BIO = biologie → mens is een biologisch wezen
PSYCHO = psychologie → studie van de menselijke geest en het gedrag
SOCIAAL = mens staat niet op zichzelf → staat in relatie met anderen
Veranderingsprocessen: wetenschap over oorzaken en gevolgen van het menselijk gedrag
Erfelijke factoren omgevingsfactoren
Menselijk gedrag
ziektes
Anatomie en fysiologie:
Anatomie = opensnijden
= de wetenschap van het bestuderen van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke
relatie tussen lichaamsdelen → de structuur van het lichaam
In rust
Fysiologie = hoe levende organismen functioneren → de functie van het lichaam
In actie
mens als biologisch organisme:
het lichaam bestaat uit verschillende stelsels
Organen zijn op hun beurt opgedeeld in weefsels
Weefsels: opgebouwd uit cellen => moleculen
1
,Orgaanstelsels: opgebouwd uit minimum twee organen
Bv: bloedvatenstelsel:
Het hart
Het bloed
De bloedvaten
Organen: vervullen een functie en zijn opgebouwd uit twee of meer types weefsel
Skeletspieren: organen die krachten kunnen ontwikkelen
Weefsels: opgebouwd uit vellen van dezelfde soort
Celbiologie = de studie van de structuur en de werking van de cellen
Alle cellen zijn opgebouwd uit moleculen (= kleinste niveau van organisatie)
De cel:
Het celmembraan = omhulsel rond de cel
Bevat kleine gaatjes → = poriën: zorgt ervoor dat stoffen naar binnen en naar buiten kunnen
Eiwitten in de cel beschermen de poriën
Binnen het celmembraan:
Verschillende structuren / organellen:
Mitochondriën = energiecentrale = bevat klein stukje erfelijke materiaal (= mitochondriaal
DNA)
Celdeling = kopie van een vel → bv. om te groeien
Ribosomen → functie: DNA / code omzetten in lichaamseigenschappen
Cytoplasma bevat de organellen
Een waterachtige vloeistof → eiwit + energie
Energie wordt opgewekt door de mitochondrion
Celkern = het belangrijkste deel van de cel
Wordt beschermd door kernmembraan
Bevat het DNA
2
, Hoofdstuk 2: het zenuwstelsel:
Belang van het zenuwstelsel = kunnen waarnemen, denken, emoties ervaren en beslissingen nemen
Het centraal zenuwstelsel: Het perifeer zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg PZS: verbindt het centraal zenuwstelsel
met andere stelsels en met de zintuigen
CZS: verwerkt info, biedt regulering op
korte termijn van de activiteiten van
andere stelsels
Hersenen: complexe functie
Regelen willekeurige en
onwillekeurige activiteiten
Ruggenmerg = schakel tussen
PZS en de hersenen → geleid
info van en naar de hersenen Het zenuwstelsel
Zintuigen die onze
inwendige toestand
reigstreren
Afferente gedeelte = stijgende baan
Sensorische info wordt doorgestuurd naar de hersenen
= perifeer zenuwstelsel
Hersenen gaan info verwerken in het centraal zenuwstelsel
Prikkel wordt verstuurd naar motorische impulsen
Het efferente gedeelte
Somatisch zenuwstelsel
Autonoom zenuwstelsel → parasympatisch of orthosympatisch zenuwstelsel
Neurologie = de tak in de medische wetenschappen die de anatomie, het normaal functioneren en de
ziekten van het zenuwstelsel bestudeert
Ziekten van het zenuwstelsel kunnen aanleiding geven tot stoornissen
Taalstoornissen, geheugenstoornis, waarnemingsstoornis, psychiatrische stoornis, …
Farmacotherapie
In de huidige psychiatrie: => twee volwaardige & complementaire vormen
psychotherapie
van therapie
4
, zenuwstelsel + endocrien stelsel
Besturen van het lichaam
Maar er is een verschil tussen beide:
Zenuwstelsel regelt lichaamsreacties door middel van zenuwimpulsen of prikkels
Endocrien stelsel reageert veel trager door middel van de vrijstelling van hormonen
Functies:
Verschillende taken dankzij drie basisfuncties:
Detecteren van informatie via de receptoren
Prikkels naar het ruggenmerg of hersenen sturen
Vanuit omgeving of eigen lichaam
De integratieve functies
Het zenuwstelsel integreert sensoriële info
Verwerken en bewaren van informatie door die te analyseren, te combineren en
Beslissingen nemen gedeeltes ervan te bewaren
De motorische functies
Zorgt dat de beslissing uitgevoerd wordt via het sturen van prikkels → effectoren
Na integratie
Motorische respons → kan bestaan uit het samentrekken van de skeletspieren =>
leiden tot gewilde bewegingen
Motorische neuronen vervoeren
informatie van het czs naar de
spieren of klieren
Klieren worden
geprikkeld → kan leiden
tot spiercontractie of
secretie van hormonen 5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charoncardinael. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.