Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting boek: Professioneel schrijven €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting boek: Professioneel schrijven

 8 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting boek: Professioneel schrijven voor de studie HBO Associate Degree, jaar 1.

Aperçu 3 sur 21  pages

  • Oui
  • 15 mai 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Boek: Professioneel schrijven
Hoofdstuk 1: Het schrijfproces
1.1 Het werkplan
/
1.2 Strategieën
 Een schrijfstrategie is een weloverwogen werkwijze die een schrijver volgt bij het schrijven
van een tekst.
 Bij sterke strategieën begint de schrijver niet meteen met het schrijven van de definitieve
tekst, maar stelt hij zich eerst een aantal vragen.
1.3 Drie fasen
 Een solide werkplan voor het schrijfproces omvat drie fasen:
- Het opstellen van het ontwerp;
- Het uitschrijven van de tekst;
- Het reviseren (beoordelen en verbeteren) van de tekst.
 Het ontwerp gaat uit van het beoogde onderwerp van de tekst.
 Topische vragen: dit zijn de vragen over het onderwerp met wat, wie, waar, wanneer,
waarom en hoe.
 Brainstormen: dit houdt in dat de schrijver alle woorden die in verband met bet onderwerp
van de tekst bij hem opkomen, noteert.
 Het uitschrijven of redigeren is vooral een kwestie van woordkeuze en zinsbouw.
 Revisie: verbeteren/herstellen. Dit houdt in dat de schrijver het stuk dat hij heeft geschreven,
grondig gaat nakijken en verbeteren.
1.4 Het werkplan: de remedie tegen (bijna) alle kwalen
 De oplossing voor het probleem vastzitten is terugkeren naar het ontwerp, de eerste fase van
het schrijfproces.
1.5 Het doel van de tekst
 Intern doel: het doel dat de schrijver binnen een tekst nastreeft.
 Het hoofddoel is het antwoord op de centrale vraag: wat wil de schrijver vooral met de
tekst?
 Globaal zijn er vijf schrijfdoelen denkbaar:
- Informatief;
- Overtuigend;
- Activerend;
- Expressief;
- Ontspannend.
 Een informatief schrijfdoel houdt in dat de schrijver zijn lezer wil inlichten over bepaalde
aspecten van een feit, ding of persoon.
 Een overtuigende tekst heeft vooral als doel de meningen van de lezer te beïnvloeden.
 Een activerend schrijfdoel houdt in dat de schrijver de lezer wil bewegen om tot een
bepaalde handeling over te gaan.
 Bij expressieve teksten staat de schrijver zelf centraal. Een expressief schrijfdoel houdt in dat
de schrijver tegenover zijn lezen zijn mening of emoties tot uitdrukking wilt brengen.
 Een ontspannend schrijfdoel houdt in dat de schrijver zijn lezers wil vermaken, bijvoorbeeld
met een verhaal dat droevig, spannend, grappig of iets van dien aard is.
 Een informatieve tekst noemt men ook wel een beschrijving, een overtuigende tekst is een
betoog.
1.6 Het sturen van het proces bij de lezer
 Als de schrijver met overtuigende teksten zijn doel echt wil bereiken, zal de boodschap die hij
uitzendt aan een aantal eisen moeten voldoen. Zo zal de boodschap in moeten spelen op
bepaalde gevoelens die bij de lezer leven en wel die gevoelens die bij verandering van

, houding een rol kunnen spelen (gevoel van angst, beroep op medelijden of een beroep op
het gevoel graag tot een bepaalde groep te behoren).
 Advertorials: advertenties die de vorm hebben van een redactioneel artikel
1.7 De boodschap
 De boodschap is een kort, concreet antwoord op de centrale vraag.
1.8 De doelgroep
 De doelgroep bestaat uit de lezers tot wie de schrijver zich richt.
 Het inhoudsniveau is de letterlijke inhoud van de boodschap;
 Het betrekkingsniveau gaat over de manier waarop de zender de boodschap overbrengt en
hoe de ontvanger de boodschap interpreteert.
1.9 Hoe houdt de schrijver contact met de lezers
 Om contact te houden met de lezers kan de schrijver het beste eerst proberen hen in te
schatten.
 Van belang is ook wat de lezer over het onderwerp wil weten.
1.10 Samenvatting
 Het werkplan: voor het schrijven van een tekst voor professionele doeleinden is het
verstandig een werkplan op te zetten voordat met het schrijven van de tekst zelf wordt
begonnen.
 Strategieën: werkwijzen die een schrijver volgt bij het opstellen van de tekst. Voorbeelden
van doeltreffende strategieën zijn de vraagstrategie en de brainstormstrategie.
 Drie fasen (het ontwerp, het uitschrijven en de revisie): het ontwerp is een opsomming van
de thema’s en subthema’s in trefwoorden. Revisie = herstellen.
 Problemen: het werkplan is een remedie tegen veel problemen.
 Het doel: het externe doel is van praktische aard. Het interne doel ligt binnen de tekst zelf.
Het hoofddoel is het antwoord op de centrale vraag van de tekst.
 Doelgroepen: /
1.11 Opgaven
Oefenvragen
 Welke vragen stelt een schrijver zich voordat hij met het schrijven begint?;
 Uit welke drie fasen bestaat het schrijfproces;
 Wat zijn thema’s in dit verband?;
 Wat is het voordeel van het combineren van het stellen van topische vragen met
brainstormen?;
 Welke punten zijn vooral van belang bij uitschrijven?;
 Wat is het verschil tussen het interne en het externe doel van de tekst?;
 Wat verstaat men onder de centrale vraag van de tekst?;
 Welke schrijfdoelen onderscheidt men gewoonlijk?;
 Aan welke voorwaarden moet een overtuigende tekst voldoen als de schrijver zijn doel wil
bereiken?;
 Wat is de boodschap van de tekst?;
 Waarvoor dient boodschapherhaling?;
 Wat moet de schrijver bijvoorbeeld van de doelgroep weten?
Hoofdstuk 2: Het ontwerp
2.1 De structuur en de invulling
 Voor het ontwerp zijn twee aspecten van belang:
- De structuur van de tekst;
- De invulling van die structuur.
 De invulling van de structuur vormt de inhoud van de tekst.
2.2 Het zelf opzetten van een ontwerp
 Het proces van het zelf opzetten van een ontwerp start met het verzamelen van de
benodigde trefwoorden.
 Het zelf opzetten van een ontwerp omvat twee fasen:

, - Het verzamelen van trefwoorden ten behoeve van het ontwerp;
- Het vaststellen van het ontwerp.
 Het ontwerp is een puntsgewijze opsomming van de thema’s en de subthema’s.
 Een onderwerp van vanuit uiteenlopende gezichtspunten worden gezien.
 In het ontwerp moeten in trefwoorden alle thema’s en subthema’s staan die de schrijver in
de tekst wil behandelen.
 De centrale vraag van de tekst is bepalend voor een schema als dit en in het verlengde
daarvan ook voor de boodschap aan de lezer.
 Bottom-up: als een schrijver al met het onderwerp bezig is geweest en bij de start van het
schrijven al over alle deelonderwerpen beschikt en dat hij die deelonderwerpen wil
bundelen.
 Top-down: dan moet de schrijver het onderwerp nog van het begin af aan verkennen.
 Topische vragen beginnen met de vraagwoorden: wat, wie, waar, wanneer, waarom en hoe.
 Brainstormen: dan schrijft de schrijver alle woorden die in relatie tot het onderwerp bij hem
opkomen, op.
 Een mindmap is een schema dat vertrekt vanuit een centraal onderwerp en daaraan
verwante begrippen koppelt.
 Misschien hoeft niet al het materiaal dat is verzameld in de tekst te worden opgenomen. Na
de inventarisatie van de trefwoorden volgt in dat geval de selectie (schrijven is schrappen).
 Hoofdzaken: gegevens die van belang zijn voor het beantwoorden van de centrale vraag.
 Bijzaken zijn gegevens die daarvoor niet of weinig van belang zijn.
 Het ontwerp moet (dan) aan de volgende drie eisen voldoen:
- De volgorde van de thema’s en subthema’s moet in overeenstemming zijn met die
waarin ze in de tekst aan de orde moeten komen;
- Het verschil tussen hoofd- en bijzaken moet duidelijk zijn; geef dat bijvoorbeeld aan door
onderstreping in kleur, kaders en uitroeptekens;
- Het ontwerp moet zoveel mogelijk concreet zijn, liefst tot op alinea’s en zinnen.
 Om tot een goede structuur te komen, is het nodig het beschikbare materiaal te
structureren. Structureren bestaat uit twee fasen:
- Groeperen: de trefwoorden die bij elkaar horen, worden in groepjes bij elkaar gezet;
- Volgorde bepalen: een logische volgorde wordt bepaald, zowel van de groepjes ten
opzichte van elkaar als van de trefwoorden binnen de gevormde groepjes.
 Als het schema voor de hele tekst klaar is, kan het uitschrijven beginnen.
 In een structuur hangen alle elementen met elkaar samen en een verandering van elk
element op zich heeft ook gevolgen voor het geheel.
 Volgens Van der Spel zijn er drie factoren van invloed op de keuze van het moment waarop
een schrijver overstapt van het structureren op het schrijven:
- Tot welk type behoort de schrijver?;
- Om welk soort tekst gaat het?;
- Hoe lang is de tekst?
 Heeft de schrijver de neiging om de structuur tijdens de rit te wijzigen, dan moet hij de
beslissingen over de structuur in een zo vroeg mogelijk stadium nemen. Schrijft hij
georganiseerd, met een structuur in zijn hoofd? Dan kan de keuze vooral afhangen van de
tekstsoort.
2.3 Bestaande tekstschema’s
 Er moet in de tekst een voor de lezer herkenbare lijn lopen.
 Voor het opstellen van een korte, overzichtelijke tekst zoals een brief, kan een bestaand
tekstschema goede diensten bewijzen.
 Bij de argumentenstructuur staan de argumenten centraal.
 Bij de probleemstructuur staan de problemen centraal.
 Als een situatie duidelijk overwegend problematisch is, is de probleemstructuur het beste.
Gaat het om een verbetering van een situatie, dan past de argumentenstructuur beter.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lilian0309. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter