Groepsnummer : 2Ba BIO Teamnummer: 45 Datum: 13/11/2020
Familienaam: De Ridder Voornaam: Imke
Alternatieve opdracht
Practicum Scoop en RC
Duiding
· Alles wat duiding betreft zal in italic staan.
· Er hoeft in de proef geen methode geschreven worden. We focussen op
begrip van de fysica formules en de statistische technieken.
· Je gebruikt je practicumnota’s en de video’s als leidraad om de onderstaande
oefeningen tot een goed einde te brengen.
· Je werkt dit per team uit.
· Zet dit om naar PDF !!!
· Geef als titel van je bestand : “2Ba–Teamnummer-Voornamen.pdf”. Bv. “2Ba–
BIO11– Jan_en_Nele.pdf ”
· !!!!! en laadt deze op BB op in de rubriek Opdrachten/Verslagen/BIO Zorg er
voor dat je dit ZEKER voor de afgesproken tijd inlevert.
· Voor de ochtendsessies is dat 14:00.
· Vanaf het luik ‘Figuren’ hoeft u geen print toe te voegen. Zij zijn gewoon nodig
om je virtuele metingen te kunnen doen. Zoom goed in om de details van de
cursoren te ontwaren.
Doel:
Wat is de werkelijke amplitude en frequentie (bij figuur 1 en 2) bij een theoretische frequentie
van 250 Hz en een amplitude van 1V?
Wat is de RC tijd en de 2RC tijd?
Proef 1: Frequentie 250Hz, Amplitude van 1V
Kijk hiervoor naar Figuren 1 en 2. Onder aan de grafieken zijn de tijds- en
spanningscoordinaten weergegeven van de cursoren die op de pieken en dalen staan.
Bepaal de amplitude van het signaal: (geef je berekening, eerst in formule, dan met getallen)
Nr A (V) f (Hz) t(1) (s) t(2) (s) dt (s) f(werkelijk) A(top) A(dal) A(werkelijk)
(Hz) (V) (V) (V)
1 1 250 0,0049 0,0069 0,0020 250 1,035 1,035 1,035
2 1 250 0,0049 0,0089 0,0040 250 1,035 1,040 1,0375
Werkelijke amplitude figuur 1:
, A(werkelijk) = (A_top + A_dal)/ 2 = (1,035 V + 1,035 V)/ 2 = 1,035 V
Werkelijke amplitude figuur 2:
A= (A_top+ A_dal)/2 = (1,040V+1,035V)/2 = 1,0375 V
Bepaal de frequentie van het signaal: (geef je berekening, eerst in formule, dan met
getallen)
Werkelijke frequentie figuur 1:
f = 1/T = 1/(2 . (t_2 - t_1)) = 1/ (2 . (0,0069 s -0,0049 s)) = 1/ 0,0040 s = 250 Hz
Werkelijke frequentie figuur 2:
f = 1/T = 1/(t_2 - t_1) = 1/ (0,0089s - 0,0049 s) = 1/ 0,0040 s = 250 Hz
Proef 2 : Trigger, geen taak!
Proef 3 : Bemonstering
Kijk hiervoor naar Figuren 3,4,5,6,7. Dit zijn de gemeten punten voor sinussignalen met een
amplitude van 1 V en een ingestelde frequentie van 9900 Hz, 9925 Hz, 9950 Hz, 9975 Hz en
9999 Hz.
Bepaal voor elke instelling de gemeten frequentie:
9900 Hz: f = 1/ T = 1/ (t_2 - t_1) = 1/ (0,0182s - 0,0081s) = 1/ 0,0101s = 99,00990099 Hz
9925 Hz: f = 1/ (0,0209 s - 0,0075 s) = 74,62687 Hz
9950 Hz: f = 1/ (0,0368 s - 0,0167 s) = 49,75124378 Hz
9975 Hz: f = 1/ (0,0509 s - 0,0107 s) = 24,87562 Hz
9999 Hz: f = 1/ (1,3401 s - 0,3184 s) = 0,978761 Hz
Wat merk je op? Iets vreemds? Trend? Leg uit in enkele zinnen!
De gemeten frequentie wordt steeds kleiner. Dit komt omdat de periode steeds groter wordt
ten opzichte van de originele periode, omdat we met te grote frequenties werken zal de golf
te snel op en neer gaan, waardoor de computer deze niet meer kan registreren en we een
andere sinusfunctie lijken te hebben met dus een grotere periode dan die origineel is.
Beschrijf in eigen woorden de term bemonsteringsfrequentie.