefenen om winst te maken
o Klassiek doel: vermogensvoordeel voor de aandeelhouders (maar te
nuanceren op vandaag)
Vennootschapsrecht: regels om structuur, organisatie en werking van
vennootschap in goede banen te leiden
Voortdurend in evolutie!
1 mei 2019: nieuw Wetboek Vennootschappen en Verenigingen
(WVV) in werking getreden
o Vervangt het oude W.Venn. (let hierop bij doornemen van
bronnenmateriaal!)
o Alle regels voor vennootschappen en verenigingen in 1 wetboek
verzameld
o Belangrijke modernisering vennootschapsrecht! Via 3 krachtlijnen:
Vereenvoudiging
Meer aanvullend recht en dus meer flexibiliteit
Tegemoet komen aan Europese evoluties en tendenzen
o Kadert in grotere hervorming van handelsrecht naar
ondernemingsrecht
Nieuw wetboek Vennootschappen en verenigingen (WVV)
• 18 boeken, ondergebracht in 5 Delen:
- Deel 1: Algemene bepalingen (Boeken 1, 2 en 3)
- Deel 2: De vennootschappen (Boeken 4, 5, 6 en 7)
- Deel 3: De verenigingen en stichtingen
- Deel 4: Herstructurering en omzetting
- Deel 5: De Europese rechtsvormen
Overgangsbepalingen
, WVV in werking getreden 1 mei 2019
Nieuwe vennootschappen die vanaf 1/05/2019 worden opgericht: regels
WVV volgen
Bestaande vennootschappen:
o Uiterlijk 1 januari 2024 moeten alle statuten aangepast zijn aan
de nieuwe regels
o Tenzij statutenwijziging op eerder moment: op dat moment
conformeren aan WVV
o Leden bestuursorgaan persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk
o Vanaf 1 januari 2024 van rechtswege omzetting ‘oude’
vennootschapsvormen
o Een aantal dwingende bepalingen zijn op 1 januari 2020
automatisch in werking getreden, bv.:
Nieuwe geschillenregeling
Nieuwe regels inzake bestuurdersaansprakelijkheid
Nieuwe regels inzake benaming vennootschap (‘BV’ ipv
‘BVBA’)
Deel 1. Algemene bepalingen
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
1. Het begrip vennootschap, vereniging en stichting
Materiële geldigheidsvereisten
1.1Rechtshandeling ( meer- of eenhoofdigheid)
Geldigheidsvoorwaarden artikel 1108 BW van toepassing (toestemming
– bekwaamheid – voorwerp – oorzaak)
Principe: vennootschappen kunnen door 1 persoon worden opgericht
maar er zijn uitzonderingen, afhankelijk van vorm (bv. Maatschap en
cv)
Verenigingen, zoals bv een VZW (is een vereniging met
rechtspersoonlijkheid): steeds door 2 personen op te richten
,1.2Inbreng (art. 1:8 WVV)
Wat door de vennoten/aandeelhouders wordt ingebracht
In geld, natura of nijverheid
In eigendom of in genot (wat inbreng in geld of in natura betreft)
1.3Voorwerp – nauwkeurig omschreven activiteiten
Vennootschap: activiteiten met als uiteindelijk doel: winstuitkering aan
vennoten
Vereniging en stichting: streven belangeloos doel na
1.4Vermogensvoordeel
In oude W.Venn was onderscheid tussen vennootschappen en
verenigingen gebaseerd op het al dan niet realiseren van winst (wel of
geen winstoogmerk)
In nieuwe WVV wordt dit criterium vervangen door: wel of niet uitkeren
van winst
2. Waarom opteren voor een vennootschap ?
3. Soorten vennootschappen – begrip ‘rechtspersoon’
Rechtspersoon
Een juridische-technische creatie die ervoor zorgt dat de entiteit kan
deelnemen aan het rechtsverkeer (juridische creatie die men niet
kan aanraken)
Heeft een eigen identiteit en eigen organen die voor de
rechtspersoon optreden
Heeft rechtsbekwaamheid (enkele uitzonderingen, bv familiale en
politieke rechten)
Handelingsbekwaamheid via natuurlijke personen (B, L & E) die de
rechtspersonen vertegenwoordigen (organen)
Rechtspersoonlijkheid vanaf neerlegging uittreksel oprichtingsakte
bij de ondernemingsrechtbank
Eigen naam, eigen vermogen en eigen woonplaats (= zetel)
, Soorten vennootschappen – 1e indeling
Soorten vennootschappen – met -zonder – onvolkomen
rechtspersoonlijkheid
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laurinecnudde. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.