Les 1: Crime and fear:
decomposing fear of crime and
its relationship to space
Structuur
Ontwikkeling van het concept ‘angst’
- Ontstond in de jaren 60 en is sinds dan snel gegroeid binnen criminologische
onderzoek
Resultaat: de creatie van een ‘umbrella concept’
- Reden van de groei:
o Meer kennis van statistieken, enquêtes naar slachtoffers van misdrijven en
geld om onderzoek te doen
o Gebruik van het concept door politici Aanzienlijke berichtgeving in de media
over het onderwerp
o Maatschappelijke veranderingen waarbij het publiek meer belangstelling
heeft voor ‘welzijn’
,Angst voor misdaad definiëren
- Heel wat verschillende defenties
Kritieken op het concept
- Tot de jaren 90 werd onderzoek gedaan maar was er weinig discussie over
- Nog steeds veel debat rond dit thema
o Veel verwarring tussen wat angst is, wat risico is, wat veiligheid is en wat
beveiliging is
- Er is niet één ‘angst’
What we actually ‘know’ about the fear of crime is questionable (Farrall and Ditton 1999)
Sommige critici stellen dat er misschien niet zoveel angst voor misdaad zelf is, maar komt de
angst door voort uit de manier waarop het gedefinieerd werd.
Kritieken op operalisering en meting
- Te weinig geoperationaliseerd
- Zwakke conceptualisering van ‘angst voor misdaad’
- Vaak gemeten door middel van enquêtes
o Voorbeeld van vragen in enquêtes
Voel je je ooit onveilig? (altijd, vaak, soms, zelden, nooit)
Vermijdt u bepaalde plaatsen in uw gemeenschap omdat u zich
onveilig voelt?
Vermijdt u het openbaar vervoer omdat u het niet veilig vindt?
Hoe veilig voelt u zich als u in het donker alleen in dit gebied loopt?
Hoe veilig zou je je voelen om in het donker alleen in je buurt te zijn?
, Is er hier ergens in de buurt waar je je 's nachts onveilig voelt om te
wandelen?
o Er wordt niet gevraagd ‘voel je je ooit veilig’, je krijgt niet de kans om te
zeggen dat je u veilig voelt
Welke methode dan wel gebruiken?
- Mixed methodes, dus niet alleen surveys maar ook kwalitatief onderzoek
- Best geen ‘angst voor misdaad’ onderzoeken, maar gewoon ‘angst’ onderzoeken
Angst en de stad
- Angst en de stad zijn altijd geconnecteerd geweest
- Steden zijn gebouwd in de geschiedenis en werden
omringd door muren uit angst
o Eerste stad in Messopotanië
- Het motief om steden te creëren = beschermen tegen
indringers en voor het verminderen van angst
o MAAR OOK: om dynamische interacties te hebben tussen mensen
o “Sinds de eerste stedelijke nederzettingen in Mesopotamië rond 4000 voor
Christus, fungeerden steden als gigantische informatie-uitwisseling; de
dynamische interactie van mensen in de dichte, krappe metropool heeft de
ideeën en technieken, revoluties en innovaties voortgebracht die de
geschiedenis hebben gedreven. " (Wilson, 2020)
- De stad is niet altijd als een positieve setting gezien!
o In de bijbel: geassocieerd met lust, seks, geweld, corruptie en verwarring
o Dit heeft een impact gehad op onze visie op de stad, vandaar is er volgens
Wilson (2020) een diep litteken van anti-urbanisme in de Westerse landen.
Voorbeeld van Babel-Babylon: stad die vernietigt wer door God, maar die opnieuw
heropgebouwd werd (opzoeken) schilderij van Pieter Brueghel
Zie tekst Ellin hieronder!
Wat zijn de effecten van angst (voor criminaliteit)
- Psychologisch
o Negative gevoelens zoals woede, frustratie, hulpeloosheid, anxiety,
wantrouwen, depressie, trauma en gebrek aan tevredenheid over het leven
- Fysiologisch
o Toegenomen hartslag, adrenaline, daling van lichaamswarmte,
onmogelijkheid om te bewegen, zweten,…
- Gedragsmatig
o Bescherming
, Een wapen dragen, zelfverdedigingstechnieken aanleren, installeren
van een alarm
Corona: dragen van een mondmasker
o Vermijding
Een andere weg nemen, niet uitgaan, bepaalde acitiviteiten vermijden
Corona: mensen die zich uit angst thuis opsluiten
Sterke bescherming en vermijding hebben een negatieve impact op de kwaliteit van het
leven en verhoogt angs (Liska et al. 1988)
- Impact op gemeenschapsleven
o Verstoort de cohesie in de buurt (Nasar et al., 1993);
o Breekt het gemeenschaps- en buurtgevoel (Box et al., 1988; Ross en
Mirowsky, 2000);
o Creëert interpersoonlijk wantrouwen (Garofalo, 1981);
o Breekt sociale relaties en gehechtheid af (Spelman, 2004);
o Leidt tot sociaal isolement (Doeksen, 1997; Ross en Mirowsky, 2000);
o Draagt bij aan een erosie van sociale controle en sociale orde (Ross en
Mirowsky, 2000);
o Schaadt het publieke imago van een gemeenschap en veroorzaakt
vermijdingsgedrag bij potentiële bezoekers (Doeksen, 1997; Nasar et al.,
1993; Skogan, 1990; Warr, 2000);
o Veroorzaakt een verwijdering van ‘ogen op straat’ en informeel natuurlijk
toezicht (Jacobs, 1961; Painter, 1996; Samuels en Judd, 2002)
o Heeft grote economische gevolgen (Brown en Polk, 1996; Grabosky, 1995;
Hamermesh, 1999b; Liska et al., 1988; Oc en Tiesdell, 1997
Resultaten uit onderzoek
Angst voor criminaliteit is het hoogst:
- In de armste en meest achtergestelde buurten
- Bij vrouwen en ouderen
o Fear of crime paradox: wanneer gekeken wordt naar de cijfers dan hebben
deze twee groepen het minste kans om slachtoffer te worden
o Verklaring: ze gaan bepaalde plaatsen vermijden en op bepaalde tijdstippen
niet weggaan. Jonge mannen hebben het meeste kans op slachtoffer te
worden, maar ze hebben de laagste angstgevoelens
- Mensen met een lage scholing
Heef effect op de autonomie van sociale groepen