Dit is een samenvatting van het opleidingsonderdeel sociologie binnen het vak van 'De vv in het gezin'. De hele cursus is uitgebreid samengevat in dit document.
Wat is sociologie?
Sociologie bestudeert interactie tussen mensen
Sociologie:
1. Socius (metgezel, kameraad)
2. Logos (kunde, wetenschap)
Sociologen onderzoeken het gedrag van mensen of een groep mensen ten opzichte van elkaar in
onderlinge wisselwerking.
2 vragen:
1. Hoe worden mensen beïnvloedt in hun gedrag door het feit dat ze deel uit maken van grotere
sociale eenheden?
Bv. Suikerbonen, geboortekaartjes, maar ook: omgaan met baby, partner
hangen samen met het sociale, economische, culturele milieu.
2. Hoe zit de maatschappij in elkaar?
Sociologie = een maatschappijwetenschap
Bv. Heeft ons ziekteverzekeringssysteem invloed op de plaats waar vrouwen bevallen?
Sociologie versus psychologie:
Psychologie = verklaart gedrag vanuit de persoon zelf.
Sociologie = bestudeert sociale relaties en de groepen die een invloed hebben op de vorming van
de persoonlijkheid.
Sociale psychologie is een verbinding tussen beide disciplines.
Is sociologie een wetenschap?
Sociologie zoekt op een systematische manier een antwoord op vragen rond bepaalde sociale
fenomenen.
Sociologie = sociale wetenschap ≠ exacte wetenschap (sociologie is een waarschijnlijkheid)
Neutraliteit is niet mogelijk want de wetenschappelijke kijk van een gezinssocioloog wordt
beïnvloed door de gezinsstructuur waarin hij/zij opgroeide.
Objectiviteit dient nagestreefd te worden.
Vormen van interactie
1. Uitwisseling of sociale ruil = beide partijen maken een kosten-batenanalyse op en deze is
gunstig voor beiden.
2. Samenwerking = men werkt aan een gemeenschappelijk doel.
3. Conflict = objectieve en subjectieve tegenstellingen tussen de partijen.
4. Conformiteit = de partijen voldoen in hoge mate aan de typische verwachtingen over het gedrag.
5. Machtsuitoefening = de machtigste partij beïnvloedt de ander om zijn eigen doelen te bereiken.
Basisbegrippen
Sociale structuur = schets van de samenleving om bepaalde patronen in de samenleving te
ontdekken.
Sociale positie
“een sociaal adres”
= de plaats die iemand inneemt, in een netwerk van sociale relaties.
staan nooit los van posities die anderen innemen.
kunnen lang of kort zijn.
, Positieset = geheel van posities die iemand inneemt.
Verkrijgen van posities op 2 manieren:
1. Toewijzing = iemand krijgt een sociale positie op basis van kenmerken die hij/zij niet zelf kan
beïnvloeden. Bv. Geslacht, etniciteit, …
2. Verwerving = een positie die men inneemt op basis van eigen inspanningen.
Sociale status en sociaal aanzien
Sociale status = de waardering die de leden van de samenleving hebben voor een bepaalde
sociale positie.
Vooral verworven posities hebben een sociale status. Bv. Arts
Maar ook toegewezen posities. Bv. Etniciteit
Sociale status is verbonden met de positie zelf, niet met de persoon die de positie inneemt.
Sociaal aanzien = de manier waarop iemand zijn/haar positie invult.
= prestige
persoonsgebonden (kan verschillen voor mensen met dezelfde positie)
Statusset = het geheel van statussen dat iemand heeft, verbonden aan zijn/haar positieset.
meestal consistent (= statusconsistentie) de verschillende posities die iemand inneemt
worden meestal gelijk gewaardeerd.
o Statusinconsistentie = 1 positie met een hoge status en 1 positie met een lage status. Bv.
Laag opgeleid, hoog beroep.
Statussymbool = bepaalde attributen die verwijzen naar de status die samenhangt met de positie
die iemand inneemt. Bv. Dure polshorloge voor een zakenman.
Socio-economische status = de positie van een individu op de sociale ladder, bepaald adhv
inkomen, opleidingsniveau en beroepsstatus.
In onderzoek speelt opleidingsniveau vaak een rol.
Sociale rol
= verwachte gedrag binnen een positie.
Ons handelen wordt voorspelbaar door de positie die we innemen.
Sociale rol hangt dus samen met een positie en niet met een persoon.
Elke positie brengt meerdere rollen mee.
Rolconflict = een individu wordt geconfronteerd met tegenstrijdige rolverwachtingen.
o Intern rolconflict = tegenstrijdige rolverwachtingen vanuit 1 positie.
o Extern conflict = tegenstrijdige rolverwachtingen vanuit verschillende posities.
Rolconflicten oplossen door:
Rollen strikt gescheiden te houden
Aan 1 van beide voorrang te geven
Een compromis te zoeken
Rolattribuut = een voorwerp dat herkenning van de rol mogelijk maakt of dat men nodig heeft
om de rol te vervullen. Bv. Witte jassen voor dokters in het ziekenhuis.
Begrippen interactie, rol en positie toegepast op het gezin
Interactie:
Verschillende vormen van interactie mogelijk in het gezin:
Tussen partners
Tussen kinderen
Tussen ouders en kinderen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sarthevl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.