AK Samenvattingen BuiteNLand VWO4 Hoofdstuk 4 Water
17 vues 1 fois vendu
Cours
Aardrijkskunde
Type
VWO / Gymnasium
In dit document vind je de samenvattingen van aardrijkskunde BuiteNLand VWO 4 en dan hoofdstuk 4 over water, rivieren, neerslag enz. Het gaat dan over paragraaf 1 t/m 6
Samenvatting H4 P1
Het stroomgebied van een rivier is het verzamelgebied waarbinnen alle neerslag en
grondwater via zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt. De grens tussen twee
stroomgebieden heet de waterscheiding. Het gebied van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
heet het stroomstelsel. De bovenloop, middenloop en benedenloop vormen samen het
lengteprofiel van de rivier.
Er zijn gletsjerrivieren, waarbij het water van een smeltende gletsjer komt, regenrivieren,
waarbij het water van de regen komt en gemengde rivieren. De watertoevoer van een rivier
heet het regiem. De tijd die het water nodig heeft om van neerslag tot de rivier te komen
heet de vertragingstijd. Het verval is het hoogteverschil tussen twee punten in de rivier. Het
verhang is het gemiddeld verval per kilometer.
De schommelingen in de hoeveelheid neerslag in een jaar heet het neerslagregiem en dit
wordt steeds onregelmatiger door klimaatverandering.
Door verstening (er komen steeds meer versteende tuinen en parkeerplaatsen) komt
neerslag in het riool terecht en wordt het meteen de rivier in gespoten. Hierdoor neemt de
vertragingstijd gevaarlijk veel af. Door het afnemen van de vertragingstijd ontstaat er na
neerslag een piekafvoer, waarbij bijna al het water meteen de river in komt.
De rivieren stromen tussen dijken en het zand en klei in de rivier wordt tegen de kant
afgezet. Hierdoor stijgen de uiterwaarden en kunnen zij minder water opslaan. Een oplossing
is dijkverzwaring¸ het hoger en breder maken van dijken, maar dit kunnen we niet eindeloos
blijven doen.
Door het smelten van ijskappen en gletsjers stijgt de zeespiegel. Nederland daalt langzaam,
maar omdat de mens altijd de grond aan het bewerken is gaat dit nog sneller. De zeespiegel
stijgt relatief gezien zo nog veel sneller.
Doodtij is wanneer het water in de zee laag staat. Springtij is wanneer het water in de zee
hoog staat. Het kan gevaarlijk worden als er tijdens springtij een storm vanuit het
noordwesten komt. De zee loopt dan de Nieuwe Waterweg en Westerschelde in. Als er dan
net een piekafvoer is wordt de situatie nog bedreigender, omdat het rivierwater dan niet de
zee in kan stromen. Zoiets is ook aan de hand op het IJsselmeer.
Samenvatting H4 P2
De Nederlandse kust bestaat uit drie zones:
1. De Waddenzeekust: de kust van Friesland en Groningen wordt gevormd door dijken.
Het gebied wordt afgeschermd van de Noordzee door de Waddeneilanden.
2. De Noord- en Zuid-Hollandse kust: van Den Helder tot Hoek van Holland liggen
strandwallen (=zandbanken), met daarop duinen (samen de duinenkust).
, 3. De Zeeuwse kust: de kust van Zeeland was eerst een estuarium, dit is een
trechtervormige kust die gevormd wordt door een vloedstroom die een
rivieruitmonding uitholt. Door de Deltawerken wordt Zeeland nu door primaire
keringen (=zeedijk) en waterkeringen beschermt.
We maken onderscheid tussen harde kusten en zachte kusten. Een zachte kust bestaat uit
standen, duinen, zandplaten, wadden en kwelders. Wadden zijn modder- of zandplaten die
in ondiepe zee staan. Kwelders zijn begroeide stukken land die direct aan zee grenzen. En
een harde kust bestaat uit zeedijken, boulevards en hybride keringen (combinatie van een
harde kust en duinen).
Zo’n 10.000 jaar geleden stond de Noordzee nog droog en vervoerden de rivieren er zand
naar toe. Daarna begonnen de ijskappen te smelten en werd het water meegenomen de
Noordzee in. De golven brengen dit zand naar de kust en zo ontstaan er strandwallen.
Hierachter vormen waddengebieden. Als er in de loop van de tijd meer strandwallen
gevormd zijn komen de gebieden daarachter droog te liggen. De wind neemt het zand dan
mee en zo ontstaan duinen.
Het getij (eb of vloed) komt via twee getijdenstromingen de Noordzee binnen. Dat zijn het
Kanaal en Schotland. De getijstroom gaat naar links, vanwege de draaiing van de aarde. Als
de getij van zuid naar noord gaat, is de stroming vloed. Andersom is het eb.
In de geschiedenis hebben we een paar dingen gedaan om ons tegen de zee te beschermen.
We hebben:
de Zuiderzee met de Afsluitdijk afgesloten. Zo ontstond het IJsselmeer.
een stevige zeedijk aangelegd bij de Hondsbossche Zeewering.
de Westkapelse Zeedijk op het puntje van Zeeland aangelegd.
de Deltawerken aangelegd en hiermee de kust verkort, waardoor we de dijken niet
hoefden te verhogen.
de Stormvloedkering aangelegd in de Nieuwe Waterweg.
De Westerschelde moest open blijven, omdat de Antwerpse haven anders niet open was.
Dus moesten daar wel dijken komen. Gelukkig heeft België wel een stukje meebetaald.
Samenvatting H4 P3
De organisaties de verantwoordelijk zijn voor de Nederlandse waterveiligheid zijn de
gemeentes, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat. Met adaptief deltamanagement
(wij passen ons aan de rivier aan, en niet andersom) wil de overheid Nederland beschermen
tegen watergevaar.
De vraag naar zoet water blijft stijgen, terwijl de verzilting, het steeds zouter worden van het
water, toeneemt. Om dit tegen te gaan, zorgt de overheid ervoor dat in de winter het
waterpeil gelijk blijft, terwijl in de zomer de sluizen van de Afsluitdijk minder vaak geopend
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hetterscheidtom. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.