Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Belangrijke personen + schema's + voorbeeldexamenvragen Sociologie KU Leuven Psychologie €2,99   Ajouter au panier

Autre

Belangrijke personen + schema's + voorbeeldexamenvragen Sociologie KU Leuven Psychologie

1 vérifier
 179 vues  6 fois vendu

Belangijke personen met hun begrippen, aantal schema's + voorbeeldexamenvragen voor het examen Sociologie aan de KU Leuven Psychologie

Aperçu 2 sur 10  pages

  • 24 avril 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Autre
  • Inconnu
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (33)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: oumaymaboudou • 2 année de cela

avatar-seller
Maaike274
Belangrijke personen sociologie op datum + enkele
schema’s + voorbereidende vragen examen (incl.
antwoorden)
Karl Marx (1818 – 1883)

 Groepsgericht
 Marx stond aan de wieg van de conflict-sociologische benadering  focus op gespannen
relaties tussen sociale groepen met een verschil in macht en belangen.
 Marx legde de intellectuele basis van het communisme.
 Hoofdidee: mens is een arbeidend wezen  antropologisch materialisme = basisgedachte
dat materiële werkelijkheid zowel de bron als het resultaat van menselijke arbeid is.
 Arbeidsdeling impliceert arbeidsverhoudingen  geen arbeid zonder
arbeidsdeling/taakdifferentiatie. Eigendomsrelaties bepalen arbeidsverhoudingen (bezitters
vs. niet-bezitters = principiële tegenstelling).
 Klasse, versie Marx = positie binnen de maatschappelijke tegenstelling tussen bezitters en
niet-bezitters van productiemiddelen.
Klassentegenstelling als fundamenteel structuurkenmerk van iedere samenleving 
karakterisering door economische uitbuiting. De klassentegenstelling kan er anders uitzien
dmv de productiewijze = manier waarop economische waarde wordt gecreëerd.
 Duaal klassenbegrip hangt samen met antropologisch materialisme. Marx erkent andere
sociale lagen, maar ziet de middenklasse in de toekomst verdwijnen.
 Door het structureel belangenconflict (tussen het kapitaal en de arbeiders) ontstaat een
klassenstrijd = directe confrontatie tussen bezittende en niet-bezittende klassen obv
tegengestelde belangen. Stelling: in een kapitalistische samenleving is een klassenstrijd
onvermijdelijk.
 Modern kapitalisme, versie Marx = productief maken van geld door koopwaren te fabriceren
en op de markt tegen geld te ruilen  via kapitaalformule G-W-G’
Commodificatie = vervanging van autonoom gemaakte dingen/zelf uitgeoefende activiteiten
door koopwaren.
 Marx’ voorspelling: bij een crisis verpaupert de arbeidersklasse, toenemende
kapitaalconcentratie door overnames + bankroeten  gevolg definitieve omverwerping
kapitalisme. Dankzij arbeidersstrijd + sociaaldemocratie is deze voorspelling niet uitgekomen.
 Marx voorspelde klassenpolarisatie = verdwijning van alle nog niet tot de bezittende of de
niet-bezittende behorende sociale lagen.
 Moderne samenleving als één basisrelatie: kapitalisten en arbeiders  economisch
reductionisme, materialistische maatschappijvisie met de mens als arbeidend wezen dat de
eigen materiële omgeving schept.
 Sociale orde, versie Marx = klassenorde en klassenconflict.
Enerzijds geordende arbeidsverhoudingen binnen ondernemingen.
Anderzijds verzetten arbeiders zich tegen de eis van de kapitalist.
 Sociocentrisme = maatschappij centraal, invloed op individu (net als Durkheim)
 Klassenverhouding als onderbouw, ideële wereld als bovenbouw gebaseerd en
gestructureerd op deze onderbouw  individueel handelen bepaald door klasse waar men
zich in bevindt (Durkheim bouwt hierop verder)

, Émile Durkheim (1858 – 1917)

 Groepsgericht
 Durkheim benadrukt sociaal sturende rol van breed gedeelde opvattingen over de sociale
scheidslijnen heen. Zonder een sterk collectief bewustzijn (tegenwoordig cultuur) ontbreekt
het individuen aan bindende richtsnoeren en dreigt sociale wanorde  zorgt voor sociaal
bewustzijn  later de sociale systeemtheorie en het functionalisme.
 Tov sociale verschijnselen positief-wetenschappelijke houding aannemen  sociale feiten
bestuderen als dingen.
Sociale feiten worden niet verklaard door biologische/psychologische factoren (individueel),
maar door voorafgaande sociale feiten.
Voor empirische verklaring heeft men een betere operationele definitie nodig  statistiek
 Reïficerende denktrant = sociale fenomenen zijn dingen die ons handelen van buitenaf
vormgeven.
 Sociologisme: neiging om al het persoonlijk handelen te verklaren vanuit het sociale
(wereldbeeld Durkheim) = niet zo wetenschappelijk
 Sociocentrisme = maatschappij centraal, invloed op individu (net als Marx)
 Klassenverhouding als onderbouw, ideële wereld als bovenbouw gebaseerd en
gestructureerd op deze onderbouw  individueel handelen bepaald door klasse waar men
zich in bevindt (= Marx). Durkheim verdiept: ideële normen en opvattingen zijn primaire
sociale feiten op zich (en niet gebaseerd op onderbouw)
 Sociale orde, versie Durkheim = bestaan van onderlinge solidariteit, cohesie en integratie 
mechanische solidariteit (premoderne samenlevingen) en organische solidariteit (moderne
samenlevingen)
 Binnen modern-westerse cultuur dominante voorstellingen van het individu als vrij en
zelfbewust leven  Durkheim zegt dat er twee interpretaties bestaan: homo economicus en
moreel individualisme

Max Weber (1864 – 1920)

 Individugericht
 Weber zegt dat het ontstaan van orde door persoonlijke motieven gebeurt die actoren
aanzetten tot samenhandelen  concretisering van opvolgers Weber: Rational Choice =
sociale orde groeit uit interactie tussen individuen die hun eigen voordeel proberen te
maximeren.
 Weber sloot zich aan bij Tönnies tijdsdiagnose (Gemeinschaft / Gesellschaft)  verbreding
naar andere functiesystemen. Eén verbreding die hij gebruikte was doelrationeel handelen.
“Doelrationeel handelt degene die zich bij zijn handelen op doel, middelen en neveneffecten
oriënteert en daarbij de middelen en de doelen, de doelen en neveneffecten rationeel tegen
elkaar afweegt en dus niet affectief, noch traditioneel handelt.”
 Verklaring groeiende taakdifferentiatie: binnen de maatschappij bestaat er doelrationalisme
 handelen binnen de verschillende maatschappelijke deeldomeinen dat alsmaar
doelrationeler wordt.
 Pleidooi voor begrijpende sociologie = menselijke/sociale fenomenen verschillen van
natuurverschijnselen  andere benadering: meerdere consequenties  methodologisch
individualisme, nominalisme en actorcentrisme
Methodologisch individualisme = bij bestuderen van het sociale moeten verklaringen gezocht
worden op niveau van individuele, betekenisvolle handelingen

2

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Maaike274. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  6x  vendu
  • (1)
  Ajouter