ZAKENRECHT : INLEIDING
Persoonlijk recht = persoonlijke rechten geven aanspraak op een
bepaalde gedraging vanwege een andere
persoon ( =schuldenaar ). De focus ligt op de
persoon
Zakelijk recht = zakelijke rechten verlenen een rechtstreekse
heerschappij over een goed. Betrekking op een
bepaalde zaak, bepaald goed.
Intellectueel recht = geeft aan een auteur een tijdelijk en exclusief
exploitatierecht op een originele creatie van de
menselijke geest
Bijzondere kenmerken van zakelijke rechten:
o Recht van voorrang : de zaak terugnemen van de houder zonder zich te moeten
onderwerpen aan de evenredige verdeling van de activa bij insolvabiliteit. ( =
Insolvabiliteit verwijst naar de toestand van natuurlijke of rechtspersonen die niet in staat
zijn om hun schuldeisers te betalen omdat ze over onvoldoende activa beschikken )
Voorbeeld: pand/hypotheek verlenen een recht van voorrang
o Volgrecht : een zaak terugvorderen, ongeacht in wiens handen de zaak zich mag bevinden
Voorbeeld: art. 96 Hyp.W. (hypotheekrechten); art. 1743 B.W.: (de huurder kan zijn
huurrecht tegenwerpen aan de achtereenvolgende verkrijgers van het gehuurde goed, op
voorwaarde dat de huurovereenkomst vaste dagtekening heeft)
o Specialiteitsbeginsel : een zakelijk recht kan enkel betrekking hebben op geïndividualiseerde
zaken. Een zakelijk recht gaat zich vestigen op een onroerend goed (vb : hypotheek ) , houdt
in dat je een zakelijk recht gaat creeëren op een bepaalde zaak, of dat het recht altijd een
bepaalde zaak tot voorwerp zal hebben. In de nieuwe wet gaan we dit beginsel verankeren.
Een zakelijk recht zal altijd slaan op een goed, daardoor dat specialiteitsgbeginsel op een
gindividualiseerde zaak
o Zakelijke subrogatie : de zakelijke vervanging.
Zaakvervanging: zakelijk recht kan blijven voortbestaan op de tegenwaarde van initiële
onderpand.
Zakelijke subrogatie: dit is wanneer het zakelijke recht bij het verlies van het oorspronkelijk
object blijft voortbestaan op een vermogensbestanddeel dat in de plaats van het
oorspronkelijke object is getreden.
Voorbeelden: Bij zakelijke zekerheidsrechten Art. 10 Hyp. W.
In het huwelijksvermogensrecht Art. 1400, 5 B.W.
,Kunnen we zakelijke subrogatie ook toepassen op gevallen die niet in de wet zijn voorzien? :
5 voorwaarden:
• Er is sprake van een zakelijk recht.
• Het oorspronkelijk voorwerp gaat feitelijk of juridisch teniet.
• Het wordt vervangen door een ander goed.
• Goed moet individualiseerbaar zijn.
• Zakelijke subrogatie is een subsidiaire rechtsfiguur.
Nieuwe Wet Goederenrecht:
Een zakelijk recht strekt zich van rechtswege uit tot alle goederen die in de plaats komen van het
oorspronkelijke voorwerp van het zakelijk recht, waaronder de schuldvorderingen die in de plaats
van het goed zijn gekomen, zoals de vergoeding die door derden verschuldigd is wegens het
tenietgaan, de beschadiging of het waardeverlies van het goed, voor zover het zakelijk recht nuttig
op het nieuwe voorwerp kan worden uitgeoefend en er geen andere manier is om het recht te
vrijwaren (art. 3.10.)
Numerus clausus – beginsel :
Het numerus clausus-beginsel bij zakelijke rechten houdt in dat zakelijke rechten enkel bestaan
voor zover de wet ze voorschrijft. Hierdoor kunnen contractpartijen niet zelf contractueel nieuwe
zakelijke rechten vormen. Men spreekt ook over de limitatieve opsomming van zakelijke rechten
of het gesloten karakter van het zakenrecht. Derden, die geen contractpartij zijn, moeten er
namelijk van uit kunnen gaan dat de contractuele regeling met betrekking tot het zakelijk recht
niet afwijkt van de wettelijke regeling.
o Goederenrecht gekenmerkt door een gesloten karakter, veroorzaakt door dit beginsel.
o Numerus clausus-beginsel:
Vermogensrechten kunnen slechts zakelijke werking hebben voor zover dit door de
wet werd erkend.
Het goederenrecht laat niet toe dat partijen nieuwe zakelijke rechten tot stand
brengen.
o Nieuwe Wet Goederenrecht: het gesloten systeem wordt verankerd in art. 3.3.: enkel de
wetgever kan zakelijke rechten creëren
Zakelijke hoofdrechten:
o Zelfstandig bestaan
o Kunnen op zelfstandige wijze worden overgedragen
o Bv: het eigendomsrecht, recht van opstal, recht van erfpacht,..
,Zakelijke zekerheidsrechten:
o Hoofdzakelijk tot doel om de nakoming van een schuldvordering te voldoen
o Ze verlenen aan de titularis enkel het recht om als eerste uitbetaald te worden uit de
opbrengst van het goed waarop ze betrekking hebben
o Bv: pand, hypotheek, bijzondere voorrechten, retentierecht
Wilsautonomie bij persoonlijke rechten:
o In het verbintenissenrecht
o Principe dat partijen vrij zijn om de inhoud van een persoonlijk recht zelf te bepalen, in de
mate dat ze hierbij niet ingaan tegen een regel van openbare orde, goede zeden of dwingend
recht
o Numerus clausus-beginsel uit het goederenrecht staat lijnrecht tegenover het beginsel van
de wilsautonomie in het verbintenissenrecht
Nuancering gesloten vs. open stelsel:
o Partijen hebben de vrijheid om naar eigen goeddunken invulling te geven aan een zakelijk
recht, voor zover ze de wezenlijke kenmerken van het zakelijk recht, eerbiedigen
o Contracten die zakelijke rechten instellen, mogen evenwel niet raken aan de essentie van de
zakelijke rechten
Zakelijke en persoonlijke rechtsvorderingen:
Zakelijke rechtsvordering = Is een vordering die tot voorwerp heeft, hetzij
de uitoefening of erkenning, hetzij de
verdediging in rechte, van het eigendomsrecht
of een beperkt zakelijk recht
Voorbeeld: vordering tot opeising van een
zakelijk recht, vordering tot ontkenning van
rechten van derden op een goed, vordering tot
afpaling, vordering tot onteigening
Persoonlijke rechtsvordering = Vordering waarvan de titularis aanspraak
maakt op een prestatie van een andere persoon
om iets te geven, te doen of te laten
, ZAKENRECHT: ONDERSCHEID DER GOEDEREN
o Roerende en onroerende goederen
o Lichamelijke en onlichamelijke goederen
o Openbare domeingoederen en private domeingoederen
o Vervangbare en niet-vervangbare goederen
o Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
o Goederen in de handel en goederen buiten de handel
o Cultuurgoederen
Onroerende goederen:
• … uit hun aard
• … door bestemming
• … door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
Onroerende goederen uit hun aard:
Onroerend = je kan iets niet fysiek verplaatsen
o Gronderven :
Art 518 BW
Alle vaste aardlagen onder de grond
o Gebouwen en werken :
incorporatie = gaan ze kijken of iemand op een duurzame wijze iets heeft willen
verankeren ,vastzetten aan de grond. Als men iets er maar tijdelijk staat dan is er
niet voldoen aan de incorporatie
Incorporatiecriterium = niet alleen het gebouw of bouwwerk als zodanig, maar ook
alle onderdelen van het gebouw (vb: trap) en de uitrustingsapparatuur moeten als
onroerend worden beschouwd
o Beplantingen :
Art 520 – 521 BW
o Onderdeel van het gebouw :
= alle goederen die 1 geheel vormen met het gebouw of bouwwerk en noodzakelijk
zijn om het gebouw te voltooien voor zijn normaal gebruik
Zij zijn onroerend uit hun aard, door hun functie in het gebouw, ook al kan men ze
wegnemen zonder beschadiging
Als het ingebouwd word, word het geïncorporeerd !!!!
Bijv. waterleidingen, deuren, rolluiken, trappen