Samenvatting Parodontologie, preventie en plaque MZK jaar 1.2
Parodontologie en Microbiologie 2.1 jaar 2 (57 pagina) + oefentoets
Samenvatting parodontologie 1
Tout pour ce livre (15)
École, étude et sujet
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Tandheelkunde
Parodontium 1 (B1TD2T)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
sarahnijhof
Avis reçus
Aperçu du contenu
Paro 1
Aantekeningen/samenvatting hoorcolleges Sarah Nijhof
A1 – Het intacte parodontium
Parodontium bestaat globaal uit 4 onderdelen:
• Alveolair bot
• Gingiva
• Parodontaal ligament (collagene vezels)
• Cement (gemineraliseerd weefsel)
Bij histologische afbeeldingen van een element is glazuur niet te
zien omdat het oplost in zuur
→ dit zuur is nodig om het element te kunnen klaarmaken voor
een preparaat
De collagene vezels zitten
aangehecht tussen het cement
en het alveolair bot
→ geeft veel stevigheid
Sulcus gingivalis (s)
→ smalle spleet op de overgang tussen gingiva en tandoppervlak
(hier ligt tandvlees tegen tand aan)
→ diepte van 1-3 mm is gezond (kwetsbaar voor bacteriën)
→ wordt aan 2 zijden begrensd door lamina basalis
(lamina basalis interna en -externa)
→ bij een ophoping van micro-organismen (plaque) is er sprake
van een (lichte) vorm van tandvleesontsteking
→ toename van sulcusvloeistof (irritatie en beschadiging)
Figuur 1: gl = glazuur; d = dentine; w = wortelkamer
Alveolair bot (ab)
→ ondersteunt de elementen door verankering van de vezels van het parodontaal ligament en
draagt bij aan de voeding door de zeefplaat (lamina cribriformis) met bloedvaatjes
→ bevat osteoblasten, osteocyten, osteoclasten en heeft
dezelfde structuur als gewoon bot
→ (bestaat uit compact (corticaal) en spongieus
(trabeculair) bot)
Het alveolaire bot verdwijnt wanneer er elementen
verloren gaan
Figuur 2: Osteonen in compact bot
,Gingiva (g)
→ is ortho-keratotisch of para-keratotisch verhoornd
→ is aangehecht aan het alveolair bot en is een heel stevig weefsel
→ is een mucoperiosteum/kauwslijmvlies (ook bij het harde gehemelte) en is gekeratiniseerd
Functies
1. vangt de meeste mechanische krachten op door de hoornlaag
2. beschermt onderliggende structuren tegen infecties door afsluiting rondom element
3. geeft steun aan het element
- Vrije gingiva (vg)
- Aangehechte gingiva (ag)
- Gingivale groeve (gg)
→ overgang tussen de vg en ag
Je = aanhechtingsepitheel (hiermee zit de vrije gingiva aan het tandopp.)
Cej = cement-glazuur grens
Am = alveolaire mucosa (makkelijk beweegbaar door veel elastine)
Mmg = mucogingivale grens (hier gaat de gingiva over in de mucosa)
Mucoperiosteum → hier hecht de mucosa direct aan het periost (botvlies) van het bot
Para-keratinisatie → in de hoornlaag bevinden zich nog kernen in het epitheel
Ortho-keratinisatie → er zijn in de hoornlaag geen kernen meer aanwezig (zoals op de huid)
Wortel cement (c)
→ verkalkte organische matrix die bestaat uit collageen (cellulair cement) en niet-collagene eiwitten
met als cellen de cementoblasten en cementocyten
→ verankert de vezels van het parodontaal ligament
- Acellulair cement → bekleed het cervicale deel van de wortel
- Cellulair cement → bekleed het meer apicaal gelegen deel van de wortel
→ rijk aan collageen en is een veel dikkere laag waardoor de
→ cementvorming sneller gaat
cementoblasten bouwen zichzelf vast in de gemineraliseerde matrix en worden zo cementocyten
Parodontaal ligament (pl)
→ bevat collagene vezels waarmee de wortel vastzit aan het bot met als cellen vooral de fibroblasten
(collageen en proteoglycanen)
→ de vezels lopen niet parallel aan het worteloppervlak
→ (maar overspannen de ruimte van alveolair bot naar wortelcement)
→ er zijn minder vezelbundels aan de tandzijde, maar deze zijn wel iets dikker
Celresten van Malassez → eilandjes van epitheelcellen in het pardontaal ligament
→ overblijfselen van de embryonale ontwikkeling die na een aantal jaar afneemt
Functies
1. Opvangen van krachten en verdelen van de kauwkrachten
2. Stevige maar verende bevestiging van de tand aan de wand van zijn kas
,Lamina basalis → altijd overgang tussen epitheel en bindweefsel (glazuur in dit geval)
→ interne lamina basalis (IBL) ligt tussen het glazuur en het epitheel en is een voortzetting van de
externe lamina basalis (EBL)
→ bestaan uit:
- Lamina lucida (LL) → grenst via hemidesmosomen aan basale epitheelcellen
- Lamina densa (LD) → grenst via verankeringsfibrillen en verankeringsplaque aan
→ het bindweefsel (aan de collagene fibrillen, CF)
Desmosomen Hemi-desmosomen
→ liggen tussen de epitheelcellen → binding tussen epitheel en bindweefsel (dus ook glazuur)
Tonofilament (KF) → verbinden desmosomen met het cytoskelet van een epitheelcel
Glazuur (gl)
→ ook een vorm van epitheel, de lamina basalis met hemidesmosomen zorgt daar voor afsluiting
, Verdedigingsmechanismen sulcus
1. De Langerhanscel
→ bevindt zich tussen epitheelcellen en signaleert de binnenkomende antigenen die de cel
presenteert aan de lymfocyten (via het epitheel en de lymfebanen)
→ lymfocyten zetten de immunologische afweer in gang
2. Hoge turnover
→ bij afschilvering komen de eventueel aangehecht micro-organismen via de sulcusvloeistof in
de mond terecht en wordt weggespoeld
3. PMN’s (polymorfonucleaire leukocyten)
→ witte bloedcellen die micro-organismen in de sulcus fagocyteren
4. Sterke aansluiting door desmosomen
→ dit maakt het moeilijker voor de bacteriën om door deze barrière heen te komen
Schokabsorberend vermogen
→ komt in stand door twee factoren:
1. Treksterkte van de collagene vezels
2. Zwellingsdruk van de proteoglycanen
Collageen
→ liggen in het parodontaal ligament rondom het element (verbonden aan het cement en het
alveolair bot)
Heeft een hele hoge treksterkte door de cross-linking triple helix
→ meerdere triple helixen vormen 1 collageen molecuul
→ dit zorgt voor heel veel stevigheid en
kan de krachten op de tanden opvangen
→ de triple helixen kunnen lateraal aan
elkaar gehecht door een soort overlap
waardoor je een opstapeling van
moleculen krijgt (banderingspatroon)
→ liggen in het parodontaal ligament
rondom het element
Figuur 3: Opbouw Collageenvezels (triple helix)
Collagene vezels zijn rijk aan proline en glycine
→ proline zorgt voor de stabilisatie van de α-helix (één collagene vezel)
→ glycine zorgt voor de strakke vouwing van het collageen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sarahnijhof. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.