Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 - Voortplanting Havo 4/5
Samenvatting (leerdoelen) hoofdstuk 7 t/m 10 Nectar biologie 4/5 havo
Samenvatting (leerdoelen) hoofdstuk 4, 5, 13 en 14 Nectar biologie 4/5 havo
Tout pour ce livre (35)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Biologie
4
Tous les documents sur ce sujet (2015)
Vendeur
S'abonner
noellek
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 6 Voeding, vertering en gezondheid
6.1 Gezonde voeding
- De allereerste moedermelk bevat veel eiwitten (gelig). Eiwitten zijn bouwstoffen die de baby
goed kan gebruiken om nieuwe cellen te maken.
- Na paar dagen eiwitgehalte neemt af vetten en lactose nemen toe, gebruikt de baby
als brandstoffen. Leveren energie om lichaam warm te houden.
- Moedermelk bevat bouw-, brand-, beschermende- en antistoffen en bacteriën.
- Kleine kinderen hebben relatief gezien een groot oppervlak ten opzichte van het volume
koelen snel af.
- Grote kinderen hebben relatief gezien minder oppervlak ten opzichte van het volume
Blijven makkelijker warm.
- Gewicht neemt sneller toe dan lengte dus verhouding veranderd snel.
- In darmen leven honderden soorten bacteriën die voedsel verteren. Sommige soorten
helpen bij verteren andere maken vitamines.
- Bacteriën afkomstig uit en van het moederlichaam dragen bij aan de ontwikkeling van de
darmflora van de baby.
- De samenstelling van de darmflora (darmbacteriën) varieert per persoon.
- Kinderen die de borst krijgen, nemen minder snel in gewicht toe dan kinderen die
flesvoeding krijgen. Minder snel kans op overgewicht.
- Je voeding stem je af op groei, herstel en inspanning.
- Voorziet het voedsel precies in behoefte van het lichaam gezonde voeding.
- Het eten kan ook lekker en gezellig zijn. Door samen te eten, versterk je banden met elkaar.
Welbevinden groeit.
- Welvaartsziekten ontstaat door de te veel en ongezond eten en te weinig bewegen. Hart-
en vaatziekten zijn het gevolg.
- Gebreksziekte = voeding is te eenzijdig of te weinig. Lijdt tot tekort aan bepaalde
voedingsstoffen.
6.2 Verteringsstelsel
- Melkgebit = de tanden en kiezen die een kind wisselt voor een volwassen gebit.
- Eerste tandje na ongeveer 4 maanden. Vanaf 6 jaar gaan tanden wisselen.
- Volwassen gebit heeft grotere tanden en kiezen en heeft meer kiezen. (Verstandskiezen pas
bij 18e/24e levensjaar.)
- Mechanische verkleining = het verkleinen van voedseldeeltjes door te kauwen.
- Chemische afbraak = verteringsenzymen zetten de grote moleculen uit je voedsel om in
kleinere.
- Sommige voedingsstoffen kunnen de darmcellen zo uit de darminhoud opnemen. (Zoals
vitamine, glucose en zouten)
- Bepaalde koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA zijn Macromoleculen, te groot om op te
kunnen nemen.
- Veel van die macromoleculen zijn polymeren = stoffen die zijn opgebouwd uit een groot
aantal vrijwel identieke moleculen. In het verteringskanaal breken verteringsenzymen die
polymeren en vetten af. Daarbij ontstaan kleine voor de darmcellen opneembare moleculen.
, Stapsgewijze vertering
1. Mondholte. Bevat 6 grote speekselklieren. 2 bij oren, 2 bij tong, 2 bij onderkaak.
Speeksel bevat een enzym dat grote koolhydraten en zetmeel afbreekt.
2. Slokdarm. Spieren duwen voedselbrokjes door de darm. Peristaltiek. Samentrekking van
lengte- en kringspieren.
3. Maag. Overgang met slokdarm heeft een kringspier. Wand is geplooid. Tussen de plooien
van de wand monden afvoerbuizen van de maagsapklieren uit. Maagzuur = maakt veel
bacteriën onschadelijk. Zoutzuur + enzymen toegevoegd. Door het maagzuur daalt de
pH. Andere cellen maken pepsinogeen = inactief enzym, in maagzuur verandert dit in
een actief eiwitsplitsend enzym. Derde type cellen produceert slijm beschermt
maagwand tegen verteringssappen.
4. 12vingerige darm. Begin dunnen darm. Alvleesklier geeft verschillende enzymen af aan
de 12vingerige darm. Die enzymen verteren DNA, vetten, overgebleven zetmeel en
zetten volgende stap eiwitafbraak. Gal uit lever helpt bij vertering vetten.
5. Dunne darm. Bestaat uit 3 delen: 12vingerige- nuchtere- en kronkeldarm. Verschillende
enzymen uit de darmsapklieren voltooien de vertering met de laatste stappen van de
koolhydraat- en eiwitvertering. Ook breken ze DNA af. Darmcellen (darmvlokken) nemen
verteringsproduct en andere kleine moleculen op en geven ze af aan het bloed.
6. Blindedarm. Begin van de dikke darm. Hier leeft een grote darmflora. Appendix =
aanhangsel van de blindedarm.
7. Dikke darm. Bevat bacteriën met enzymen die stoffen verteren die mensen zelf niet
kunnen verteren. Andere bacteriën maken nuttige stoffen (vitamine K). Haalt water uit
de voedselbrij.
8. Endeldarm. Slaat ontlasting tijdelijk op. Heeft 2 kringspieren.
- Snoep bevat veel koolhydraten die de kinderen niet direct gebruiken. Lever maakt er vetten
van die als reservestoffen in onderhuids vetweefsel terecht komen.
- Kleurstoffen in snoep zijn additieven en staan vermeld met een E-nummer. Van veel
additieven is de ADI-waarde vastgesteld.
6.3 Enzymen
- Je hebt brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen nodig.
- Door chemische afbraak ontstaan kleine moleculen die je darmcellen kunnen opnemen.
Enzymen knippen macromoleculen.
- Elk enzym kan maar 1 ding. Voor de vertering van alle verschillende moleculen zijn dus
evenzoveel verschillende enzymmoleculen nodig.
- Enzymen zijn specifiek. Het molecuul waar het enzymmolecuul op inwerkt = het
substraatmolecuul.
- Komt een enzymmolecuul in contact met een substraatmolecuul binden samen tot een
enzym-substraat complex.
- Enzymmolecuul heeft een holte waar zijn substraatmolecuul precies in past. Hierbij gaat de
binding stuk splitst in 2 kleinere stukken producten.
- Enzymmolecuul laat daarna los en is niks veranderd gaat door naar volgende
substraatmolecuul.
- De Enzymnaam is afgeleid van de naam van het substraat met de uitgang -ase. (Sacharase
bewerkt sacharose.)
- Elke enzymreactie kent een bepaalde temperatuur waarbij de reactiesnelheid het hoogst is.
Reactiesnelheid = hoeveelheid product die een enzym bij een reactie per seconde levert.
- De laagste temperatuur waarbij de enzymmoleculen nog net actief zijn heet de
minimumtemperatuur. Moleculen bewegen bij een lage temperatuur niet snel genoeg.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noellek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.