Hoofdstuk 6: Ontwikkeling van identiteit via socialisatie
6.1 Identiteit en identificatie
Vorming van persoonlijke identiteit = voortdurend proces van invloeden van de erfelijkheid en de
omgeving.
Aangeboren eigenschappen worden door primaire en secundaire socialisatie verder
ontwikkeld/aangepast.
Wat aangeboren (nature) is neem je altijd met je mee, het omgevingsgedeelte (nurture) is de situatie
die de aanleg mee beïnvloedt.
Mens heeft anderen nodig om zichzelf te leren kennen.
Voor Kinderen is dat sociaal leren heel belangrijk.
nemen waarden, normen, opvattingen,.. over van anderen, de identificatiefiguren
Identificatiefiguur = eerst: ouders en/of familieleden
Later: vrienden, idolen, leerkrachten
leren hun gedrag aan te passen in de cultuur waarin ze opgroeien.
Identificatie = gedragingen, handelingen die we overnemen van anderen in verschillende situaties.
Identiteit = keuzes maken waarin je jezelf herkent ( je persoonlijkheid)
Zelfconcept (=zelfbeeld) = hoe een individu zichzelf ziet met zijn of haar eigen typische
gedragskenmerken
Groei zelfconcept = indrukwekkend in kinderjaren!
Ontwikkeling 3 basiselementen snel tempo onder invloed van hersenrijping & socialisatie*
1) Zelfkennis:
Zelfbeeld ontwikkelen op basis van zelf verkregen informatie
(=cognitieve deel
2) Zelfwaardering:
positieve of negatieve waarden toekennen eigen
persoonlijkheidskenmerken
(=affectieve deel)
3) Zelfpresentatie:
eigen persoonlijkheid tonen aan de buitenwereld 'het liefst op een
positieve manier'
(= motivatie om te handelen)
*Socialisatie = leerproces waarbij de mens diverse normen, waarden en attitudes van verschillende
groepen overneemt via opvoeding en vorming
,Driejarigen kunnen al enkele eigenschappen van zichzelf benoemen, maar zijn nog niet sterk in
zelfwaardering en zelfpresentatie.
Pas op hun zesde kunnen ze een zelfwaardering geven en hebben ze een besef van hoe ze hun
‘ideale zelf’ aan de buitenwereld kunnen tonen.
6.2 Primaire socialisatie
Eerste identificatieproces gebeurt in de primaire groep = intieme groep met duurzame relaties tussen
de leden. (Gezin, maar ook hechte vriendschapsgroepjes)
Het jonge kind leert zich aanpassen aan de andere leden van zijn kleine omgeving.
Het leert sociaal gedrag, culturele gewoontes en houdingen, een moedertaal en krijgt een geweten.
Ouders zijn hierbij belangrijk, omdat ze gezien worden als de eerste en belangrijkste verzorgers.
Ze hebben niet zo een grote invloed op de persoonlijkheid van hun kind, maar spelen wel een
belangrijke rol bij het stimuleren van het zelfbeeld en de zelfbeheersing.
A Het misverstand opvoeding
Judith Rich Harris ‘misverstand opvoeding’
(= ouders overschatten invloed op persoonlijkheid van hun kind)
Ouders duurzame en betekenisvolle invloed
Ook Steven Pinker gaat hiermee akkoord
Steven Pinker taalontwikkelingkind neemt taal & accent over van groepsgenoten (NIET OUDERS)
Opvoedingsdogma = het geloof in de almacht van de nurture
was erg populair in jaren 1950-1970, maar nu niet meer
Het staat vast dat kinderen belangrijke zaken (taal) van hun ouders leren, maar niet alleen v/d ouders
Verklaringen misverstand opvoeding:
1. Self-serving bias : succes kind = verdienste ouder
2. Ouderlijk instinct: goed door ouders verzorgd = grote overlevingskans
3. Gevoel ouderlijke macht = kenmerk cultuur
Iets loopt fout = schuld vd ouders (Freud)
2de WO kind opvoeden bv: Joden haten
DUS foute opvoeding genetisch , terwijl toen nature nurture
B Enige kinderen en geboortevolgorde
Hoewel broers en zussen in hetzelfde gezin leven, maken ze immers niet allemaal dezelfde
ervaringen mee.
Hun karakter is anders door de genen, maar ook de situatie is anders.
Robert Plomin: Kwam tot de conclusie dat 2 kinderen in hetzelfde gezin een verschillende van elkaar
zijn als willekeurig geselecteerde paren kinderen.
Als ze in persoonlijkheid en intelligentie op elkaar lijken, komt dat door de gemeenschappelijke
genen en niet door de omgeving waarin ze zijn opgegroeid
, Zelfs eeneiige tweeling die samen zijn opgevoed lijken qua persoonlijkheid niet meer op elkaar dan
tweelingen die gescheiden zijn opgevoed.
Voor het ‘enig kind-syndroom’ is er geen wetenschappelijk bewijs gevonden. Ze verschillen heel
weinig met kinderen uit grote gezinnen.
(Verlegen= karaktertrek en heeft dus niet maken met het feit dat je alleen opgroeit)
Van bij de geboorte krijgen baby’s een eigen temperament dat mee de basis vormt voor hun latere
volwassen persoonlijkheid.
Ouders merken dit verschil: ene kind actiever, andere sneller boos.
Die vroege persoonlijkheidstrekken hebben een invloed op de manier van opvoeden.
→Ouders gaan onbewust hun kinderen niet op dezelfde manier behandelen omdat ze juist
verschillende eigenschappen hebben.
→Ouders reageren op de genetische verschillen tussen hun kinderen.
Voorbeelden van differentieel ouderlijk gedrag:
Kind is mooi: krijgen positieve aandacht van ouders
Kind is leergierig: krijgt boeken en wordt meegenomen naar museums
Kind is actief, lenig: aangemoedigd om te gaan sporten
Kind is muzikaal: krijgt sneller een instrument toegestopt
Kind is vervelend: roept sneller irritatie en negatieve aandacht op
Francis Galton: geloofde heel sterk in de invloed van erfelijke eigenschappen.
Hij lanceerde in de 19e eeuw het nature-nurturedebat.
Freud en Adler: zij zeiden dat de plaats in de kinderrij aangewezen werd als oorzaak voor frustraties
in het later leven.
Cécile Ernst en Jules Angst: ontkrachte in 1983 de mythe.
Geboortevolgorde blijft een populair aspect om het karakter van mensen te beoordelen, een beetje
zoals de horoscoop.
De stereotypes zijn gebaseerd op observaties van het gedrag van mensen die de geboortevolgorde
kennen vanuit een gezinscontext.
De manier waarop vrienden of collega’s iemands persoonlijkheid zin, vertoont dan ook weinig
overeenkomsten met die van ouders of familie.
Sandra Aamont en Sam Wang: bevestigen dit. Er zijn veel psychologische verhandelingen over dit
onderwerp, maar de meeste zijn onzin.
2 fouten liggen aan de basis van de onderzoeken:
1. Geen rekening gehouden met de grootte van de gezinnen.
2. Veel baseerden zich op vragenlijsten voor de ouders om de persoonlijkheid van hun kinderen
in te schatten.
→Gegevens komen niet overeen met inschattingen van buitenstaanders.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lieneappeltans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.