Hoofdstuk 3 economie
(wat kost dat?) Amélie Schot
Produceren:
Alles wat je nodig hebt om te produceren, kun je indelen in de volgende 4
productiefactoren:
Kapitaal: alle kapitaalgoederen die je langere tijd hebt bij de productie gebruikt, zoals
machines, gebouwen en voertuigen. Vaak sluit je hiervoor een lening af waarover je
rente betaald.
Arbeid: de inspanning die mensen bij de productie leveren. Je betaald hier voor loon.
Natuur: bijvoorbeeld de grondstoffen, aardolie en aardgas. Voor het gebruik van
grond gebruik je pacht.
Ondernemerschap: de activiteit van de ondernemers, die het productieproces
organiseert en leidt. Je ontvangt hiervoor winst.
Toegevoegde waarde:
Tijdens het productieproces wordt een product in verschillende stappen steeds meer
geschikt gemaakt voor consumptie. Iedere stap voegt iets toe aan het product. Hierdoor
wordt het meer waard. De extra waarde van een product die ontstaat doordat een bedrijf
het product bewerkt, noem je toegevoegde waarde.
De toegevoegde waarde kun je uitrekenen door het verschild te nemen tussen de
verkoopprijs aan de volgende schakel en inkoopprijs bij de voorgaande schakel.
Vaste en virable kosten:
De kosten die je met je bedrijf bij de productie maakt, kun je verdelen in variable kosten en
vaste kosten.
Vaste kosten:
Vaste kosten veranderen niet meteen als je meer of minder gaat produceren, zoals
huur.
Variable kosten:
Variable kosten veranderen als je meer of minder gaat produceren, zoals kosten van
grondstoffen.
Alle kosten die je bij de productie maakt, moet je terug verdienen in de verkoopprijs.
Daarvoor bereken je:
o De kostprijs per product:
Dat zijn alle kosten die je hebt gemaakt voor een product.
o Opslag voor winst:
Hoe hoog de winstopslag is, hangt af van hoeveel de klant bereid is te betalen
voor je product en concurrent.
Productiecapaciteit:
Als er veel vraag is naar producten, gaan bedrijven veel produceren. Daarvoor moeten ze
wel voldoende productiecapaciteit hebben. De productiecapaciteit is de maximale
hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken. Dat is afhankelijk van:
Het aantal mensenuren dat er in het bedrijf wordt gewerkt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amlieschot. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.