Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Antwoorden hoofdstuk 4 kracht en beweging €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Antwoorden hoofdstuk 4 kracht en beweging

2 revues
 1176 vues  11 fois vendu
  • Cours
  • Type

antwoorden overal Natuurkunde, hoofdstuk 4 kracht en beweging. havo 3

Aperçu 3 sur 17  pages

  • 21 avril 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Resume
  • Lycée
  • 3

2  revues

review-writer-avatar

Par: saskiajoan • 7 mois de cela

review-writer-avatar

Par: gerdabergsma • 2 année de cela

avatar-seller
Overal Natuurkunde 3 H
Uitwerkingen
Hoofdstuk 4 Kracht en beweging

4.1 Kracht en soorten beweging

A1
a De afgelegde afstand in een (v,t)-diagram is gelijk aan de oppervlakte onder de grafiek.
b De snelheid in een (s,t)-diagram is gelijk aan de helling van de grafiek.
c Een schuine rechte lijn in een (s,t)-diagram geeft een constante snelheid weer.
d Een schuine lijn omlaag in een (v,t)-diagram hoort bij een vertraagde beweging.

A2
a Bij een parachutist die uit het vliegtuig springt, neemt de snelheid in eerste instantie toe en is de netto
kracht dus niet gelijk aan nul.
Vanaf een zeker moment neemt de snelheid door de steeds groter wordende luchtweerstand niet verder
toe. Vanaf dat moment is de netto kracht wel nul.
d Bij een botsing verandert de snelheid van de auto zeer snel. De netto kracht is dus niet gelijk aan nul.

B3
10 m/s is groter dan 10 km/h. Immers, 10 m/s = 36 km/h en 10 km/h = 2,8 m/s.

B4
a 20 m/s omrekenen geeft: 20 × 3,6 = 72 km⁄h.
b 33,3 m/s omrekenen geeft: 33,3 × 3,6 = 120 km/h.
54
c 54 km/h omrekenen geeft: = 15 m⁄s.
3,6
18
d 18 km/h omrekenen geeft: = 5 m⁄s.
3,6


B5
Door de toenemende snelheid ondervindt de druppel steeds meer luchtweerstandskracht. Vanaf het moment
dat de omhoog werkende luchtweerstandskracht even groot is als de omlaag werkende zwaartekracht neemt
de snelheid niet meer toe.

B6
a In figuur 4.1 kun je aflezen dat er in 6 s een afstand van 15 m wordt afgelegd. De gemiddelde snelheid is
𝑠 15
dan: 𝑣gem = = = 2,5 m/s.
𝑡 6
b Ja
c In de figuur kun je zien dat de grafiek in het traject van 0 tot 2 s een rechte lijn is. Hier was een constante
snelheid van 5 m/s. Van 2 tot 6 s is de grafiek ook een rechte lijn en heb je een constante snelheid van
1,25 m/s. De gemiddelde snelheid moet dus ergens tussen deze twee waarden liggen.

B7
20 𝑠 2
a Reken de minuten om naar uren: = 0,33 h en reken uit: 𝑣gem = = = 6,1 km/h.
60 𝑡 0,33
𝑠 1460
b 𝑣gem = = = 584 km/h
𝑡 2,5
𝑠 100
c 𝑣gem = = = 6,7 m/s
𝑡 15
d Reken de minuten om naar seconden: 10 ∙ 60 = 600 s en de kilometers naar meters:
𝑠 6000
6 ∙ 1000 = 6000 m. Vervolgens: 𝑣gem = = = 10 m/s
𝑡 600


B8
De afgelegde afstand is te vinden door in alle drie de gevallen de oppervlakte onder de grafiek te bepalen:
1
4.2a 𝑠 = × 45 × 70 = 1575 m
2
4.2b 𝑠 = 10 × 5 = 50 m
1
4.2c 𝑠 = × 30 × 90 = 1350 m
2




© Noordhoff Uitgevers Overal NaSk 3 H – uitwerkingen hoofdstuk 4 1

,B9
a een beweging met constante snelheid
b een stilstaand voorwerp
c een versnelde beweging
d een beweging met constante snelheid
e een eenparig versnelde beweging (dus een beweging met constante versnelling)
f een beweging met constante snelheid waarbij het voorwerp op zeker moment in omgekeerde richting gaat

B10
a De snelheid van Patricia is constant, dus de netto kracht moet nul zijn. Dat betekent dat de
weerstandskracht op Patricia even groot moet zijn als de kracht die zij zelf uitoefent, maar wel
tegengesteld gericht.
b De weerstandskracht neemt toe door de tegenwind. Om dezelfde constante snelheid te kunnen fietsen,
moet Patricia dus meer kracht uitoefenen.

C11
a De oppervlakte onder de grafiek van Peter is duidelijk groter, dus hij legt meer afstand af en woont daarom
verder van school.
b Let erop dat de tijd in minuten is gegeven en deze omgerekend moet worden naar seconden. De
oppervlakte onder de grafiek van Peter kan dan als volgt bepaald worden:
1
 Van 0 tot 4 s: 𝑠 = × (4 × 60) × 16 = 1920 m
2
 Van 4 tot 13 s: 𝑠 = (9 × 60) × 16 = 8640 m
1
 Van 13 tot 15 s: 𝑠 = × (2 × 60) × 16 = 960 m
2
 Totale afstand: 𝑠 = 1920 + 8640 + 960 = 11520 m = 11,52 km
c De oppervlakte onder de grafiek van Yvonne kan als volgt bepaald worden:
1
 Van 0 tot 2 s: 𝑠 = × (2 × 60) × 13 = 780 m
2
 Van 2 tot 13 s: 𝑠 = (11 × 60) × 13 = 8580 m
1
 Van 13 tot 15 s: 𝑠 = × (2 × 60) × 13 = 780 m
2
 Totale afstand: 𝑠 = 780 + 8580 + 780 = 10140 m = 10,14 km
d Het antwoord bij a is correct.

C12
a Tijdens de worp is er een zwaartekracht naar beneden en de spierkracht van Chris omhoog. Omdat tijdens
het gooien de snelheid van de bal verandert, is er een netto kracht omhoog.
b Net nadat Chris de bal loslaat, is er alleen zwaartekracht.
c Wanneer de bal terug valt uit het hoogste punt is er alleen zwaartekracht.

C13
a Doordat de snelheid van Toine groter wordt, neemt zijn luchtweerstand toe. Als de weerstandskracht even
groot is als de motorkracht (maar wel tegengesteld gericht), dan is er geen netto kracht meer. Toine zal
vanaf nu een constante snelheid hebben.
b De weerstandskracht wordt kleiner. Dit wordt veroorzaakt doordat het frontale oppervlak van Toine door
kleiner is.
c Het hoverboard zal dan weer versnellen. De motorkracht is nu weer groter dan de weerstandskracht,
waardoor er weer een netto kracht ontstaat.

+14
Reken eerst de zwaartekracht op de golfbal uit: 𝐹𝑧 = 𝑚 ∙ 𝑔 = 0,050 × 9,81 = 0,49 N. De zwaartekracht is dus
groter dan de luchtweerstandskracht en de snelheid van de bal zal dus groter worden.




© Noordhoff Uitgevers Overal NaSk 3 H – uitwerkingen hoofdstuk 4 2

, +15
a




b




Om de oppervlakte onder de grafiek te kunnen bepalen, wordt deze verdeeld in een vijftal makkelijk te
berekenen deeloppervlakten.
1
 𝑠𝐴 = × 10 × 3,0 = 15 m
2
 𝑠𝐵 = 130 × 3,0 = 390 m
1
 𝑠𝐶 = × 10 × 2,0 = 10 m
2
 𝑠𝐷 = 60 × 5,0 = 300 m
1
 𝑠𝐸 = × 10 × 5,0 = 25 m
2
 𝑠𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 = 15 + 390 + 10 + 300 + 25 = 740 m.


© Noordhoff Uitgevers Overal NaSk 3 H – uitwerkingen hoofdstuk 4 3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pientjeee2005. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  11x  vendu
  • (2)
  Ajouter