Hoofdstuk 7: systeemdenken
Situering
- Ontstaan: half vorige eeuw
- Systeemdenken is ontstaan vanuit de natuurwetenschapen, biologie, positieve
wetenschappen.
- Systeemtheorie: gezins- en relatietherapie
Systeemdenkers -> 1 iemand mankeert iets, men gaat kijken hoe het zit met de rest van het
gezin, ze gaan de oorzaak zoeken.
Systemen
Een systeem is een samenstel van elementen dat als geheel functioneert door de onderlinge
afhankelijkheid van de elementen en dat voor de betrokken elementen bepaalde functies
vervult. (Vb: functie/belang gezinssysteem: veiligheid, ondersteuning, hechting,
ontwikkeling, opvoeding…)
- Visie Watzlawick: ‘een aantal objecten samen met relaties tussen de objecten en hun
attributen.’
• Objecten:
◦ elementen van het systeem (personen)
◦ niet individuen maar individuen die communiceren met andere individuen
• Attributen: eigenschappen van die elementen
• Relaties: maken systeem aanhangend
- Samenleving opgebouwd uit verschillende sociale systemen (onderwijs, jeugdbeweging,
klas, richting, gezin, sportclub, maatschappij, samenleving…)
- Paradigmashift: het feit dat men vaststelde dat er vaak in gezinnen meerdere kinderen
leden aan een bepaalde stoornis -> oorzaak gaan zoeken in het systeem (gezin) en niet bij
het individu. Shift van individu naar systeem.
- Vandaag zoekt de hulpverlening nog meer de kaart van gezins- en contextbegeleiding!
Kenmerken
Totaliteit
Een systeem is een samenhangend en ondeelbaar geheel van elementen en hun onderlinge
betrekking. Verandering/beweging in 1 deel van het systeem veroorzaakt
verandering/beweging in alle (andere) delen van dat systeem en in het totale systeem.
Vb: scheiding, ziekte, sterfte, ruzie, op kot gaan, het eerste lief dat binnenkomt…
Integraal en complex
- Holitsich denken: we kijken naar het geheel, we kijken naar de samenhang binnen het
geheel. We kijken niet naar iemand als een optelsom, maar als een geheel persoon. Het
geheel is meer dan de som van de delen.
- Alle elementen zijn ‘in netwerken van relaties’ verbonden
Contextueel
Heel belangrijk! De context is alles wat omheen een systeem zit en er invloed op heeft.
Personen worden heel sterk beïnvloedt door de omgeving/context.
Contextelementen: gezinssituatie, woonbuurt, job, historiek, relatie met broers of zussen…
, Grenzen
Tussen (sub)systemen zijn er grenzen die bepalen wie er deelneemt aan welk systeem en
welke communicatiepatronen en -regels er gelden.
Sociale systemen: open systeem -> wederzijdse beïnvloeding (zo blijft ons systeem in
beweging, systemen moeten groeien)
Zon die de aarde verwarmd, ei laten koken of wijn dat rijpt in een vat: gesloten systeem
(altijd natuurwetten) -> invloed langs 1 kant
Feedback (terugkoppeling)
- Positieve feedback (= verandering van systeemregels en gewoonten)
- Negatieve feedback (= geen verandering, men wil de relaties en interacties houden zoals
ze zijn)
Systemen streven naar homeostase (evenwicht):
- Evenwicht herstellen
- Mogelijkheid om zich (systeem) aan te passen
- Systeem wil gehandhaafd blijven, zal hier naar streven
Circulariteit of circulaire causaliteit (belangrijk)
Het woord oorzaken is niet op zijn plaats in het systeemdenken. Je kan nooit zeggen wat
oorzaak en gevolg is. we geloven wel in wederzijdse beïnvloeding en dit noemen we
circulaire causaliteit.
Er is een ander type oorzakelijkheid: we gaan van linaire causaliteit (iets is de oorzaak en dat
is het gevolg) naar circulaire causaliteit (bij menselijke interacties kan je nooit zeggen wat
oorzaak en gevolg is, maar er is wel wederzijdse beïnvloeding).
Interpunctie: leestekens zetten om betekenis te geven aan wat je leest. leestekens zijn van
fundamenteel belang om betekenis te kunnen geven aan taal. Wij moeten ook
interpungeren, mensen maken vaak oorzaak-gevolg ketenen. Wij gaan betekenis geven aan
wat er gebeurt, neiging om ons gedrag als gevolg van iemand anders zijn gedrag. Als
hulpverlener stappen we van deze visie af. We stappen in een verhaal van wederzijdse
beïnvloeding.
De consequentie is dat je vanaf nu jezelf constant de vraag stelt hoe jouw acties andere
beïnvloedt, de andere hun acties beïnvloedt.
Van circulaire causale werkelijkheid is sprake in situaties waarin niet zozeer de 1 het gedrag
van de ander veroorzaakt of andersom, maar waarin beide interactiepartners in gelijke mate
elkaars gedrag p[roepen, veroorzaken, voeden, in stand houden, bevestigen en versterken.
Equifinaliteit (alle wegen leiden naar Rome)
Systeemdenkers leggen focus op het nu, het vroeger is tijdsverspilling en houden we geen
rekening mee. We kunnen geen duidelijke verbanden leggen tussen het vroeger en nu.
X1: drugsverslaving
-> mogelijke factoren: trauma, misbruik, financiële problemen, verwaarlozing…
kan ontstaan zijn uit zovele factoren, er zijn geen eenduidige oorzaak en gevolg in ons
werkveld
X2: trauma
-> kan leiden tot: angstig, paniekaanvallen, geen vertrouwen, persoonlijkheidsstoornis
ontwikkelen, geen gevolg… -> kan in het nu veel verschillende beelden/gevolgen geven
Er zijn geen eenduidige relaties.