Alle aantekeningen uit het boek staatsrecht en alle hoorcolleges. Zelf een 7,5 behaald. Erg moeilijk vak, vooral omdat het ook grotendeels draait om de arresten.
Samenvatting consitutioneel recht (weken 1t/m 6 jaar 1 UvA)
Samenvatting Staatsrecht, ISBN: 9789013146172 Inleiding Staats- En Bestuursrecht
Tout pour ce livre (32)
École, étude et sujet
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Constitutioneel Recht
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
isapeek
Aperçu du contenu
Decentralisatierecht = het recht van lagere overheden (gemeenten, provincies,
waterschappen)
De staat = een territorium, waar zich een bevolking bevindt, waarover effectief gezag wordt
uitgeoefend.
De EU is geen staat, omdat de EU formeel een internationale organisatie is, opgericht bij
verdragen.
Soevereiniteit
Soevereiniteit is het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen
zonder dat verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan, waarbij de staat het
geweldsmonopolie heeft.
Het begrip soeverein in relatie tot een staat kan verschillende betekenissen hebben:
- Om aan te geven dat andere staten zich niet mogen mengen in interne
aangelegenheden van het desbetreffende land
- Om aan te duiden wie de constituante (= de wetgevende macht (de wetgevende
kamers samen met de Koning) die bevoegd is om grondwetsbepalingen te herzien)
is van het statelijke gezag
- Om te expliciteren welk orgaan binnen de staat de hoogste bevoegdheid toekomt
Het model van de Westfaalse soevereiniteit is de basis geweest bij het proces van
staatsvorming in een groot deel van de moderne wereld. → naast elkaar staande
soevereine, zelfbesturende staten, waarbij de staatshoofden en regeringen van die staten
met elkaar, namens de staat, optreden in het internationale verkeer.
Homogeniteit (in een gemeenschap)
‘De gemeenschap waarover gezag wordt uitgeoefend, heeft een gemeenschappelijke
cultuur en is een rechtsgemeenschap.’
Andere kenmerken elementen van de staat
● Publieke (dus voor iedereen, niet moeder- kind) gezagsuitoefening is in beginsel
eenzijdig (ongeacht of diegene het ermee eens is of niet)
● Staat claimt het geweldsmonopolie
● Soevereiniteit
Het hoogste juridische gezag in Nederland is de grondwetgever (en de grondwetgever is
de wetgever die in twee lezingen, en de tweede met ⅔ meerderheid, een voorstel tot
wijziging van de grondwet aanvaardt.
Er bestaan ook ongeschreven grondwetten (UK), waarbij er niet één basisdocument is
waarin de cruciale organisatie en basisregels zijn gesteld.
In geval van een geschreven grondwet:
1
,Rigide grondwet = als de wijziging van de grondwet aan specifieke waarborgen is
onderworpen en dus (veel) moeilijker is dan het maken en wijzigen van gewone wetgeving.
Flexibele grondwet = als de wijziging van de grondwet relatief eenvoudig te veranderen is
door middel van gewone wetgeving.
De Nederlandse grondwet is niet alleen formeel rigide, maar ook materieel, vooral door het
ontbreken van het rechterlijk toetsingsrecht.
Ongeschreven staatsrechtelijke regel:
● Een voor Nederland belangrijke ongeschreven regel is de vertrouwensregel. Deze
regel komt erop neer dat de regering/ minister het vertrouwen van de Staten-
Generaal dient te hebben, dat wil zeggen dat er sprake is van vertrouwen, zolang het
tegendeel niet is gebleken.
→ maakt dus wel deel uit van het grondwettelijk bestel, maar is (expres) niet gecodificeerd.
In landen met een parlementair stelsel bestaat de vertrouwensregel, waardoor het parlement
een grote invloed kan uitoefenen op de samenstelling en het beleid van de regering
(uitvoerende macht). De uitvoerende macht is op deze wijze ‘democratisch gelegitimeerd’.
Wel is het zo dat in het geval expliciet het vertrouwen door een parlementaire meerderheid
wordt opgezegd (motie van wantrouwen) de bewindspersoon ontslag dient in te dienen. Er
komen hierbij twee situaties voor:
- Een bewindspersoon acht zich verantwoordelijk voor een specifieke situatie en dient
direct ontslag in, zonder eerst in het parlement verantwoording af te leggen
- Een bewindspersoon acht zich verantwoordelijk en komt erachter dat er geen
vertrouwensbasis meer is voor samenwerking.
● De Tweede Kamer wordt niet twee keer na elkaar ontbonden over dezelfde kwestie
en dientengevolge is na de eerste ontbinding de meerderheidswil doorslaggevend.
Deze regel heeft aan actualiteit verloren, doordat kabinetten de gewoonte hebben ter
gelegenheid van een ontbinding van de Tweede Kamer ontslag aan te bieden opdat
na de verkiezingen een nieuwe formatie kan volgen.
Nr. 5
Eenheidsstaten en federale staten
Eenheidsstaten: aan de centrale overheid komen in beginsel alle bevoegdheden toe. Wel
kan decentralisatie (verdeling van overheidsbevoegdheden over lagere lichamen)
plaatsvinden, dan spreken we van een gedecentraliseerde staat.
Het cruciale verschil tussen een eenheidsstaat en een federale staat is dat bij een federale
staat, de deelstaten eigen bevoegdheden toekomen waar het centrale gezag geen inbreuk
op mag maken. In een eenheidsstaat kunnen de centrale regering en wetgever formeel
eenvoudiger taken en bevoegdheden opleggen en ontnemen. Veelal somt de grondwet van
een federatie de bevoegdheden van het centrale gezag op (art. 1 USA Grondwet). Ook is
2
,daarbij een supremacy clause ingebouwd, inhoudend dat bij strijd tussen het recht van een
deelstaat en het federale recht, het laatste voorgaat.
Belangrijk kenmerk federale staat: de noodzaak om een constitutionele arbiter (= rechter of
hof) te hebben om geschillen tussen de deelstaten en de staat te beslechten. (EU= Hof van
Justitie, US = supreme court)
Het verschil tussen een federale staat en een confederale staat is niet altijd even scherp te
maken. Kenmerkend voor een federale staat is dat de deelstaten niet een vetorecht hebben
ter zake van wijziging van de Grondwet en de onderlinge bevoegdhedenafbakening,
alsmede dat zij soevereiniteit in die zin ook kwijt zijn dat zij niet (geweldloos) uit het federale
verband kunnen treden.
Het begrip ‘democratische rechtsstaat’
Democratie legitimeert overheidsmacht → doel
Rechtsstaat beschermt de burgers tegen de macht van de overheid, overheidsmacht wordt
beperkt.
● Democratie
➔ ‘regering door het volk’
➔ meerderheidsbesluitvorming
➔ verkiezingen en andere volksstemmingen
➔ verantwoording afleggen (over een besluit)
➔ regering van en voor het volk
- door het volk (rechtstreekse democratie)
- namens het volk (vertegenwoordigende democratie)
3 dingen die nodig zijn om een staat democratisch te noemen:
1. Vrije verkiezingen + politieke grondrechten
2. Parlement moet mede wetgever zijn (parlement moet wel wat kunnen doen als je die
eenmaal hebt gekozen)
3. Uitvoerende macht moet democratisch gelegitimeerd zijn
➔ parlementair stelsel
➔ presidentieel stelsel → rechtstreeks gekozen door het volk, uitvoerende
macht ligt bij de president (verkiezingen)
Presidentieel stelsel
Kiezer:
- (kiest)→ congres (parlement, maar in presidentieel stelsel heet dat
congres)(wetgevende macht)
- (kiest) → president (uitvoerende macht)
De uitvoerende macht heeft directe democratische legitimatie.
● geen vertrouwensregel
● president (= regering) direct gekozen)
3
, ● parlement kan president niet naar huis sturen (behoudens impeachment) → niet te
vergelijken met motie van wantrouwen
● staatshoofd is ook regeringsleider
Dus de regering moet op de meerderheid van het parlement steunen.
De uitvoerende macht heeft indirecte democratische legitimatie.
● vertrouwensregel is de kern → gezag wordt gelegitimeerd
● ministers bij Koninklijk besluit benoemd (43 & 48 Gw)
● ontlenen democratische rechtvaardiging aan het vertrouwen in het parlement of
kamer daarvan (meerderheid Tweede Kamer)
● vertrouwensregel is in NL negatief geformuleerd: het vertrouwen is er, totdat het
tegendeel blijkt: motie van wantrouwen
● personele scheiding van staatshoofd en regeringsleider
Directe democratie & representatieve democratie
Sterkere en zwakkere vormen van directe democratie
● Sterke vormen:
- grondwetgevende volksvergaderingen
- wetgevende volksvergaderingen
● Meer gematigd:
- bindende burgerinitiatieven (burgers initiëren wetsvoorstellen)
- bindende correctieve referenda (correctiemechanisme: besluit kan worden
tegengehouden)
➔ voorstel tot wijziging grondwet en invoering van een bindend correctief
referendum
➔ in eerste lezing aangenomen
● Zwakkere vormen:
- inspraak (= mening van getroffen burgers)
- niet bindende referenda
➔ wet raadgevend referendum (2014- 2018)
- niet- bindende burgerinitiatieven (burgers mogen wetsvoorstellen initiëren)
➔ zie art. 132a RvOTK
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isapeek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.