H1. Internationaal recht. Recht tussen staten onderling.
Volkenrecht = internationaal recht = recht tussen volkeren/staten.
Nationaal = creëert soevereine overheid wetten en regels voor burgers op eigen grondgebied.
Internationaal = gelden regelgeving die staten waardevol vinden om daadwerkelijk na te komen.
Publiek = of openbaar gezag bedenkt regelgeving om internationale problemen (milieu, terrorisme,
grensoverschrijdende) op te lossen.
Privaat = richt zich op geschillen tussen natuurlijke personen en/of rechtspersonen onderling (via
buitenland iets kopen). Staten bepalen zelf regels van internationaal privaatrecht. Bij dit wordt
onderscheid gemaakt tussen formeel en materieel recht:
F = internationaal procesrecht. M = vraag welk (nationaal) recht van toepassing is.
Recht. Bij internationaal systeem ontbreekt uitvoerende, wetgevende en handhavende macht wat
als gevolg oplevert dat er niet één centraal orgaan is aan te wijzen dat wetten en regels maakt.
Internationale rechtsorde = decentraal. Hierin spreken we van horizontale rechtsorde > staten staan
gelijk aan elkaar. Ze zijn zelfstandig bevoegd om rechtsbetrekkingen met elkaar aan te gaan =
soeverein. Dus door verdrag te sluiten laten zij soevereiniteit zien/ andere manier soevereiniteit
kenbaar te maken is de rechtsmacht/jurisdictie van een staat. Gevolg decentrale karakter van InRo
en soevereine gelijkheid tussen staten is dat staten geen hogere macht boven zich hoeven te duiden.
Zijn hierbij wel uitzonderingen. Staten hebben er soeverein voor gekozen en kunnen hier ook op
terugkomen. Staten willen vreedzaam naast elkaar willen bestaan = vreedzame co-existentie.
Staten zijn soeverein ten opzichte van elkaar maar er is ook sprake afhankelijkheid/interdependent.
Staten hebben elkaar nodig om afspraken te maken, bijv. grensoverschrijdende milieuproblemen.
Uitwisselen van gedachte op internationale conferentie is vaak al voldoende om steun te krijgen voor
elkaars opvattingen, maar dit mislukt ook wel is. Maar vaak kan een staat (grensoverschrijdende)
probleem niet alleen oplossen. Staten moeten dan met elkaar samenwerken.
Kan regionaal (bijv. in EU, mensen uit Amerika, oceanen) of mondiaal(wereldwijd). Bilateraal =
tussen 2 landen. Multilateraal = verschillende partijen die tekenen.
InRo kan niet los worden gezien van politieke klimaat. Dus machtsopvolging/staatsgreep kan grote
gevolgen hebben voor internationale verhoudingen. Bijv. VS met Donald Trump. Staten mogen dan
formeel soeverein zijn en juridisch gelijk aan elkaar, maar politieke, economische en militaire macht
van bijv. VS/China is veel groter dan bijv. Estland, Nepal etc. Ze moeten zich wel aan veel afspraken
houden anders worden ze bij volgende afspraken niet meer vertrouwd natuurlijk.
Doorwerking InRo in Nl(/nationale) Ro. Nl rechtssysteem = monisme = internationaal recht
automatisch deel uit van nationale rechtsorde. Omzetting InR naar nationaal niveau via speciale wet
is dan niet nodig. Je hebt ook dualisme = InR worden omgezet/getransformeerd naar nationaal recht
wel via een aparte wet.
Gevolg van monisme is voor personen te vinden in art. 93 GW. Betekend dat mensen zich aan
bepaalde regels van verdragen en van besluiten van internationale organisaties moeten houden of er
rechten aan kunnen ontleden, maar dit pas nadat NL-regering die heeft bekendgemaakt door
publicatie in Tractatenblad. Dus niet alle verdragsregels werken rechtstreeks door > alleen als ze
eenieder verbindend zijn en als ze bekend gemaakt zijn > gematigd monistisch stelsel. Bij
internationaal gewoonterecht bindt het staten wel tegenover elkaar maar
natuurlijke/rechtspersonen kunnen er geen beroep op doen > moet wel op dualistische (dus via
aparte wet) wijze omgezet worden. Doorwerking eenieder verbindende verdragsbepaling (EVV) in NL
Ro door Hoge Raad vastgesteld in arrest uit 1919 > Grenstractaat van Aken.
EVV= regels waaruit duidelijk een recht/plicht, een moeten handelen/nalaten kan worden afgeleid.
En wat als NL-wetsbepaling in strijd is met EVV, art. 94 GW, EVV hebben hier voorrang op onze
nationale regels als die (nationale)in strijd zijn met InRo.
Bepaling uit verdrag is rechtstreeks werkend als de bedoeling van partijen duidelijk is om als
objectief recht, zonder daarbij uitvoerende maatregel noodzakelijk is, te kunnen functioneren.
1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MarielleVisser. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.