Oefenvragen Het voordeel van de twijfel Tim de Mey / 50 meerkeuzevragen met antwoorden hele boek / 9789047702269
Eindtermen H2+H3 Voordeel van de Twijfel uitgewerkt (FILO)
Filosofie eindexamen vwo samenvatting: Alle eindtermen, Primaire teksten, Ethiek
Tout pour ce livre (13)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Filosofie
5
Tous les documents sur ce sujet (387)
Vendeur
S'abonner
nk18092
Avis reçus
Aperçu du contenu
NK
FILOSOFIE SAMENVATTING
Het Voordeel van de Twijfel
H2 + H3
Inhoud:
Hoofdstuk 2: De buitenwereld op de helling
2.1: Waarneming en metafysisch scepticisme (blz. 41 t/m 59)
2.2: Locke en het indirect realisme (blz. 52t/m 54)
2.3: Berkley’s subjectief en objectief realisme (blz. 54 t/m 58)
2.4: Reid en het direct realisme (blz. 58 t/m 60)
2.5: Kant en het transcendentaal idealisme (blz. 60 t/m 61)
Hoofdstuk 3: De mogelijkheid van kennis
3.1: Waarheid en epistemologisch scepticisme (blz. 75 t/m 79)
3.2: Peirce en het fallibilisme (blz. 79 t/m 82)
3.3: Kennis en sceptische paradoxen (blz. 82 t/m 87)
3.4: Moore en het contextualisme (blz. 87 t/m 90)
3.5: Austin en het relevantisme (blz. 90 t/m 94)
,NK
2.1: Waarneming en metafysisch scepticisme
• Kant: ‘Het is en blijft een schandaal voor de filosofie en de menselijke rede in het
algemeen dat we het bestaan van de dingen buiten ons op grond van geloof moeten
aannemen, en dat we niet in staat zijn een bevredigend bewijs voor dat bestaan te
leveren als iemand op het idee komt in het twijfel te trekken’.
• Het probleem is dat de buitenwereld pas in twijfel werd getrokken in de vroegmoderne
filosofie → vanaf Descartes.
• Twee veronderstellingen die al vroeg werden opgemerkt:
1. Alle kennis ontspringt aan en kan teruggevoerd worden op zintuiglijke waarneming →
empirisme.
2. We nemen de buitenwereld in het algemeen en fysische objecten in het bijzonder
onrechtstreeks waar (naïef realisme + veronderstelling dat fysieke objecten zich in
publieke ruimte bevinden).
• Problemen met naïef realisme:
1. Welke zintuiglijke ervaringen we precies hebben, hangt niet alleen af van de fysische
objecten en hun eigenschappen, maar ook van ons standpunt als waarnemer.
2. Men is onderhevig aan illusies en hallucinaties → Frans Müller-
Lyer-illusie = we zien twee pijltjes, waarbij het ene veel langer lijkt
te zijn dan het andere, maar als we er de meetlat naast leggen,
blijken ze precies even lang te zijn.
Fysische objecten (volgens naïef realisme)…:
…zijn driedimensionaal
…bestaan onafhankelijk van onze waarnemingen
…blijven bestaan wanneer niemand ernaar kijkt
…bevinden zich in de publieke ruimte
• Illusoir = er staat iets, maar niet op de plaats waar jij denkt dat het staat.
• Waarachtig = je meent niet alleen dat er iets staat, er staat ook echt iets.
• Hallucinatorisch = er staat helemaal niets, maar jij beeldt het je in.
• Theory of ideas = de these dat we de buitenwereld en fysische objecten niet direct
waarnemen, maar dat alles wat we rechtstreeks waarnemen, afbeeldingen of plaatjes
van die buitenwereld en van die fysische objecten zijn.
à bijv. sensaties, ideeën, impressies, sense-data etc.
Twee veronderstellingen:
• Als 1) alle kennis gebaseerd op waarneming, en 2) alles wat we direct waarnemen niet
de buitenwereld als zodanig is, maar een plaatje ervan…
• Kunnen we niet langer zeker zijn van een bestaan in de buitenwereld.
• Descartes; “als we kennis klaarblijkelijk niet kunnen funderen op onze zintuiglijke
waarneming, dan kunnen we die nog steeds funderen op onze redelijke inzichten en
rationele intuïtie (rationalisme) → tegen het empirisme in.”
• Realisme = er bestaat een buitenwereld, onafhankelijk van ons, en we kunnen dit geloof
in een buitenwereld ook onderbouwen.
à Indirect realisme à John Locke.
à Direct realisme à Thomas Reid.
,NK
• Bedenk dat het bestaan van de buitenwereld alleen maar een groot probleem voor het
indirect realisme kan zijn en niet voor het direct realisme (want daar valt de sluier weg
en dus ook de noodzaak om het bestaan van een buitenwereld te bewijzen).
• Idealisme = een wereldbeeld dat inhoudt dat alleen de ‘binnenwereld’ echt bestaat
en/of kenbaar is. Onze zintuiglijke indrukken zijn het eindpunt; verder kunnen we niet
komen.
à Er is geen ‘verder’ à George Berkeley.
à Transcendentaal idealisme à Immanuel Kant.
• Scepticisme: De richting binnen de filosofie die het twijfelen aan (schijnbare)
waarheden als grondslag van al het denken beschouwt.
o Bijv. complottheorieën: 9/11, de maanlanding, Shakespeare etc.
• Metafysica: de wijsgerige leer die niet de werkelijkheid onderzoekt zoals ze ons gegeven
wordt uit zintuiglijke of instrumentele waarneming (wat bijvoorbeeld de fysica doet),
maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat erachter zit.
• Metafysisch scepticisme: er is geen zekerheid van het bestaan van de buitenwereld; een
wereld buiten ons.
, NK
2.2: Locke en het indirect realisme
• Locke: ‘Niemand kan, in alle ernst, zo sceptisch zijn dat hij onzeker zou zijn over wat hij
ziet en voelt’.
Toch geeft hij toe: we kunnen over heel wat zaken van alles geloven, maar we kunnen
er uiteindelijk geen kennis over verwerven. We kunnen er alleen maar “bij neerzitten in
stille onwetendheid”. à sceptisch.
→ Al onze kennis van de buitenwereld en de
Kennis buitenwereld fysische objecten erin wordt bemiddeld door
fysische objecten + ‘ideeën’ of ‘denkobjecten’. Al onze ideeën
denkobjecten of ideeën ontspringen aan zintuiglijke ervaring: wij zijn vanaf
geboorte een tabula rasa. (denk aan een leeg blad
Dat vervolgens door zintuiglijke ervaring wordt beschreven met ideeën.)
• Let op! De mens wordt weliswaar als tabula rasa geboren, maar niet zonder vermogens.
• “Het is precies door ideeën te abstraheren, te vergelijken en samen te voegen dat we
concepten kunnen vormen waarmee we onze ervaringen kunnen beschrijven en waarin
onze empirische kennis uiteindelijk vorm krijgt.” (blz. 52)
• Hoe weten we dat er achter die ‘sluier van waarnemingen’ werkelijk een buitenwereld
bestaat?
à Onze zintuigen bevestigen elkaar
à inference tot the best explanation (= het selecteren van de beste uit alle
mogelijke verklaringen). Dit kan vervolgens het best verklaard worden door aan
te nemen dat er een buitenwereld bestaat.
→ abductie = de denkstap van een waarneming naar een mogelijke verklaring
van die waarneming.
Abductie
• Ik hoor drie kloppen op de deur
à Er staat iemand voor de deur, die wil dat de deur opengedaan wordt.
à Zeker is dit niet, maar wél de beste verklaring.
• Als we een kat bij ons op schoot zien, en we doen onze ogen dicht, kunnen we hem ook
nog voelen. Je kunt hem horen als hij spint of miauwt.
à Beste verklaring: de kat bestaat werkelijk.
• Echter wat men maar met één zintuig kan waarnemen, bijvoorbeeld geur/kleur/smaak,
betwijfelt of het ook een goede reden is om te spreken dat het object werkelijk bestaat.
• Daarnaast kunnen ze ook onafhankelijk zijn; bijvoorbeeld het zoet zijn van een banaan.
• Dat de banaan geel is, kunnen we alleen zien; dat de banaan zoet is, kunnen we alleen
proeven. Dit zijn eigenschappen die we maar met één zintuig kunnen waarnemen.
Twijfelpunt:
• “Als het feit dat verschillende zintuigen ons hetzelfde vertellen over de vorm en grootte
van de banaan, ons een goede reden geeft om aan te nemen dat die vorm en grootte
werkelijk bestaan, dan vormt het feit dat we eigenschappen als kleur en smaak maar
met één zintuig kunnen waarnemen, een even goede reden om te betwijfelen of die kleur
en smaak werkelijk bestaan.” (blz. 53)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nk18092. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.