Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
Recherché précédemment par vous
Samenvatting Contractuele samenwerkingsvormen in beroep en bedrijf, ISBN: 9789013140552 Vennootschappen En Rechtspersonen (RGBUPRV006)€6,99
Ajouter au panier
Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Tous les documents sur ce sujet (54)
Vendeur
S'abonner
joranvanderkamp
Aperçu du contenu
Samenvatting Huizink
Eenmanszaakeen natuurlijk persoon oefent voor eigen rekening en risico een bedrijf of beroep uit.
(ZZP)
Vaak een verandering van eenmanszaak naar bv om ondernemersrisico te ontlopen. Bij de
eenmanszaak kan er op zowel privévermogen als ondernemingsvermogen worden verhaald via
3:276. Dit kan niet bij een BV.
In een eenmanszaak is niet noodzakelijk maar een persoon werkzaam.
Van Olffen heeft zich in 2012 ingezet om een nieuwe, eigentijdse wettelijke regeling voor de
personenvennootschappen. De huidige regeling is verouderd met oud Nederlands en een
onderscheid tussen bedrijf en beroep die al lang geleden verouderd was.
De keuze tussen de BV en vof wordt, als gezegd, in veel gevallen niet door vennootschapsrechtelijke
argumenten ingegeven, maar om fiscale redenen gemaakt. De vof is namelijk anders dan de BV
fiscaal transparant.
Naar Nederlands recht worden drie contractuele samenwerkingsvormen onderscheiden: de
maatschap, de vennootschap onder firma (VOF) en de commanditaire vennootschap (CV).
7A:1655maatschap definitie
Belangrijkste elementen maatschap:
- Overeenkomst, overeenkomst
- Gericht op samenwerking (affectio societatis, de wil tot samenwerking als vennoot)
- Iets in gemeenschap brengen
a) Geld
b) Arbeid
c) Goederen
- Oogmerk het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen
De maatschap komt veel voor in de uitoefening van een beroep. Maar ook bij bedrijfsmatig
handelen.
Er is een onderscheid tussen de openbare en de stille maatschap. Een maatschap is openbaar
wanneer zij naar buiten treedt onder gemeenschappelijke naam. Een maatschap is stil wanneer het
bestaan ervan verborgen blijft voor de buitenwereld. Het optreden onder gemeenschappelijke naam
heeft soms belangrijke rechtsgevolgen. Art. 16 WvK bepaalt dat een maatschap tot uitoefening van
een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam een VOF is.
Volgens de wet – BW en WvK – moeten dus van elkaar worden onderscheiden:
- Maatschap tot uitoefening van een beroep, niet onder gemeenschappelijke naam aangegaan
- Maatschap tot uitoefening van een beroep, onder gemeenschappelijke naam aangegaan
- Maatschap tot uitoefening van een bedrijf, niet onder gemeenschappelijke naam aangegaan
- Maatschap tot uitoefening van een bedrijf, onder gemeenschappelijke naam aangegaan: dit
is een VOF in de zin van art. 16 WvK.
Een vof is een gekwalificeerde maatschap. Een CV is weer een bijzondere vorm van de vof. Bij de cv
wordt er onderscheid gemaakt tussen beherende en stille vennoten. Stille vennoten worden niet in
het handelsregister ingeschreven.
VOF en CV zijn geregeld in 16 WvK en verder. Op grond van 1 WvK is het BW en dus ook 7A:1655 van
toepassing op VOF en CV.
, H2
De maatschap is een obligatoire overeenkomst, art. 6:213 lid 1. De maatschap is een
duurovereenkomst; zij roept voortdurende verbintenissen in het leven.
Mede doordat de maatschap een consensuele overeenkomst is – de enkele wilsovereenstemming is
voldoende voor haar totstandkoming – is het niet altijd eenvoudig om te bepalen of een
overeenkomst als maatschap of als een andere overeenkomst moet worden beschouwd. De
maatschap kan ook stilzwijgend tot stand komen. Denkbaar is zelfs dat een samenwerkingsverband
op grond van de omstandigheden van het geval en de gedragingen van betrokkenen vanaf een
bepaald moment als een maatschap moet worden beschouwd (HR Dierenartspraktijk) .
De affectio societatis is de wil om als compagnon samen te werken. Het sluit een dienstverband uit.
Vaak wordt een maatschap voor een onbepaalde tijd aangegaan, maar dit kan ook voor een
bepaalde tijd of voor een bepaald werk. De maatschappen aangegaan voor een bepaald werk of een
bepaalde tijd worden conform art. 7A:1683 sub 1 en 2 van rechtswege ontbonden.
Maatschappen zijn persoonsgebonden. De maatschap wordt intuitu personae aangegaanmet het
oog op de persoon van de andere contractspartijen. Naar art. 7A:1683 worden zij door de dood,
curatele, faillissement en toepasselijkheid van de schuldsaneringsregeling op een der vennoten
ontbonden.
Inbreng is essentieel voor de maatschap. Deze verplichting rust op alle vennoten.
- Geld
- Goederen
- Genot goederen
- Arbeid
Goederen zijn zaken en vermogensrechten.
Bij inbreng van eigendom wordt de zaak overgedragen aan de compagnons, art. 3:84 BW, die
daardoor samen eigenaar worden. De wet noemt dat gemeenschap, art. 3:166 BW. Waardestijgingen
of waardedalingen van de in gemeenschap gebrachte zaken komen voor rekening van de maatschap.
Dit is het geval bij het inbrengen van economisch en juridisch eigendom. Bij het genot van eigendom
ligt het voor de rekening van de inbrenger.
Al hetgeen naar economische maatstaven kan worden gewaardeerd is vatbaar voor inbreng in een
maatschap. Bij inbreng van juridische eigendom, economische eigendom en genot ontstaat er
gemeenschap in de zin van 3:166 BW. Gemeenschap is ruimer dan mede-eigendom, omdat mede-
eigendom alleen op zaken van toepassing is.
Er is onderscheid tussen vrije en gebonden gemeenschappen. Bij een vrije gemeenschap zijn
deelgenoten bevoegd over hun aandeel in de gemeenschap te beschikken (bezwaren en
vervreemden). Bij een gebonden gemeenschap kunnen de deelgenoten dit niet. Volgens HR Van den
Broeke-Van der Linden is de door de inbreng gevormde gemeenschap een gebonden gemeenschap.
Vervreemding of bezwaring van hun aandeel zou wanprestatie tegenover hun maten opleveren o.g.v.
het intuitu personae karakter van de maatschap.
Het oogmerk het daaruit ontstane voordeel met elkander te delen moet ruim worden opgevat. Het
gezamelijk gebruik met het oog op kostenbesparing kan een maatschap opleveren. Het moet gaan
om economisch voordeel.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joranvanderkamp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.