Complete en overzichtelijke samenvatting van alle colleges, inclusief kennis uit de game. Bovendien zijn ook de verplichte wetenschappelijke artikelen samengevat en bijgevoegd.
Summary Strategic Management and Competitive Advantage: Concepts and Cases, Global Edition - Geïntegreerde Bedrijfseconomie (300429-B-6)
Introcollege
Hoofdstuk 10 is het minst relevant (kijk alleen naar wat ook besproken wordt in het HC). Hoofdstuk 8
en 9 zijn belangrijker.
De game was vooral business level strategy. In de kennisclips is het vooral corporate level strategy. Je
zag onder andere de DEPEST terug in de game = macro-economische omgeving (demographics,
economics, political). Kijk bijvoorbeeld naar veranderingen in exchange rates of groeiende markten.
Zo zag je ook de vijf-krachten model: macht van interne concurrentie of macht van leveranciers.
Dan zag je ook nog de interne analyse: sterke punten van eigen organisatie, waar zijn wij duurder dan
concurrenten, gebruiken we onze resources optimaal?
Business level strategy: hoe te opereren binnen één bedrijfstak. Hier kon je kijken naar kostenleider
(schaalvoordelen, leercurves) en differentiatie (S/Q rating en aantal modellen, marketing,
bezorgtijden, retailer support, etc.).
Collusie: tacit samenwerking. Dit is op basis van de hoeveelheid bedrijven en sociale structuur (je
kent niemand in je industrie).
Je kon ook zien dat leningen invloed hadden op je ROE. En ook twijfelde over aandelen uitgifte en
leningen. Ook zag je dat aandeelhouders reageerden op continu dividend.
Kennisclips week 1
Deze week gaat het over corporate level strategies. Dit gaat over de vraag in welke bedrijfstakken
een bedrijf actief wilt zijn.
Dit kan via afzonderlijke expansie/reductie stappen: je kijkt vanuit de huidige activiteit. Je kan kijken
naar horizontale expansie: je breidt gelijke activiteiten uit. Verticale integratie is binnen dezelfde
waardeketen (produceren van een product, meer stappen richting de raw materials of richting de
klant). Productdiversificatie gaat over een andere bedrijfstak. Dan kan dat wel gerelateerd zijn of niet
gerelateerd zijn aan de huidige activiteiten.
De portfolio-view: hoe zijn alle bedrijfsactiviteiten met elkaar gerelateerd?
Allereerst gaan we nadenken over horizontale expansie. Je doet dus meer van hetzelfde. Je groeit als
bedrijf binnen dezelfde bedrijfstak. Dat kan via productvariatie (vanuit koffie, ook ijskoffie gaan
aanbieden) of een andere markt gaan benaderen (nieuwe type klanten benaderen, of geografisch
anders richten).
Eerste voordeel van horizontale expansie is schaalvoordelen. Bovendien leidt het tot vermindering
van concurrentie (angstaanjagend voor andere bedrijven om met jou direct te gaan concurreren).
Ook heeft het bedrijf dan meer macht over leveranciers (want je bent een grotere afnemer voor je
leverancier).
Er zijn ook nadelen. Focus op één activiteit kan ervoor zorgen dat je niet meer kansen in een andere
bedrijfstak zien. Het geeft je oogkleppen.
Dan hebben we ook verticale expansie: activiteiten ontplooien binnen dezelfde value chain. Je groeit
binnen de waardeketen. Van raw materials tot klanten; dat is de value chain. Je onderneemt meer
activiteiten binnen deze waardeketen. Je kan dichter naar de klant gaan. Backward vertical
integration: richting de raw materials (je eigen leverancier worden). Forward vertical integration:
richting de klant.
, Voordelen van verticale integratie: lagere productiekosten, kwaliteit beschermen van je product. Je
moet alleen verticaal integreren als je de goede VRIO-resources hebt (valuable, rare, costly to
imitate, organization). Dan moet je verticaal integreren.
Ook verlaagt het de transactiekosten. Je hebt verschillende vormen transactiekosten: goede
tegenpartij vinden, contract opstellen en de partij aan het contract houden. De hoogte van de
transactiekosten hangt af van: onzekerheid over het project, frequentie en asset specificiteit (wat
heb je nog aan je asset, als de transactie ophoudt). Je hebt 3 soort asset specificiteit: menselijk
hele specifieke opleiding leidt tot een lagere onderhandelingspositie op salaris (want je kan niet bij
veel bedrijven terecht). Asset specificity kan ook bij locatie een gebouw op een bepaalde plaats is
heel specifieke asset. Je hebt ook nog fysieke asset specificity machines die voor meerdere dingen
inzetbaar is of voor 1 ding. Als je hebt geïnvesteerd in een heel specifieke asset, dan is je
onderhandelingspositie een stuk slechter – want je bent afhankelijk.
Een vierde voordeel van verticale integratie is het beschermen van technologie: er kan per ongeluk
kennis naar een bedrijf voor of na je in de value chain komen. Als je dat bedrijf zelf bent, dan hoef je
niet bang te zijn dat er kennis doorlekt.
Een vijfde voordeel is vraagverzekering: de leverancier kan de klant opkopen, zodat je altijd weet dat
je product gekocht wordt.
De eerste twee voordelen gelden dus bij VRIO resources gebruiken. De laatste 5 voordelen gaan om
opportunisme aanpakken.
Dan zijn er ook nadelen van verticale integratie:
- Schaalvoordelen kunnen verschillen. Stel je wilt ijs maken en hebt daarvoor suiker en melk
nodig. Dan kun je je leveranciers (melk en suikerboeren) opkopen. Maar de optimale schaal
voor suiker is niet hetzelfde als de optimale schaal voor melk of ijs.
- Volatiliteitsrisico. In het plaatje hieronder zie je dat er in de basissituatie niks verschilt. Maar
in een
goede/slechte
economische
situatie
presteert een
verticaal
geïntegreerd
bedrijf veel wisselender. De verticaal geïntegreerde onderneming houdt
namelijk zijn vaste kosten.
Deze twee nadelen zijn samen: flexibiliteitsverlaging.
Een derde nadeel is toenemende controlekosten. Als je meerdere stappen in de value chain voorziet,
zorgt dat voor meer coördinatiekosten van verschillende fases. Het proces kan dus op elkaar
afgestemd worden, maar dat kost wel geld. Ook heb je aansturingskosten voor leveranciers-tak en
klanten-divisie.
Een vierde nadeel is dat je niet snel meegaat met nieuwe technologie.
Dan hebben we nog product diversificatie: je huidige activiteiten ga je uitbreiden met activiteiten uit
andere bedrijfstakken. Je groeit naar andere bedrijfstakken. Dit kan in gerelateerde of
ongerelateerde bedrijfstakken.
Hoe beoordeel je de gerelateerdheid? Dan moet je kijken of je dezelfde resources en capabilities
gebruikt om het nieuwe product te maken. Je kan ook kijken naar dominant logic: je hebt hetzelfde
idee achter de activiteiten. Je kan ook nog kijken naar bedrijfsmatige cohorentie: meerdere bedrijven
hebben dezelfde combinatie aan activiteiten. Dan heb je nog als laatste: multimarket contact Als je
dezelfde concurrenten in meerdere divisies tegenkomt.
Voordelen zijn economies of scope (verschillende activiteiten die je uitvoert, zorgen er wel voor dat
je kosten schrapt). Economies of scope zijn relevant bij marktfalen Stel je hebt een machine die je
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liekepbreure. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.