Hoihoiii,
In deze samenvatting word de behoeften, schaarse, uitgaven, begroting berekenen, budgetlijn tekenen uitgebreid uitgelegd! Ook de inkoopwaarde, omzet, afzet wordt uitgebreid uitgelegd met voorbeelden... In hoofdstuk 2, wordt ook alles zorgvuldig uitgelegd. Van slaarmotieven tot belegen ...
Behoeften = wensen die mensen hebben (laptop)
- primaire behoeften (basisbehoeften) ➙ noodzakelijk om te leven.
- secundaire behoeften (overige behoeften) ➙ leven prettig maken.
Schaarste = middelen om goederen te maken niet oneindig aanwezig zijn
- ontstaat: als je niet genoeg middelen hebt om al je behoeften te voorzien.
- vrije goederen = goederen waarvoor je geen middelen voor nodig hebt (zonlicht,
wind)
Consumeren = goederen & diensten kopen ➙ die mensen consumenten
● Diensten = iemand een dienst verlenen (wiskundeles)
● Goederen = tastbare producten
- Gebruiksgoederen (broodtrommel, meerdere keren gebruiken)
- Verbruiksgoederen (brood, 1 x gebruik)
Alternatief aanwendbaar = verschillende mogelijkheden hebben om je behoefte te voorzien
(Brood meenemen, brood kopen ➙ zelfvoorziening)
paragraaf 2 / kopen is kiezen?
Uitgaven
● vaste lasten ➙ hypotheek, abonnement
● huishoudelijke uitgaven ➙ dagelijkse uitgaven (boodschap)
● incidentele uitgaven ➙ grotere uitgaven die soms voorkomen.
- kan je reserveren (sparen) = geld apart zetten
voor grote uitgave.
Inkomen = geld wat huishoudens ontvangen uit arbeid.
● Inkomen uit arbeid ➙ loon / salaris
● Inkomen uit bezit ➙ rente over spaargeld
● Overdrachtsinkomen ➙ inkomen zonder directe tegenprestatie
(zakgeld, uitkering)
Budget = totale inkomsten in een periode, beschikbaar geld.
1
, Begroting = maak je om zicht te krijgen in je mogelijkheden
om je geld te besteden.
- bedragen vergelijken ➙ omrekenen naar dezelfde
periode.
Budgetlijn = geeft grenzen van je budget aan
- berekenen:
M = px x + Py y
- M = inkomen
- Px, Py = prijs van product x of y
- x, y = hoeveelheid van product x of y
paragraaf 3 / heb je geld nodig om te ruilen?
Ruilen
- directe ruil = ruilen van goederen tegen andere goederen
- indirecte ruil = ruilen van goederen met ruilmiddel (geld, zout)
Functies van geld
- ruilmiddel
- rekenmiddel = waarde van product bepalen & vergelijken
- spaarmiddel = bewaart geld
Technische vereisten = kenmerken waaraan ruilmiddel moet voldoen.
- draagbaar, deelbaar, houdbaar & moeilijk te reproduceren ➙ nu geldsysteem
Fiducie = vertrouwen om zeker te zijn dat geld zijn waarde houd.
● Chartaal geld = geld in vorm van bankbiljetten & munten
● Giraal geld = geld op betaalrekening
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gwenvanspronseleerling. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.