Uitgebreide oefenvragen voor het vak Hersenen en Gedrag. De vragen zijn gebaseerd op oude tentamens van het jaar 2019,2020 en 2021. Hierdoor zijn de vragen erg actueel en goed om als oefenmateriaal te gebruiken. In totaal zijn er 106 vragen! Zelf heb ik een 8.5 gehaald door middel van deze oefenvra...
Hersenen en Gedrag: meer dan 100 oefenvragen (2021)
Ivyvanekert
Oefenvragen Hersenen en Gedrag
1. Als intelligentie bepaald wordt door de verhouding tussen hersen- en
lichaamsgewicht, welke van de volgende uitspraken is dan waar?
a. Gewichtstoename verhoogt iemands intelligentie
b. Gewichtsafname verhoogt iemands intelligentie
c. Grotere mensen zijn intelligenter dan kleinere mensen
d. Olifanten zijn intelligenter dan mensen
2. Welke doorsnede verdeelt het brein in twee helften, waarbij de linker- van de
rechterhersenhelft gescheiden wordt?
a. Een horizontale doorsnede
b. Een sagittale doorsnede
c. Een coronale doorsnede
d. Een frontale doorsnede
3. Het encephalisatie quotiënt …
a. … is de verhouding van de eigenlijke hersengrootte tot de verwachte
hersengrootte van een dier.
b. … is de verhouding van het gewicht van de cerebrale cortex tot de grootte van
de schedel van een dier.
c. … houdt in dat mensen met grotere hersenen intelligenter zijn dan mensen met
kleinere hersenen.
d. … illustreert dat individuen met grotere hersenen vatbaarder zijn voor ziekten.
4. Uit welke 2 soorten cellen bestaat het zenuwstelsel?
a. Neuronen en gliacellen
b. Dendrieten en axonen
c. Ribosomen en lysosomen
d. Neuronen en motorons
5. Als structuur P in een ander lichaamshelft ligt dan structuur Q, dan ligt P …
a. … coronaal ten opzichte van Q
b. … parasagittaal ten opzichte van Q
c. … ipsilateraal ten opzichte van Q
d. … contralateraal ten opzichte van Q
6. Als we, gezien vanuit de hippocampus, praten over een zenuwcel die
actiepotentialen naar de hippocampus stuurt, dan noemen we die zenuwcel
a. efferent
b. afferent
c. presynaptisch
d. postsynaptisch
7. Uit welke twee delen bestaat het centraal zenuwstelsel (oude indeling)?
a. Autonoom en somatisch zenuwstelsel
b. Cerebrum en cerebellum
c. Sympathische en parasympatische tak
d. Hersenen en ruggenmerg
, Hersenen en Gedrag: meer dan 100 oefenvragen (2021)
Ivyvanekert
8. Welke van de volgende hersenzenuwen is GEEN zenuw voor het oog?
a. Opticus
b. Trochlearius
c. Vagus
d. Abducens
9. Als een structuur “tractus spinocerebellaris” heet, dan
a. Is dat een ruggenmergzenuw naar het cerebellum
b. Zijn dat axonen die eindigen in het cerebellum wier cellichaam in het
ruggenmerg ligt
c. Is dat een baan van axonen van het cerebellum naar het ruggenmerg
d. Is dat een baan van axonen van het ruggenmerg naar de grote hersenen
10. Wat is in het algemeen de relatie tussen het sympathische en het
parasympathische systeem?
a. Zij veroorzaken tegengestelde effecten
b. Zij kunnen niet tegelijkertijd actief zijn
c. Zij werken samen en veroorzaken gelijksoortige effecten
d. Als ze tegelijkertijd actief zijn, dan worden hun effecten vermenigvuldigd
11. Op een frontale doorsnede door de thalamus is NIET te zien
a. De zijventrikel
b. De nucleus caudatus
c. De occipitale hersenschors
d. Het corpus callosum
12. In welke volgorde vind je de hersenvliezen, als je kijkt van oppervlakkig naar diepe
lagen?
a. Dura mater → spinnenwebvlies (arachnoide layer) → pia mater
b. Pia mater → spinnenwebvlies (arachnoide layer) → dura mater
c. Dura mater → pia mater → spinnenwebvlies (arachnoide layer)
d. Pia mater → dura mater → spinnenwebvlies (arachnoide layer)
13. Wat is juist?
a. De hypofyse (pituitary gland) ligt rostaal t.o.v. het cerrebellum
b. De thalamus ligt lateraal t.o.v. de temporaal kwab
c. De colliculi liggen mediaal t.o.v. de medulla oblongata (verlengde merg)
d. De epifyse (pijnappelklier) ligt ventraal van de medulla oblongata (verlengde
merg)
14. Waaruit bestaat de grijze stof in de hersenen en het ruggenmerg hoofdzakelijk?
a. Cellichamen en dendrieten
b. Gemyeliniseerde axonen
c. Ongemyeliniseerde axonen
d. Ganglia en zenuwbanen
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ivyvanekert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.