Samenvatting van alle relevante stof voor het tentamen van het vak Europees Arbeidsrecht aan de UvA. Literatuur, jurisprudentie en wetgeving. Ik heb zelf een 9 gehaald voor het vak.
Summary week 5-7 European Labour and Social Security Law, ISBN: 9781780687049 (PUB4007)
Summary week 1-4 European Labour and Social Security Law, ISBN: 9781780687049 (PUB4007)
European Labour and Social Security Law - Literature Summaries week 1
Tout pour ce livre (9)
École, étude et sujet
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Arbeidsrecht
Europees Arbeidsrecht (3154EAQ2VY)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
chefarbeidsrecht
Avis reçus
Aperçu du contenu
Bevoegdheden en besluitvorming in de EU
Instellingen van de EU (art. 13 VEU)
Europese Raad (art. 15 VEU): Bepaalt de grote beleidslijnen, geen wetgevingstaak.
Besluitvorming met consensus (lid 4). Bestaat uit de 27 regeringsleiders.
De Raad (art. 16 VEU): Is de EU-wetgever (samen met EP). Besluiten met gekwalificeerde
meerderheid (lid 3&4), 55% van de leden van de Raad die een bevolking van tenminste 65%
van de EU inwoners vertegenwoordigen, tenzij een specifieke wetgevingsrondslag om een
andere vorm van besluitvorming vraagt.
Europese Commissie (art. 17 VEU): Onafhankelijke commissarissen. Bijna geheel exclusief
recht van initiatief, EP & de Raad besluiten dus op voorstellen van de Commissie.
Besluitvorming bij gewone meerderheid van stemmen (art. 250 VWEU). De Commissie kan
een inbreukprocedure starten tegen lidstaten die EU-wetgeving schenden (art. 258 VWEU).
Europees Parlement (art. 14 VEU): EU-wetgever samen met de Raad. Houdt toezicht op de
Commissie. Besluitvorming bij gewone meerderheid van stemmen, tenzij anders is bepaald
(art. 231 VWEU).
Hof van Justitie van de EU (art. 19 VEU): Verzekert de juiste toepassing en interpretatie van
EU-recht. Besluitvorming bij gewone meerderheid, met geheim van de raadkamer. Kan op
verzoek van de Commissie een inbreukprocedure starten tegen een lidstaat die het EU-recht
schendt of onjuist toepast (art. 258 VWEU). Kan daarnaast prejudiciële vragen van lidstaten
over het EU-recht beantwoorden (art. 267 VWEU). Lagere rechters kunnen een prejudiciële
vraag stellen, de hoogste rechter van een lidstaat is hiertoe verplicht.
HvJ EU Cilfit: Er zijn drie uitzonderingen op de plicht van de hoogste nationale rechter om
prejudiciële vragen te stellen: i) Als de hoogste nationale rechter de vraag niet relevant vindt
voor de oplossing van het geschil, ii) als de vraag al eens eerder is behandeld door het HvJ EU
(acte éclairé) en iii) als de hoogste nationale rechter vindt dat er geen redelijke twijfel kan
bestaan over de uitleg van het EU-recht (acte claire). Voor een acte claire is vereist dat de
hoogste nationale rechter ervan overtuigd is dat de oplossing even evident zou zijn voor
rechterlijke instanties van andere lidstaten en voor het HvJ EU. Ook dient de hoogste
nationale rechter rekening te houden met de verschillende kenmerken, rechtsbegrippen en
talen van het gemeenschapsrecht.
Als een partij bij de HR een vraag over EU-recht opwerpt, betekent dat niet dat er een
prejudiciële vraag gesteld moet worden, deze beoordeling ligt volledig bij de HR. Verzoeken
om een prejudiciële vraag te stellen aan het HvJ EU is dus geen rechtsmiddel.
Besluitvorming en wetgeving in de EU
Art. 5 VEU: De EU handelt alleen binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de
lidstaten zijn toegedeeld. De EU treedt alleen op voor zover de doelstellingen van het
overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau
kunnen worden verwezenlijkt, maar beter door de EU kunnen worden bereikt (lid 3) =
Subsidiariteitsbeginsel. De EU gaat bij het optreden niet verder dan wat nodig is om de
doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken (lid 4) = evenredigheidsbeginsel /
proportionaliteit.
,Om aan de eisen van art. 5 VEU te voldoen moet er voor ieder EU-besluit een geschikte
rechtsbasis/rechtsgrondslag gevonden worden. Voor het arbeidsrecht zijn er een aantal
relevante rechtsgrondslagen.
Art. 46 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving op het gebied van het vrij verkeer van
werknemers. Gewone wetgevingsprocedure.
Art. 48 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving op het gebied van het
socialezekerheidsrecht. Gewone wetgevingsprocedure.
Art. 53 lid 1 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving inzake het erkennen van diploma’s
en titels om toegang tot werkzaamheden in andere lidstaten te vergroten. Gewone
wetgevingsprocedure.
Art. 115 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving welke rechtsreeks van invloed is op de
instelling of de werking van de interne markt. Bijzondere wetgevingsprocedure.
Art. 153 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving op het gebied van sociale- en
arbeidsrechtelijke onderwerpen, uitgezonderd beloning, recht van vereniging, staking en het
recht tot uitsluiting (lid 5). Gewone wetgevingsprocedure.
Art. 157 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving op het gebied van gelijke beloning
voor mannen en vrouwen bij gelijke arbeid. Gewone wetgevingsprocedure.
Art. 352 VWEU: Rechtsgrondslag voor EU-wetgeving op het gebied van onvoorziene
gevallen welke wel nodig blijken om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken,
zonder dat deze Verdragen in de daartoe vereiste bevoegdheden voorzien. Bijzondere
wetgevingsprocedure.
HvJ EU Arbeidstijdenrichtlijn: Dit arrest toont het belang van de keuze voor de juiste
rechtsgrondslag bij het uitschrijven van EU-wetgeving. In casu werd het VK overstemd in een
gewone wetgevingsprocedure. Het VK claimde dat de rechtsgrondslag voor de Richtlijn in
kwestie verkeerd was en dat er een andere rechtsgrondslag, met een bijzondere
wetgevingsprocedure gekozen had moeten worden. Zo probeerde het VK de invoer van de
Richtlijn in kwestie tegen te gaan. Het VK werd door het HvJ EU in het ongelijk gesteld.
Zoals blijkt uit de genoemde rechtsgrondslagen kent de EU 2 soorten wetgevingsprocedures.
In de eerste plaats is er de gewone wetgevingsprocedure, uitgebreid beschreven in art. 289 lid
1 jo. 294 VWEU. Daarnaast zijn er de bijzondere wetgevingsprocedures, deze zijn per
rechtsgrondslag specifiek vastgesteld.
Er zijn verschillende soorten wetgeving die door de EU uitgeschreven kunnen worden (art.
288 VWEU). Voor het arbeidsrecht zijn voornamelijk Verordeningen, maar vooral
Richtlijnen van belang. Een Verordening heeft een algemene strekking, is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat. Een Richtlijn is verbindend
ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is. Aan de
nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten om de vorm en middelen van uitoefening te
bepalen.
Arbeidsrechtelijke EU regels komen ook voor in de vorm van ‘soft law’. Dit zijn bijvoorbeeld
aanbevelingen of adviezen. Een speciale vorm is de Open Method of Coordination (OMC).
, Deze methode is bedacht om het werkgelegenheidsbeleid van de EU te implementeren (art.
146 e.v. VWEU).
Sociale partners
Een voor EU-wetgeving bijzondere bepaling is te vinden in art. 155 VWEU. Dit artikel schept
de mogelijkheid voor de EU om contractuele betrekkingen aan te gaan met de sociale
partners. Dit kan ertoe leiden dat bepaalde aanbevelingen van de sociale partners omgezet
kunnen worden in Richtlijnen.
Voorrang en werking van EU-recht
Al het EU-recht, primair en secundair, heeft voorrang op al het nationale recht van de
lidstaten. EU-recht gaat dus ook voor op de nationale grondwet van een lidstaat. In het geval
van een conflict tussen nationaal recht en EU-recht, gaat het EU-recht dus altijd voor.
HvJ EU Costa/ENEL: Met de EU-verdragen hebben de lidstaten een eigen rechtsorde in het
leven geroepen. Lidstaten kunnen niet tegen het recht van deze rechtsorde ingaan, omdat zij
deze hebben aanvaard. Nationale wetten die tegen de Verdragen ingaan ontberen iedere
werking. Dit geldt ook voor later aangenomen nationale wetten.
Ondanks dat het EU-recht dus altijd voor het nationale recht gaat, kan niet zomaar op elke
EU-rechtelijke bepaling een beroep worden gedaan. Om een beroep te doen op een EU-recht
bepaling, moet die bepaling rechtstreekse werking hebben.
HvJ EU Van Gend & Loos: Een particulier kan zich voor de nationale rechter rechtstreeks
op het EU-recht beroepen indien de bepaling waarop hij zich beroept i) voldoende duidelijk
en ii) onvoorwaardelijk is geformuleerd.
Al het EU-recht heeft dus voorrang op nationaal recht, maar niet al het EU-recht komt een
directe werking toe. Wil een specifieke EU-recht bepaling afdwingbaar zijn door particulieren
voor de nationale rechter, dan moet die bepaling directe werking hebben.
HvJ EU Simmenthal II: De nationale rechter dient zijn nationale recht buiten toepassing te
laten als er een conflict tussen het nationale recht en een rechtstreeks werkende bepaling van
EU-recht is. De rechter doet dit op eigen gezag, zonder dat hij hoeft te wachten op een
aanpassing van het nationale recht door de wetgevende macht van zijn lidstaat.
De hoogste Duitse rechter (Bundesverfassungsgericht) is het hier niet mee eens. Zij laat EU-
recht buiten toepassing als er strijd is met de Duitse Grondwet, als de EU buiten haar
bevoegdheid heeft gehandeld en als het EU-recht in strijd is met de Duitse constitutionele
identiteit. De Hoge Raad in Nederland heeft minder moeite met de voorrang van het EU-
recht.
HR Arbeidstijdenverordening: De rechtstreekse toepasselijkheid van een EU Verordening
brengt mee dat zij zonder nadere handeling in het nationale recht wordt opgenomen. De
grondslag hiervoor ligt in de EU-verdragen en is niet gebaseerd op het stelsel van art. 93 & 94
GW.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chefarbeidsrecht. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.