BIOMOLECULEN II
Samenvatting
Lena Libbrecht
Odisee 2020-2021
,Hoofdstuk 1 Vitaminen blz. 395
1.1 Inleiding
Naast nucleïnezuren, proteïnen, lipiden, polysachariden en mineralen bevat een levende cel een aantal relatief
eenvoudige organische moleculen.
Biologisch belang ervan werd pas duidelijk toen bleek dat bepaalde organismen zelf niet kunnen zorgen voor de
synthese ervan.
Ontdekking dat de ziekte beri-beri veroorzaakt werd door tekort een aan thiamine (vitamine B1) in de voeding
Vitaminen: organische verbindingen die niet door het organisme zelf kunnen opgebouwd worden, maar die
noodzakelijk zijn voor het normaal functioneren van de stofwisselingsreacties. Die stoffen moeten dus in kleine
hoeveelheden aanwezig zijn in de voeding.
Ze vervullen een katalytische functie en zijn vaak
co-enzymen of delen van co-enzymen (= chemische stoffen van niet-proteïne structuur die nodig zijn om een enzym-
gekatalyseerde reactie te laten doorgaan)
Cofactoren: Co-enzymen
Ze zijn uit een heterocyclische base, suiker en fosforzuur
opgebouwd. Dikwijls bevatten ze vitaminen als belangrijke
moleculebestanddelen.
Afwezigheid of tekort aan vitaminen veroorzaakt specifieke
storingen in de stofwisseling = hypovitaminose
Te veel aan vitaminen = hypervitaminose
• Komt niet voor bij wateroplosbare vitaminen, het teveel wordt door het metabolisme afgebroken en
uitgescheiden
• Te veel aan vetoplosbare vitaminen worden opgeslagen en kunnen toxische niveaus bereiken
1.2 Wateroplosbare vitaminen
Vitamine B1 Thiamine
Antiberi-berivitamine
Ontdekking van deze stof is onverbrekelijk met deze ziekte verbonden
Komt tussen bij verschillende stappen in de suikerstofwisseling
Tekort aan thiamine veroorzaakt zenuwontstekingen en uiteindelijk spierverlammingen.
Voornaamste bronnen: ruwe graangewassen, zetmeel (brood en aardappelen
bevatten een overschot aan vitamine B1)
In gisten en dierlijke weefsels komt thiamine voor als co-enzym:
thiamine-pyrofosfaat (TPP)
Vitamine B2 Riboflavine
Belangrijk vitamine voor veel stofwisselingsprocessen (suiker-, vet- en eiwitmetabolisme)
Tekort aan riboflavine veroorzaakt ontstekingen aan de mondhoeken en schilferende
huidaandoeningen.
Voornaamste bronnen: groene bladgroenten, bonen, gistextracten, melk en brood.
1
,Riboflavine is de bouwsteen voor de co-enzymen flavine-mono-nucleotide (FMN) en flavine-adenine-dinucleotide
(FAD)
Vitamine B3 Niacine
Niacine is zowel de aanduiding voor nicotinezuur als voor
nicotinamide.
Komt tussen in heel wat metabolische processen
Tekort aan niacine veroorzaakt weefselbeschadiging en
uiteindelijk ‘pellagra’ (ziekte die gepaard gaat met
huidproblemen en verzwakking van het zenuwstelsel)
Voornaamste bronnen: ruwe granen, peulvruchten, gist, vlees, … OF endogeen: uit tryptofaan
Niacine is de bouwsteen voor de co-enzymen nicotinamide-adenine-dinucleotide (fosfaat) NAD(P)+
Vitamine B5 Panthotheenzuur
Belangrijk vitamine voor veel stofwisselingsprocessen (suiker-, vet- en
eiwitmetabolisme)
Tekort aan pantotheenzuur komt bijna niet voor, het is
voldoende aanwezig in de voeding. Eventuele tekorten laten
zich merken aan een slechte algemene gezondheidstoestand.
Pantotheenzuur is de bouwsteen voor het co-enzym A
(CoASH)
Vitamine B6 Pyridoxine
Belangrijk vitamine voor veel stofwisselingsprocessen (vooral eiwitmetabolisme)
Tekort aan pyridoxine veroorzaakt rode, schilferige huidveranderingen, vooral rond de
neus en mond.
Voornaamste bronnen: ruwe granen, vlees, bruinbrood en een aantal groenten.
Pyridoxine is de voorloper van het co-enzym pyridoxalfosfaat (PLP)
2
, Vitamine B7 Biotine, vitamine H
Biotine fungeert als co-enzym op plaatsen waar CO2 wordt overgedragen,
wordt in voldoende mate aangemaakt door darmbacteriën waardoor bij de
mens bijna geen deficiëntieverschijnselen optreden.
Vitamine B10 Foliumzuur
Belangrijk vitamine bij de vorming van rode bloedcellen.
Tekort aan foliumzuur veroorzaakt verschillende vormen van anemie (bloedarmoede).
Voornaamste bronnen: groene bladgroenten, peulvruchten, noten en tarwe.
Foliumzuur is de voorloper van het co-enzym tetrahydrofolinezuur (FH4).
Vitamine B12 Cobalamine
Belangrijk vitamine bij de vorming van rode bloedcellen, aanmaak van nucleïnezuren
in de cel en stofwisseling van aminozuren.
Tekort aan cobalamine veroorzaakt stoornissen in de rijping van rode
bloedlichaampjes.
Voornaamste bronnen: vlees, vis en zuivelproducten en wordt door darmbacteriën
gevormd.
Vitamine C Ascorbinezuur
Enige wateroplosbaar vitamine zonder co-enzymfunctie
Ascorbinezuur heeft reducerende eigenschappen en wordt daarbij dus zelf geoxideerd
(anti-oxidans)
Vitamine C vervult een rol bij de vorming van collageen, de stofwisseling van AZ, de
vorming van rode bloedlichaampjes, de opname van ijzer door de darmwanden en de vorming van
adrenalinehormonen.
Planten en dieren, behalve mensen, zijn in staat zelf ascorbinezuur te synthetiseren uitgaande van
D-glucuronzuur Bekendste deficiëntieziekte van vitamine C is scheurbuik
(grote vermoeidheid, tandvleesbloedingen, reuma-achtige gewrichtsklachten
en uiteindelijk inwendige bloedingen)
Voornaamste bronnen: citrusvruchten, aardappelen, bladgroenten, tomaten,
…
3