Ontwikkelingspsychologie 2
1 Fysieke en cognitieve ontwikkeling in de adolescentie
Adolescentie: Overgang tussen kindertijd en volwassenheid
à Vorming identiteit
Een veilige gevoel van wie je bent op sexueel, vocationeel, moraal, etisch & religieus vlak, aangevuld met
levenswaarden en levensdoelen.
Puberteit: Beginperiode van adolescentie.
Een opeenvolging van biologische veranderingen, resulterend in een
volwassen lichaam en sexuele maturiteit.
1.1 Fysieke ontwikkeling
1.1.1 Concepten van de adolescentie
Theoretici verklaarden de impact van puberteit op psychologische ontwikkeling vanuit
biologisch of sociaal perspectief. Vandaag bekijkt men dit gebalanceerd.
1.1.1.1 Het biologisch perspectief
• G. Stanley Hall (1903): adolescentie is een turbulente periode waarin mensen
evolueren van wilden naar geciviliseerden.
o Beïnvloed door Darwin.
• S. Freud: genitale fase (heropflakkering van sexuele driften)
à Volbrengen hun biologische opdracht: sexuele reproductie & instandhouding soort.
1.1.1.2 Het sociaal perspectief
Emotionele turbulentie is geen routine in de tienerjaren!
à Aangetoond door M. Mead (1928): opgroeien in Samoa
à Alternatieve manier van kijken op tienerjaren en belang van sociale omgeving.
à Later ontkracht door Freeman (1983): toch niet zonder slag of stoot in Samoa
MAAR: basis was gelegd: invloed van de omgeving op tienerjaren!
1.1.1.3 Een gebalanceerde kijk
Adolescentie beïnvloed door:
• Universele biologische veranderingen
• Psychologische aspecten
• Sociale invloeden
o Lengte van de adolescentie:
§ Kleine samenlevingen: korter
§ Langer in geïndustrialiseerde gebieden
Drie fasen in geïndustrialiseerde gebieden:
• Vroege adolescentie (11-14 jaar): snelle puberale veranderingen
• Middel adolescentie (14-16 jaar): puberale veranderingen voltooid
• Late adolenscentie (16-18 jaar): volwassen overkomen en anticipeert op volwassen
assumpties van de omgeving.
! Positieve correlatie tussen sociale steun in bereiken van volwassen
verantwoordelijkheden en adaptatie naar volwassenheid !
1
,1.1.2 Puberteit: fysieke aanpassing naar volwassenheid
• Meisjes bereiken puberteit gemiddeld twee jaren vroeger dan jongens.
1.1.2.1 Hormonale veranderingen
Hormonale veranderingen vinden gradueel plaats vanaf 8 à 9 jaar.
• Stijging van groeihormoon & thyroxine
o Toename van lichaamsomvang & skeletale maturiteit
• Seksuele maturatie door geslachtshormonen
o Jongens (testosteron)
§ Spiergroei, gezichts- & lichaamsbeharing & andere mannelijke
geslachtskenmerken
§ 50% ervaart tijdelijke borstgroei door oestrogenen
o Meisjes
§ Oestrogenen
• Rijping van borsten, baarmoeder en vagina
• Menstruele cyclus
§ Adrenale androgenen
• Groeispurt
• Onderarm- en pubisbeharing
o Beide geslachten
§ Androgenen leiden tot vrijgave van groeihormoon
1.1.2.2 Lichamelijke groei
Groeispurt: Eerste teken van puberteit; snelle toename in gewicht & lengte.
à Jongens: 12,5 jaar, voltooid 17,5 jaar; Meisjes: 10 jaar, voltooid 16 jaar
à Verklaring: Oestrogenen triggeren groeihormoon meer
à Tussen 10 & 14 jaar is meisje meestal groter dan jongen
à Vanaf 14 jaar start de groeispurt van jongens en halen ze de meisjes in
Lichaamsproporties:
• Eerst groei van de extremiteiten (handen, voeten, benen), nadien torso
• Geslachtsverschillen: brede heupen versus brede schouders
• Benen van jongens worden langer, door 2 extra jaren preadolescente groei
Spier-vet Makeup en andere interne veranderingen
• Jongens winnen meer spier dan meisjes
• Meisjes krijgen meer vet in armen, benen en torso. Bij jongens verdwijnt dit.
• Jongens meer rode bloedcellen dan meisjes
1.1.2.3 Motor ontwikkeling en fysieke activiteit
• Toename van motorische prestaties
• Meisjes: traag en gradueel, stagneert op 14 jaar
• Jongens: dramatische spurt in kracht, snelheid en uithouding
2
,1.1.2.4 Seksuele maturatie
Primaire geslachtskenmerken:
• Reproductieve organen
Secundaire geslachtskenmerken:
• Zichtbaar buiten het lichaam en zijn tekens van seksuele rijpheid
• Bv. borstontwikkeling, lichaamsbeharing, …
Meisjes
• Puberteit start met borstontwikkeling en groeispurt.
• Menarche tussen 10,5 en 15,5 jaar
o Vindt plaats na de piek in de groeispurt
à Wanneer het lichaam fysiek klaar is om kinderen te baren.
• 12 à 18 maanden na menarche: vaak geen eisprong, als extra ‘veiligheid’
o Niet bij alle meisjes!! (dus geen reden tot ongebruik anticonceptie)
Jongens
• Eerste puberteitsteken is groei van de testes en verandering textuur en kleur scrotum
• Nadien: pubisbeharing en toename lengte van penis
o Samen met groei prostaat en vesicles seminalis
o Spermarche rond 13,5 jaar
o Aanvankelijk lage hoeveelheid sperma (cfr. verlaagde fertiliteit meisjes).
• Piek van groeispurt rond 14 jaar, valt samen met stemverandering
• Stemverandering vaak niet volledig aan einde van puberteit
1.1.2.5 Individuele verschillen in puberale groei
• Erfelijkheid
• Voeding (snellere gewichtstoename, snellere menarche)
• Lichaamsbeweging (meer sport, minder vet, latere menarche)
• Regio (armer, minder eten, minder gewichtstoename)
• SES
• Etniciteit (zwarten sneller menarche dan blanken)
• Seculaire trend (generatietrend) (meisjes nu vroeger menarche dan vroeger)
1.1.2.6 Hersenontwikkeling
• Wegvallen van ongebruikte synapsen (‘pruning’)
• Linken tussen hemisferen via corpus callosum en tussen prefrontale cortex en andere
gebieden nemen toe, myeliniseren en dragen bij tot snelle communicatie
à Prefrontale cortex wordt de coördinator
• Neuronen worden gevoeliger voor neurotransmitters
o Nadelen:
1.1.2.7 Veranderende states of arousal
• Slaapbehoefte ongeveer 9 uren/dag
• Later gaan slapen owv biologische veranderingen en sociale gewoontes
• Gevolg: slaperig overdag
à Prestatie en stemmingsproblemen
à Slaap meer verstoord
3
, 1.1.3 Psychologische impact van puberale events
1.1.3.1 Reacties op puberale veranderingen
• Indien vooraf voldoende ingelicht: positieve reacties op menarche en spermarche
o Zo niet: wisselende, geshockte emoties
• Jongens worden meestal virtueel ingelicht (leesmateriaal en websites)
• Jongens ontvangen minder social support over puberale veranderingen
o Indien wel voldoende ingelicht, komt spermarche vaak vroeger dan verwacht
en vinden ze zichzelf nog te weinig voorbereid
• Meisjes vertellen meer aan peers over menarche dan jongens over spermarche
In Westerse culturen zij verschillende momenten tijdens de adolescentie verwant met
volwassenheid (alcohol mogen drinken, auto mogen rijden, …). Het ontbreken van een
vastgelegde marker voor volwassenheid, maakt het proces verwarrend.
1.1.3.2 Puberale verandering, emotie en sociaal gedrag
Puberteit is gecorreleerd met humeurigheid en fysieke en psychologische afstandname.
1.1.3.2.1 Humeurigheid in de adolescentie
• Hogere hormonenspiegels gecorreleerd aan hogere humeurigheid
• Adolescenten hebben meer negatieve gevoelens dan volwassenen en schollkinderen
o Negatieve gevoelens meer gelinkt aan negatieve levensgebeurtenissen
• Jonge adolescenten minder emotioneel stabiel dan oudere of volwassenen
o Vaak gerelateerd aan situationele veranderingen
o Emotionele hoogtes vaak op vrijdag- & zaterdagavond
o Tieners die weekend thuis spenderen voelen zich vaak eenzaam
• Tieners met meer social support hebben positiever gevoelens
1.1.3.2.2 Ouder-kind relaties
Puberteit is gerelateerd aan meer intensieve ouder-kind conflicten.
à Bij primaten verlaten jongen het nest in puberteit.
Mensen in niet-geïndustrialiseerde culturen ook.
à Dit om incest te vermijden!
à In geïndustrialiseerde culturen kan dit niet (economische afhankelijkheid)
à Dus: psychologische distantiëring van de ouders.
• Als kinderen fysisch matuur worden, willen ze als volwassene behandeld worden
• Conflicten gaan over meer alledaagse zaken (rijden, daten, …)
o Onderliggend vaak andere reden (bv. beschermen tegen middelengebruik)
• Conflicten met dochters vaak intenser, omdat dochters meestal minder mogen
1.1.3.3 Puberale timing
Jongens
• Vroeg matuur: relaxed, onafhankelijk, zelfzeker, goed voorkomen
o Meer deviant gedrag!
• Laat matuur: meer angst en depressieve stemming
Meisjes
• Vroeg matuur: onpopulair, angst, laag zelfvertrouwen, depressie en angstig
o Meer deviant gedrag!
• Laat matuur: goed voorkomen, beter zelfbeeld, sociaal, …
4