H2 Het internationale economisch verkeer
2.1 Globalisering
Arbeidsverdeling = het opsplitsen van productieprocessen in deeltaken.
Zo is de productie van een auto opgesplitst in duizenden deelbewerkingen. Als bepaalde
onderdelen in eigen land niet verkrijgbaar, of duur zijn, worden ze ingevoerd. Invoer = import
De productie wordt vervolgens weer geëxporteerd.
Globalisering = de internationale vervlechting van het economische verkeer.
Goederenverkeer en dienstenverkeer
In- en uitvoer zijn waarde grootheden. Ze hebben een volume- en een prijscomponent.
Volume verwijst naar hoeveelheden. In- en uitvoer kunnen veranderen door veranderingen
van het volume en/of de prijs:
Waarde = volume x prijs
Naast het goederen verkeer hebben we het dienstenverkeer of onzichtbare handel.
Om de rol van de buitenlandse handel in een land te kunnen vergelijken met andere landen,
worden quotes gebruikt waarin de in- en uitvoer worden gerelateerd aan het bbp
invoerquote = invoer / bruto binnenlands product x 100%
uitvoerquote = uitvoer / bruto binnenlands product x 100%
Naarmate de som van de exportquote en importquote hoger is, zijn er meer transacties met
het buitenland en is de economie opener.
Wederuitvoer = de goederen die zijn ingevoerd, tijdelijk eigendom worden van de
Nederlands bedrijf en vervolgens weer worden uitgevoerd.
Invoercomponent = een product dat nodig is voor de uitvoer van een ander product. (De
import van soja vormt een invoercomponent van de uitvoer van vlees.)
kapitaalverkeer
Bij grensoverschrijdende kapitaalstromen, hebben we geldstromen die betrekking hebben op
buitenlandse beleggingen en die betrekking hebben op de directe buitenlandse
investeringen.
Directe buitenlandse investeringen bestaan uit:
- de transacties in aandelen
- de investeringen in buitenlands onroerend goed
- de onderlinge leningen binnen een concern
De traditionele industrielanden investeren flink in elkaars economie, in ontwikkelingslanden
en in opkomende economieën.
Motieven van multinationals om te investeren:
- Onderzoek naar de aanwezigheid van bodemschatten
- De aanwezigheid van productiefactoren zoals arbeid en kapitaal
- De wens om dichter bij de afzetmarkt te produceren
Landen laten multinationals vaak toe in de hoop toegang te krijgen tot nieuwe kennis.
, Outsourcing = taken worden uitbesteed aan een bedrijf in een ander land
Offshoring = (een deel van) het productieproces wordt verplaatst naar een ander land.
2.2 Handelstheorie
De comparatieve-kostentheorie
De econoom David Ricardo analyseerde de voordelen van internationale handel. Hij ging uit
van de arbeidswaardeleer = de waarde van een product wordt uitsluitend bepaald door de
hoeveelheid arbeid die nodig is om het product te maken. Ricardo zegt dat de gezamenlijke
welvaart van landen toeneemt als elk land zich toelegt op het product waarbij het
comparatieve kostenvoordelen heeft.
De oorzaken van kostenverschillen
- Comparatieve kostenverschillen zijn de oorzaak van internationale handel. Landen zullen
de goederen exporteren waarbij ze lagere opofferingskosten hebben dan andere landen.
- De productiefactoren, natuurlijke hulpbronnen, arbeid, kapitaal en ondernemingsschap zijn
van grote invloed op het kostenniveau.
- Menselijke kapitaal/human capital = het geheel aan kennis, ervaringen en vaardigheden
van de beroepsbevolking.
-Loonkosten, sociale rust en de arbeidsproductiviteit spelen een rol bij de kostprijs.
- De voorraad kapitaalgoederen en de kwaliteit daarvan bepalen voor een de
concurrentiekracht van een land. Kapitaal omvat naast de machines, installaties en
gebouwen, ook de infrastructuur.
- Bij kapitaalintensieve productie spelen schaalvoordelen een rol.
- Productdifferentiatie = verschillen in het productaanbod van verschillende aanbieders.
Welvaartstheorie
Overheden die de binnenlandse producenten willen beschermen, kunnen verschillende
maatregelen inzetten. Een kenmerk van deze protectionistische maatregelen is dat ze de
binnenlandse bedrijven bevoordelen ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten.
Tarifaire protectie heeft invloed op de prijs van een product. Bijvoorbeeld: invoerheffingen &
uitvoersubsidies. Non-tarifaire protectie = beschermende maatregelen die geen invloed
hebben op de prijs, zoals eisen aan de kwaliteit of veiligheid. Ook een invoerquotum is een
voorbeeld van non-tarifaire protectie.
Dumping = het aanbieden van producten tegen een prijs die lager ligt dan de kostprijs.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur oliviamarchal. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.