Boekverslag Nederlands: J. Brouwers - Bezonken rood | Uitgebreid
10 vues 1 fois vendu
Cours
Nederlands
Type
HAVO
Book
Bezonken rood
In dit boekverslag vind je minimaal de volgende onderwerpen:
- Primaire gegevens
- Titelverklaring
- Auteur
- Genre
- Thema's en motieven
- Karakters
- Decor
- Stijl
- Verhaal/samenvatting
- Mijn persoonlijke beoordeling van het boek
- Bronvermelding
Bijzond...
BOEKVERSLAG NEDERLANDS
Jeroen Brouwers – Bezonken rood
PRIMAIRE GEGEVENS
TITEL
Bezonken rood
AUTEUR
Jeroen Brouwers
ORIGINELE UITGEVER
Amsterdam: Atlas Contact, 1981
UITGEVER VAN GELEZEN BOEK
Groningen: Wolters-Noordhoff, 1991
AANTAL PAGINA’S GELEZEN BOEK
139
GENRE
Autobiografische fictie, oorlogsroman, bildungsroman
TITELVERKLARING
De titel ‘Bezonken rood’ verwijst naar de verschillende manieren waarop ‘rood’ wordt gebruikt in het laatste
hoofdstuk van het verhaal: de ondergaande rode zon, de rode ogen van de japanners, de rode cirkel op de vlag van
de japanners en bijvoorbeeld de manier waarop het bloed gevloeid heeft in het kamp. 1
De zon is de ergste van alle martelingen van de Japanners. “TEGEN DE AVOND ALS DE ZON ALS EEN
AFGESLAGEN HOOFD IN DE AARDE VERZINKT, VERSCHIJNT COMMANDANT SONE OP HET APPÈLPLEIN.” Het
rood dat in de ogen van de japanner bezonken is, is het rood van de dood, van bloed en van de zon op de Japanse
vlag.2
Ook zegt bezonken rood iets over de manier waarop de schrijver is ‘verdwaald’. ‘Bezonken rood’ wordt namelijk
eens beschreven als een waas: “MEDE ONDER INVLOED VAN DE DRANK, NATUURLIJK, LAAT IK MIJ NIET
“GEVOELIG” VOORDOEN, OF SENTIMENTELER DAN IK BEN, STA IK OPEENS TE JANKEN ALS EEN GEK, ER
ZAKT EEN WAAS VAN BEZONKEN ROOD VOOR MIJN OGEN”3
MOTTO
1. “ER ABER, IN SEINER GEWÖHNLICHEN ART, HÜLLTE SICH IN GEHEIMNISSE, INDEM ER MICH MIT
GROSSEN AUGEN ANBLICKTE UN MIR DIE WORTE WIEDERHOLTE: DIE MÜTTER! MÜTTER! ’S KLINGT
SO WUNDERLICH!” – JOHANN PETER ECKERMANN, GESPRÄCHE MIT GOETHE.
Grof vertaald luidt dit motto: “HIJ ECHTER, OP ZIJN GEWONE MANIER, HULDE ZICH IN GEHEIMZINNIGHEID,
DOORDAT HIJ MIJ MET DE GROTE OGEN AANKEEK EN MIJ DE WOORDEN HERHAALDE: MOEDER! MOEDER!
HET KLINKT ZO WONDERLIJK!”
,Jeroen en zijn moeder zijn na het Jappenkamp volledig uit elkaar zijn gegroeid. Ze leefden gescheiden en wisten
niet hoe het met de ander eraan toe ging. Dit motto benadrukt hoe verwijderd ze van elkaar waren. Vanuit Jeroen
zijn ogen leek het alsof hij geen moeder had.
Na de dood van zijn moeder lijkt hij in een dal te raken: alle herinneringen aan zijn kindertijd in het kamp komen
ineens naar boven. Hij wordt geconfronteerd met het feit dat hij haar nu echt kwijt is. Heeft hij een fout gemaakt
door zo gescheiden te leven van zijn moeder? Je weet namelijk niet dat je iets mist, totdat je het werkelijk kwijt
bent.
2. “ZOEK MIJ TERWIJL IK ER BEN. LEER MIJ KENNEN, OMDAT IK ER BEN. IK BEN ER IMMERS. EN TOCH IS
ZEKER DAT IK ER NIET BEN.” – DODENLIED (ZUID-CELEBES)
Het tweede motto maakt duidelijk dat Jeroen Brouwers door de dood van zijn moeder alle herinnering ophaalt die
ervoor hebben gezorgd dat hij en zijn moeder uit elkaar zijn gegroeid. De gebeurtenissen in het kamp hebben
hiervoor gezorgd. Hij wil zijn moeder graag weer kennen en zien ondanks dat hun band volledig verdwenen leek.
De ik-persoon zoekt naar zijn eigen identiteit en naar de rol van zijn moeder en hoe ze tot elkaar staan. Hij
probeert na haar dood hun verhouding te doorgronden.
De hoofdpersoon is door de relatie met zijn moeder en de gebeurtenissen in het Jappenkamp “VOORGOED
VERKEERD VERBONDEN” geraakt en sluit zich af, al wil hij tegelijkertijd gezocht worden en, net als de kikker in
het sprookje, door een kus bevrijd.
Dit motto heeft ook veel te maken met het begrip octaviteit, een begrip dat ik verder in dit verslag uit zal leggen.
3. “DE WIND, DIE EIGENLIJK ALLEEN ZO NU EN DAN MAAR EENS KOMT NEERGESTREKEN, VOORTDUREND
KOMENDE VAN EN ONDERWEG NAAR ELDERS, MAAR NOOIT CONSTANT OP ÉÉN PLAATS BEZIG,
DRAAGT VLAAGSGEWIJS NU EENS VERKWIKKENDE, DAN WEER ONVERKWIKKENDE GEUREN AAN, EN
SOMS EEN WOLK VLINDERS OF LIBELLEN, MAAR OOK SOMS WEL EEN ZWERM ZWARTE VOGELS,- EN IS
HIJ WEER VOORBIJ, DAN BLIJFT NOG EEN GERUIME TIJD ALLES IN DE TUIN, WAT MAAR BEWEGEN KAN
EN DOOR HEM IS AANGERAAKT, IN BEWEGING.’
DEZE MYSTERIEUZE VOLZIN VIND IK TERUG IN EEN AANTEKENBOEKJE VAN MEER DAN TIEN JAAR
GELEDEN. IK HEB HEM NOOIT IN ENIGE TEKST, KUNNEN GEBRUIKEN, MAAR NA AL DIE JAREN ZET IK
HEM HIER MAAR NEER. IK WEET NU DAT DEZE ZIN EEN METAFOOR IS: HIJ ZOU IN EEN
ROUWADVERTENTIE OF IN EEN DOODSBRIEF KUNNEN STAAN.
‘DE WIND’, DAT IS: IEMANDS LEVEN.”
Na de motto's begint de roman met een motto-achtig citaat, wat de schrijver een metafoor noemt, over de wind.
Jeroen Brouwers heeft dit dus al eerder opgeschreven, maar kon het nooit gebruiken. In dit verhaal speelt de dood
van zijn moeder een grote rol. Soms lijkt het dat als iemand dood is dat alles over is: het hart en het leven van deze
persoon is gestopt. Toch kan dit van alles teweeg brengen: de persoon is weg, maar de nabestaanden blijven
achter met veel herinneringen die af en toe lastig kunnen zijn.
Steeds zijn er in het verhaal directe en symbolische verwijzingen naar contactstoringen met daarmee verbonden
verlies van eigen persoonlijkheid. Dit motief kan je terugkoppelen aan de uitleg van het bovenstaande motto over
de wind.
ONDERTITEL
Dit boek heeft geen ondertitel.
AUTEUR
Jeroen Brouwers (Batavia, 30 april 1940) bracht in de oorlogsjaren door met zijn moeder, grootmoeder en zusje
in het Japanse interneringskamp Tjideng, dat in een wijk van Batavia, het tegenwoordige Djakarta, was ingericht.
Na de oorlog werd hij als moeilijk handelbaar kind ondergebracht in diverse katholieke jongensinternaten.
Brouwers zegt dat mensen die hem willen leren kennen, zijn boeken maar moeten lezen. Brouwer zijn boeken zijn
namelijk sterk gebaseerd op zijn eigen leven. 4 Omdat Brouwers dit heeft gezegd, ben ik opzoek gegaan naar veel
van zijn biografische boeken en heb daar zo veel mogelijk informatie over hem uit proberen te halen.
MAAGDELIJK WIT: HET NIET-BESTAAN
4
LEZEN VOOR DE LIJST, Z.D.
Pagina 2
, Brouwers verbindt zijn manier van schrijven met het thema ‘maagdelijk wit: het niet-bestaan’: “IK HEB HET
ALTIJD OVER HETZELFDE, IK BLIJF DOLEN IN HETZELFDE LABYRINT.” Eveneens komt dit thema sterk terug in
Bezonken Rood.
Bij literatuur gaat het om een verkenning van de onderwereld en de binnenwereld, niet om kennis of weetjes van
de buitenwereld. In die zin is Brouwers, net als zijn voorbeeld Mulisch, een schrijver, die de donkere krochten van
de onderwereld bezoekt. Volgens Winterlicht moet de schrijver “UITSTALLEN WAT HIJ UIT ZIJN KELDERS EN
ONDERKELDERS HEEFT OPGEDOLVEN. ALLES IS AUTOBIOGRAFISCH, OOK HET NIET-“BIOGRAFISCHE”:
DATGENE WAT ZICH AAN DE NACHTZIJDE VAN HET BESTAAN VOLTREKT.”5 Literatuur verheft ‘een onfeitelijk
niet-bestaan’ (de onderwereld) tot werkelijkheid.
Jeroens moeder schreef ‘MET EEN STOKJE IN HET ZAND.’6 Wat zij schreef, verdween meteen. Dat is de
combinatie van scheppen en vernielen die ook de literatuur van Brouwers nastreeft: alles moet geschreven
worden, maar tegelijkertijd uitgewist, uitgegumd. Als een mantra duikt het wit in alle romans op: een schrijver als
Brouwers schrijft met witte inkt op witte bladzijden. Zo zegt de hoofdpersonage uit De Zondvloed: “ER STAAT MIJ
EEN BOEK VOL WITTE WOORDEN VOOR OGEN”7 en een personage uit Zomervlucht “EEN UIT STILTE
BESTAANDE OPERA, WIE HAD DAAR OOIT VAN GEHOORD? STILTE, CONTRAPUNTISCH GEVARIEERD MET
STILTE?”8 Opnieuw is dit een poging door te dringen tot de andere wereld: de onderwereld van het niet-bestaan.
Het doel is “EEN SPIERWIT WERELDNEGATIEF: NIETS TE ZIEN DAN WITTE BLADZIJDEN, NIETS TE HOREN,
NIETS GEBEURT...”9 Hier zou de tijd, de grootste vijand van Brouwers, opgeheven worden. Deze blanco tijd duurt
slechts even. In De zondevloed bereiken ze dit af en toe door drank en pillen. Toch is de witte tekst al even illusoir
als de blanco tijd. Een noodoplossing, vergelijkbaar met pillen en drank, is de dwangmatige, rituele taal. De
vergelijking tussen die formele, rituele taal en de pillen wordt expliciet gelegd in Bezonken rood, waar de
hoofdfiguur de namen van medicijnen als een gebed opdreunt. Literaire taal is al even dwangmatig en ritueel.
Geen wonder dat Jeroen de namen van pillen “EVEN POËTISCH ALS ROOS”10 noemt.
Brouwers zijn wil om het teruggaan naar het niet-bestaan vind je terug in Geheime Kamers. Hierin leidt een jonge
meid een primitief soort van bestaan dat lijkt op een leven-voor-het-leven. De enige positieve periode uit het leven
van de gemiddelde hoofdfiguur uit Brouwers' romanwereld, is de periode vóór de taal, de eerste levensjaren van
het kind dat nog geen besef heeft van de breuk tussen het ik en de anderen, de binnen- en de buitenwereld. Zo
smeekt Jeroen in Het verzonkene: “GEEF MIJ DE SIMPELE PAAR JAREN TERUG DAT IK GELUKKIG WAS, DE
JAREN TUSSEN MIJN GEBOORTE EN HET LEREN BEGRIJPEN EN SPREKEN VAN TAAL.”11
Maar de terugkeer naar “DIE STAAT VAN ONBEWUSTHEID EN ONSCHULD” (maagdelijk wit) is niet genoeg. Nog
verder terug in de tijd moet de schrijver à la Brouwers: naar de tijd vóór de geboorte, de baring. Zo wil de verteller
van De Zondvloed “IN ELKAAR [...] SCHROMPELEN, TOT IK NOG KLEINER ZOU ZIJN GEWORDEN DAN EEN
BABY OM VOORGOED IN EEN OF ANDERE VOCHTIGE WARMTE TERUG TE KEREN EN VAN DE WERELD TE
VERDWIJNEN”. 12
Ik benoem hier dit veelgebruikte motief van Brouwers omdat ik vind dat dit hem het beste beschrijft. Dit is
namelijk de manier waarop hij denkt en ook vanuit waar hij schrijft.
Ik heb al behoorlijk wat over Brouwers’ leven en gedachtegangen verteld en uitgewerkt verderop in dit
boekverslag.
Om meer over Brouwers’ verleden te weten te komen verwijs ik u door naar de samenvatting van dit boek. Daar
staan namelijk de hoofdzaken uit zijn leven in beschreven.
Om meer over Brouwers’ gedachtegangen te weten te komen verwijs ik u door naar het thema van het boek en de
andere stijlen waarin hij schrijft.
BIBLIOGRAFIE HOOGTEPUNTEN
Het verzonkene (1979)
Bezonken rood (1981)
De Zondvloed (1988)
5
BROUWERS, 2002, P. 12
6
BROUWERS,1991, P. 45
7
BROUWERS, 2018, P. 753
8
BROUWERS, 2015, P. 140
9
BROUWERS, 2018, P. 461
10
BROUWERS,1991, P. 93
11
BROUWERS, 1979, P. 126
12
BROUWERS, 2018, P. 170
Pagina 3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JuIia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.