Internationale bescherming van de Rechten
van de mens
Les 1
Studiemateriaal en examenvorm
Oorspronkelijk was er een schriftelijk examen met een aantal multiple-choice vragen en een aantal
open vragen (reflectievragen, essayvragen) en ook een casus (waarbij er gebruik moet worden
gemaakt van de bronnen).
Dit jaar wordt er gewerkt met een opdracht die de studenten een maand op voorhand krijgen. De
opdracht is een policy brief schrijven dat zijn doorgaans Ngo’s, universiteiten, experten in de
mensenrechten die wanneer er zich een probleem voordoet daarrond een advies schrijven en dat
advies doorsturen naar een toezichtsorgaan. In een policy brief gaat men een bepaalde visie
verdedigen met de bedoeling om duidelijkheid te verschaffen en wil men aantonen dat er een
mensenrechtenprobleem is en wil men dat ter kennis brengen aan de toezichtsorganen.
Het gaat dus om een casus waar er wordt gepolst naar de redeneervaardigheden,
schrijfvaardigheden, bronnenonderzoek,…
Deze opdracht wordt aangevuld met een mondeling deel. 75% van de punten staat op het
schriftelijke werk en 25% op de presentatie van de taak en theorievragen.
Wat moet er gekend zijn voor het examen de inhoud van de hoorcolleges.
Studiemateriaal:
- Hoorcolleges (essentie)
- Handboek
- Bronnenboek (bronnen internationale bescherming van de rechten van de mens)
- Er worden ook bijkomende documenten geplaatst op canvas
Inhoud van het vak
We beginnen vandaag met een inleiding. Wat zijn mensenrechten? Wat zijn de kenmerken van
mensenrechten? We moeten een onderscheid maken tussen wat wij hier gaan doen (internationale
bescherming van de rechten van de mens) en wat anderen zullen doen (grondrechten).
Wij zullen de grondrechten niet behandelen, maar wel de theoretische grondslag, filosofische
grondslag, historische overzicht van mensenrechten, mensenrechten in bepaalde categorieën
indelen het is belangrijk om te weten dat er verschillende soorten mensenrechten zijn.
In het eerste deel gaan we dus een aantal basiszaken bekijken over de mensenrechten.
Overzicht van de hoofdstukken die aan bod zullen komen:
Een hoofdstuk over het VN-systeem:
We gaan allereerst inzoomen op het VN-systeem of het universeel mensenrechtensysteem
ontwikkeld in het kader van de VN. Dat is voornamelijk een verhaal van na WOII met een hele reeks
,verdragen en andere mensenrechteninstrumenten. We gaan hier de standaarden bespreken en
uitleggen op welke manieren er toezicht wordt gehouden ( hoe kunnen staten aansprakelijk
worden gesteld voor schendingen van mensenrechten).
Het toezicht mechanisme is vaak zeer zwak en daar zijn redenen voor, maar dat wordt allemaal
uitgelegd in dat hoofdstuk over de VN.
Een hoofdstuk over het Europees systeem:
Het Europees systeem is het systeem dat wij het beste kennen en dat het meest bij ons aanleunt en
waarop we het meeste beroep zullen doen. Het is niet zo dat we altijd het Europees systeem gaan
gebruiken. Afhankelijk van welke soort rechten en afhankelijk van wat men wil bereiken, zal men
eerder naar het VN-systeem gaan of naar het Europees systeem.
Het Europees systeem bestaat uit drie systeem:
1. Het oudste systeem van de Raad van Europa met het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens en het Europees Sociaal Handvest. Het belangrijkste toezichtsorgaan is het EVRM.
2. Het systeem van de EU: de EU was eerst een verhaal van economische integratie, maar dat
verhaal heeft zich uitgebreid naar andere domeinen, waardoor het ook een impact begon te
krijgen naar de mensenrechten toe. Europa is dan verplicht geweest om ook in haar staten
het verhaal van de mensenrechten op te nemen, met als gevolg dat vandaag gesteld wordt
dat de EU ook een volwaardig mensenrechtensysteem ontwikkeld heeft met eigen normen,
standaarden en toezichtmechanismen.
3. Het systeem van de OVSE (de organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa): de
OVSE heeft ook een eigen systeem met eigen kenmerken en eigen manieren van toezicht
houden.
Verschillende systemen
Wanneer we het hebben over mensenrechten denken we te vaak dat het enkel gaat over het
EHRM. Maar er zijn ook andere systemen. Men heeft in Europa een regionaal systeem dat bestaat uit
3 subsystemen. We vertrekken van het universeel systeem, we gaan dan naar het regionale systeem
(dat is ons systeem, waar we het meeste tijd aan zullen besteden).
We zijn niet de enige die een regionaal systeem hebben ontwikkeld, er zijn nog twee andere
volwaardige regionale mensenrechtensystemen:
1. Op het gebied van het Amerikaans continent, in het kader van de organisatie voor de
Amerikaanse Staten. Hier heeft men een eigen regionaal mensrechtensysteem.
2. Het Afrikaans regionaal mensenrechten systeem in het kader van de Afrikaanse Unie. Dit is
het jongste regionaal mensenrechtensysteem. Dat is voornamelijk in ontwikkeling gekomen
in de jaren 80 van de 20 ste eeuw. Dit is ook een volwaardig mensenrechtensysteem
geworden.
Merkwaardig aan het Afrikaans systeem is dat je naast het continentaal systeem ook sub
regionale organisaties hebt in west Afrika, centraal Afrika, zuid Afrika (vb. East African
community). Die organisaties hebben zichzelf ook een mensenrechten bevoegdheid gegeven.
Op het Afrikaans continent heeft men naast de grote continentale organisatie (die een
volwaardig mensenrechtensysteem heeft ontwikkeld met eigen verdragen en eigen
instrumenten) op sub regionaal niveau ook sub regionale systemen die zich laten inspireren
, en waar er sub regionale integratiehoven zijn (geïnspireerd door het Europees Hof van
Justitie) en die zich ook een mensenrechtenbevoegdheid hebben toegekend ondanks het feit
dat die sub regionale integratie organisaties (economische organisaties) oorspronkelijk geen
mensenrechten bevoegdheid hadden.
Daar ontstaat een nieuwe dynamiek waar men zowel op continentaal niveau als op sub
continentaal niveau mensenrechtensystemen krijgt die dan met elkaar moeten interageren
en spreken en waar men als individu (als je mensenrechten geschonden worden) de keuze
hebt om voor een sub regionaal systeem of regionaal systeem of voor het VN-systeem te
kiezen.
Het Afrikaans systeem is het jongste systeem met als gevolg dat het Afrikaans systeem heeft
kunnen leren uit het functioneren van andere systemen (zoals het VN-systeem) met als
gevolg dat er een aantal originele zaken zijn, vooruitstrevende zaken zijn die we terugvinden
in het Afrikaanse systeem, dat we niet terugvinden in andere systemen.
Waarom ook die andere systemen bestuderen? De professor heeft het gevoel dat in onze rechten
opleiding we ons voornamelijk toespitsen op het Belgisch recht en als we toch erbuiten gaan dan
doen we een beetje aan rechtsvergelijking met de buurlanden zoals Nederland, Frankrijk en
Duitsland. Als we echt ver willen gaan dan nemen we de VS erbij.
We gaan op sub nationaal niveau de zaken bekijken vanuit het Europees perspectief en daar stopt
het. We kijken niet buiten de grenzen van Westerse staten (en de grenzen van Europa). Het is alsof
dat wat er in andere delen van de wereld gebeurt voor ons juristen niet relevant is. Daarom de
opening naar andere systemen en werelddelen, om toch het besef te creëren binnen de
studentengemeenschap dat het ook interessant kan zijn om verder dan Westerse staten te gaan
kijken wanneer we bezig zijn met recht. Er gebeuren ook interessante zaken elders en dat kan nuttig
zijn om er inspiratie uit te halen. Men moet ook beseffen dat Europa niet het centrum van de wereld
is.
Hoofdstuk 1. Wat zijn mensenrechten?
Discussie. Hoe kunnen we het begrip mensenrechten definiëren? Wat zijn mensenrechten?
Zaken die tijdens de brainstorm in de chat naar voor komen: verdragenrecht (= een belangrijke
bron, maar niet de enige bron die we zullen gebruiken), mensenrechten zijn universeel en gelden
voor iedereen, mensenrechten zijn fundamenteel (absoluut), er zijn verschillende generaties van
mensenrechten, hoven houden toezicht op de mensenrechten, menswaardigheid (reactie op de
barbaarsheid van WOII), men kan mensenrechten niet verliezen (ze zijn absoluut, fundamenteel en
universeel), natuurlijke rechten, men kan er geen afstand van doen,…
Definitie.
Mensenrechten zijn fundamentele rechten waarover wij als individuen beschikken op basis van
het feit dat we mens zijn. Die fundamentele rechten gelden tegenover een autoriteit (een
overheid/de staat), die ons beschermen tegen de willenkeur van de overheid en in een mindere mate
is er ook een horizontale verhouding met andere actoren.
, Het geldt tegenover de overheid Dat is in eerste instantie hoe de mensenrechten
geconcipieerd zijn. Het gaat hier om de verticale verhouding van de mensenrechten. Wij
individuen beschikken over de rechten en het is de overheid die een verplichting heeft om de
rechten van de individuen te respecteren, maar mogelijks, in mindere mate, kunnen wij die
mensenrecht ook inroepen t.o.v. anderen (niet alleen de overheid).
Dit kunnen individuen zijn die mensenrechten verplichtingen hebben tegenover andere
mensen (andere individuen). Dan zitten we in een meer horizontale verhouding. Er kunnen
ook andere actoren zijn in de maatschappij die mensenrechtenverplichtingen hebben
tegenover individuen.
Bv. Bedrijven die mensenrechten verplichtingen hebben. Het gaat om multinationals en grote
bedrijven die ook een verplichting hebben om die mensenrechten te respecteren, waar zij
ook actief zijn.
Oorspronkelijk hadden enkel Staten mensenrechten verplichtingen tegenover individuen.
Vandaag de dag is dat aan het uitbreiden en hebben individuen tegenover andere individuen
mensenrechtenverplichtingen en zijn er ook nog andere actoren zoals bedrijven die
mensenrechtenverplichtingen hebben.
Het Afrikaans systeem is het jongste systeem en heeft geleerd uit de ervaringen van andere
systemen en is daarom iets progressiever dan andere regionale systemen. In het Afrikaans
systeem zien we bv. dat je als kind een mensenrechtenverplichting kan hebben tegenover
ouders en ouders kunnen mensenrechtenverplichting hebben tegenover kinderen. Het is dus
niet enkel een verhaal tussen individuen (die rechten hebben en overheden (die plichten
hebben). Op het niveau van de individuen kunnen er ook rechten ontstaan tussen elkaar met
de corresponderende verplichting. Men heeft rechten en plichten, niet alleen in een verticale
verhouding (tussen individu en overheid), maar ook in een meer horizontale verhouding. Er
komt een grens aan de handelen van de overheid.
Met welke bedoeling hebben we die mensenrechten?
Waarom hebben wij die mensenrechten? Wat is de doelstelling? Wat moeten die mensenrechten
toelaten?
Discussie in de chat: een menswaardig leven waarborgen, gelijke behandeling, bepaalde standaard
van leven waarborgen,…
Die mensenrechten zijn daar omdat zij ons een context zouden geven, een mogelijkheid geven om
ons te ontplooien als mens en om een menswaardig leven te kunnen leiden. Zonder die
mensenrechten zou dat moeilijk gaan. Het doel van die mensenrechten is om de overheid te
beperken in zijn tendens om willekeurig te zijn en ook om de overheid te beperken om mensen te
onderdrukken en om zo de ruimte te geven aan individuen om een menswaardig leven te kunnen
leiden.
Conclusie definitie:
Mensenrechten zijn fundamentele rechten. Het is iets belangrijker dan normaal. Daarom wordt er
ook vaak verwezen naar de term natuurrechten het bevindt zich ergens bovenaan de hiërarchie
van rechten.
, Het zijn mensenrechten, dus wij als individuen beschikken daarover. Enkel op basis van onze
menselijke natuur heeft men die rechten. Menselijk gelijk behandelen is essentieel want ze zijn
allemaal hetzelfde en er mag niet gediscrimineerd worden op basis van rijkdom, geloof, ras,
ouderdom etc.
Alle mensen zijn dezelfde. Eens je die menselijke natuur hebt behoor je tot de familie van mensen
en beschik je over die mensenrechten. Dit moet ons beschermen tegen de willekeur en misbruik van
de overheid. De overheid heeft een tendens om willekeurig te zijn en de macht te misbruiken. Men
moet de overheid verplichten om niet willekeurig te zijn en om geen machtsmisbruik te plegen (
het systeem van mensenrechten is een mechanisme om dat te doen).
Dit allemaal met de bedoeling de voorwaarden te creëren waaronder wij ons als mens zouden
kunnen ontplooien en menswaardig zouden kunnen leven. In deze omschrijving zien we ook de
verticale werking van de mensenrechten (wat de belangrijkste is en hoe het verhaal van de
mensenrechten oorspronkelijk geconcipieerd werd). Je ziet de relatie tussen overheid enerzijds en de
individuen anderzijds. De overheid die plichten heeft en individuen die rechten hebben. Dat is een
belangrijke verhouding, maar meer en meer worden die mensenrechten ook bekeken vanuit een
horizontale werking waar het gaat om individuen en andere individuen of natuurlijke personen en
andere personen.
Verschillende termen.
Er worden verschillende termen gehanteerd. Er wordt verwezen naar mensenrechten, grondrechten,
fundamentele rechten, natuurlijke rechten,… deze termen worden door elkaar gebruikt omwille
van de doorgedreven wisselwerking tussen verschillende rechtsordes.
De term “mensenrechten” wordt gebruikt als overkoepeld begrip (= rechten eigen aan het mens
zijn).
- Het gaat om fundamentele waarden die niet mogen worden aangetast, noch door de staat,
noch door andere individuen en die aan mensen rechten toekennen, ongeacht hun geslacht,
ras, godsdienstige overtuiging, rijkdom,…
- Ten gevolge van de menselijke waardigheid (human dignity) bezit elkeen dezelfde
mensenrechten simpelweg omwille van het mens zijn, ze moeten niet worden toegewezen
(possessed rights >< conferred rights).
Mensenrechten komen in beginsel enkel toe aan individuele, natuurlijke personen, maar ook
groepen personen en rechtspersonen kunnen zich (uitzonderlijk) beroepen op mensenrechten, mits
die rechten zich daartoe lenen;
Vb. rechtspersonen: bescherming tegen onrechtmatige invallen in bedrijfsruimtes
≠ recht om niet gefolterd te worden enkel voor natuurlijke personen.
Er wordt ons een domein gegeven waarin wij vrij zouden kunnen handelen zonder dat de overheid
ons zou verplichten om van alles en nog wat te doen of misbruik maakt van haar macht. Het is een
soort domein waar wij vrij zijn en autonomie hebben om te doen wat nodig is om ons te ontplooien
als mens, zonder dat de overheid ons daarin controleert.
Er worden verschillende termen gebruikt om min of meer hetzelfde te vertellen. Het gaat om
rechten waarover wij als individuen beschikken op basis van onze menselijke natuur en die
ons beschermen tegen de overheid
De termen wijzen allemaal naar hetzelfde.